1V H5 en 6 (ww)spelling

In deze les leer je
  • Spelling van bijzondere vormen van bijvoeglijke naamwoorden.
  • Gebruik van aanhalingstekens en dubbele punt. 
  • Werkwoordsvormen en -tijden herkennen in een zin. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

In deze les leer je
  • Spelling van bijzondere vormen van bijvoeglijke naamwoorden.
  • Gebruik van aanhalingstekens en dubbele punt. 
  • Werkwoordsvormen en -tijden herkennen in een zin. 

Slide 1 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een onvoltooid EN een voltooid deelwoord

Slide 2 - Woordweb

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden

Meeste eindigen op -en: houten, blikken, stenen, zilveren, gouden.

Let op uitzonderingen: nylon, plastic, fleece, canvas, velours. 

(On)voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Onvoltooid: verwoestend vuur
Voltooid: teleurgestelde coach

Zo kort mogelijk spellen: dus geen -tt- of -dd- schrijven, tenzij het voor de uitspraak noodzakelijk is. 

De teleurgestelde coach heeft na de nederlaag zijn ontslag ingediend. 
De bekladde muur is eindelijk schoongemaakt. 



Slide 3 - Tekstslide

De ..... spijkers zijn kromgetrokken.
A
verroeste
B
verroestte
C
verroesdde
D
verroesde

Slide 4 - Quizvraag

De ...... automobilist kon net op tijd stoppen voor het rode licht.
A
verblinde
B
verblindde
C
verblind
D
verblindte

Slide 5 - Quizvraag

Op het .... aanrecht, lagen de .... handschoenen voor de afwas.
A
kunststof, plastikken
B
kunststof, plastic
C
kunststoffen, plastic
D
kunststof, plastikken

Slide 6 - Quizvraag

Werkwoordsvormen

Infinitief: hele ww (rennen)

Pvtt: persoonsvorm tegenwoordige tijd (ren, rent, rennen)

Pvvt: persoonsvorm verleden tijd (rende, renden)

Vd: voltooid deelwoord (gerend)

Od: onvoltooid deelwoord (rennend) 


Werkwoordstijden
  1. Begin bij de persoonsvorm : tt of vt 
  2. Let daarna op voltooide deelwoorden die onderdeel zijn van het gezegde (pas op dat het geen bijv. naamwoorden zijn)

Pvtt? -> ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
Milan zie je altijd in het drievoudige in Teams. 

Pvvt? -> ovt (onvoltooid verleden tijd)
Milan zag je altijd in het drievoudige in Teams

Pvtt + vd -> vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
Daniel is heel erg vooruit gegaan met Nederlands. 

Pvvt + vd -> vvt (voltooid verleden tijd)
Daniel was heel erg vooruit gegaan met Nederlands. 

Slide 7 - Tekstslide

Geef de tijd aan van onderstaande zin:

Waarom hadden de opstandelingen deze beroemde beelden vernietigd?
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 8 - Quizvraag

Geef de tijd aan van onderstaande zin:

De teleurgestelde leerlingen verlieten boos het lokaal.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 9 - Quizvraag

Directe rede: iemand citeren
Jan zei: 'Ik vind al die spellingsregels zo saai.'


Altijd aanhalingstekens gebruiken.
Aanhalingstekens horen NA het leesteken, dus ook NA een vraagteken of uitroepteken. 
Indirecte rede: vertellen wat iemand heeft gezegd
Jan zei dat hij die spellingsregels zo saai vindt. 

Gedachten vertellen
Jan dacht: ik vind spellingsregels zo saai. 

Geen aanhalingstekens gebruiken. 

Slide 10 - Tekstslide

Gaan jullie vandaag nog naar school, vroeg moeder aan mij.
A
Wel aanhalingstekens
B
Geen aanhalingstekens

Slide 11 - Quizvraag

Moeder dacht zou Jan vandaag naar school moeten of heeft hij online les?
A
Wel aanhalingstekens
B
Geen aanhalingstekens

Slide 12 - Quizvraag

Gebruik dubbele punt
  • Opsomming
Enkele voorbeelden van stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden: houten, zilveren en gouden. 
  • Toelichting
Sommige stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden eindigen niet op -en, zoals: plastic, nylon en velours.  
  • Citaat (als deze achterin staat) 
Jan zei: 'Ik vind al die spellingsregels zo saai.'
'Ik vind al die spellingsregels zo saai', zei Jan. 

Slide 13 - Tekstslide

Herschrijf de zin met zorg voor de juiste spelling en leestekens.
de meester zei simon is een slim leerling.

Slide 14 - Open vraag

In dit onderdeel heb ik het meeste vertrouwen bij de toets.
Spelling van stoffelijke bijv. nw.
Spelling van deelwoorden als bijv. nw.
Herkennen van de werkwoordstijden
Herkennen van de werkwoordsvormen
Juiste gebruik van dubbele punt
Juiste gebruik van aanhalingstekens.
Herkennen van deelwoorden als bijv. nw.

Slide 15 - Poll

In dit onderdeel heb ik het MINSTE vertrouwen bij de toets.
Spelling van stoffelijke bijv. nw
Spelling van deelwoorden als bijv. nw.
Herkennen van de werkwoordstijden
Herkennen van de werkwoordsvormen
Juiste gebruik van dubbele punt
Juiste gebruik van aanhalingstekens.
Herkennen van deelwoorden als bijv. nw.

Slide 16 - Poll