Zaterdag 2 maart 2024 - Voltooid/onvoltooid deelwoord

Werkwoordspelling
Wat gaan we vandaag doen?
- Korte herhaling 
- Voltooid en onvoltooid deelwoord
Leerdoel:
  • Je weet wat het voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord is.
  • Je kunt het voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord spellen.

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
Wat gaan we vandaag doen?
- Korte herhaling 
- Voltooid en onvoltooid deelwoord
Leerdoel:
  • Je weet wat het voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord is.
  • Je kunt het voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord spellen.

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
Leg uit: hoe gebruik je
't ex-kofschip/'t sexy fokschaap?

Slide 2 - Open vraag

De peuter ... (morsen, vt) wat pap op zijn trui.
A
morsde
B
morsdde
C
morste
D
morstte

Slide 3 - Quizvraag

Ik ... (suizen, vt) voorbij op mijn racefiets.
A
suisde
B
suizde
C
suiste
D
suizte

Slide 4 - Quizvraag

Voltooid deelwoorden
Gezien
Gedanst
Verzameld
Gebakken

Slide 5 - Tekstslide

Noem eens een aantal voltooid deelwoorden.

Slide 6 - Woordweb

Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord: de handeling is afgerond (= voltooid).

Er staat in de zin een hulpwerkwoord bij van hebben, zijn of worden.
Het heeft gevroren. Wij zijn gestart. Jullie worden gekozen.

Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-.
Maar dat hoeft niet:
De muis werd verslonden. Hij heeft een programma ontwikkeld.


Slide 7 - Tekstslide

Vd bij sterke werkwoorden
Zitten - hij heeft gezeten.
  • Het voltooid deelwoord eindigt meestal op -en.
  • Gebruik de normale spellingsregels. 
Vd bij zwakke werkwoorden
Huilen - Hij heeft gehuild.
  • Het voltooid deelwoord eindigt op -d of -t.
  • Gebruik 't kofschip of ex-fokschaap, en infinitief zonder   -en: reizen - reiz - gereisd.

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de voltooid deelwoorden van:
snuiten, krijgen, oversteken?

Slide 9 - Open vraag

Wat zijn de voltooid deelwoorden van
beweren, bloeien, beantwoorden?

Slide 10 - Open vraag

De soep was nog steeds niet ... (opdienen).

Slide 11 - Open vraag

Iets anders.
Weet je het nog: wat is een onvoltooid deelwoord?

Slide 12 - Open vraag

Onvoltooid deelwoord
  • Onvoltooid = nog niet afgerond, nog bezig.
  • Geeft aan hoe iemand bezig is.
Ik wil juichend over de finishlijn gaan.
Huilend liep de leerling de klas uit.

  • Spelling: infinitief + d: lachen + d > lachend
Dansend, springend, fluisterend, nadenkend.

Slide 13 - Tekstslide

Onvoltooid deelwoord
Al ... (roeren) in de pan nam mijn moeder de telefoon aan.

Slide 14 - Open vraag

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
  • Van een vd en od kun je een bijvoeglijk naamwoord maken.
  • Gebruik de normale spellingsregels. Schrijf zo kort mogelijk.
  • Dus: alleen voor de uitspraak soms -dd of -tt.




  • Let op: vd op -en blijft op -en: gevouwen > het gevouwen blaadje


Slide 15 - Tekstslide

Deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:
Het ... (landen) vliegtuig
A
gelandde
B
gelande
C
gelanden
D
gelandte

Slide 16 - Quizvraag

Deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Een ... (bibberen) meisje
A
bibberend
B
bibberende
C
bibberendt
D
bibberent

Slide 17 - Quizvraag

Deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Een ... (winnen) wedstrijd
A
gewonne
B
gewonnen

Slide 18 - Quizvraag

Evaluatie vandaag

Slide 19 - Tekstslide

Evaluatie afgelopen weken

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk werkwoordspelling
Nieuw Nederlands hoofdstuk 7 Spelling

§ 15 Mixopdrachten: opdracht 2, 4, 6
Opdracht 2 en 6: een aantal zinnen, vul de juiste vorm van het werkwoord in
Opdracht 4: kies de juiste vorm van het werkwoord (d/t)


Slide 21 - Tekstslide

Dankjulliewel
en tot de volgende keer!

Slide 22 - Tekstslide

Thema C Kunst 
§5 Mening geven 
§6 Recensie (is ook een mening)

Slide 23 - Tekstslide

Waar moet je op letten
wanneer je in een discussie
je mening geeft?
(blz 171 §5)

Slide 24 - Woordweb

Waarom is het belangrijk?
- Duidelijk en precies zijn
- Onderbouwen met feiten en voorbeelden
- Toon en beheersing
- Emoties verklaren.

Slide 25 - Tekstslide

Lees de onderstaande stelling
Lees de onderstaande stelling: 

'Bij kunstvakken (tekenen, handvaardigheid, muziek, drama) moet er meer gelet worden op de praktijk dan op de theorie' 

Geef jouw mening. 
Denk aan de punten die we net besproken hebben.
Kun je jouw mening onderbouwen? 
(Blz 171 §5)

Slide 26 - Tekstslide


Schrijf hier jouw mening over de stelling:

'Bij kunstvakken (tekenen, handvaardigheid, muziek, drama) moet er meer gelet worden op de praktijk dan op de theorie'

Slide 27 - Open vraag

Nog een stelling om je mening over te geven:

'Cijfers geven voor kunstvakken zou verboden moeten worden'

Wat is hiervover jouw mening?
denk aan het onderbouwen van jouw mening.

Slide 28 - Tekstslide


Schrijf hier jouw mening over de stelling:

'Cijfers geven voor kunstvakken zou verboden moeten worden'

Slide 29 - Open vraag

§6 Recencies 
Wat zijn dat?

Slide 30 - Tekstslide

Recensies - wat zijn dat?

Slide 31 - Woordweb

Recensies:
Een beoordeling van een product, bijvoorbeeld een boek, verhaal, game, film, voorstelling, enz.
Het doel: een ander te overtuigen of te activeren.

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk:

◾ online leeromgeving: opdrachten over de werkwoorden.
◾ Uit je boek:
Je leest een recensie over de musical Shock (blz 175 tekst 2)
Beantwoord een aantal vragen 
Schrijf de antwoorden in je schrift 
of in een word-document. 

Succes weer komende week! 

Slide 33 - Tekstslide