Tekstsoorten

NEDERLANDS
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • terugblik vorige les
  • bespreken huiswerk
  • theorie tekstsoorten 
  • opdrachten maken
  • stukje lezen uit 'confrontaties'

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les

Onderwerp, deelonderwerpen en hoofdgedachte


Wat weten jullie nog?

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken huiswerk


Opdracht 10 t/m 16 (P.36 uit gele Kernboek)

Slide 4 - Tekstslide

Tekstsoorten (vormen)
  • mondeling
  • schriftelijk
  • digitaal of op papier
  • kort / lang
  • met / zonder afbeeldingen
  • ....

Slide 5 - Tekstslide

Tekstsoorten
Wat is het doel van:

  • de Donald Duck (stripboek)?
  • je lesboek? 
  • een betoog?
  • een flyer van een sportschool?

Slide 6 - Tekstslide

Tekstsoorten
Wat is het doel van:

  • de Donald Duck (stripboek)? Amuseren/vermaken
  • je lesboek? Informeren
  • een betoog? Overtuigen
  • een flyer van een sportschool? Activeren

Slide 7 - Tekstslide

Verhalende tekstsoorten
  • vertelling --> delen van een persoonlijke ervaring
    (dagboek, autobiografie)

  • verhaal --> amuseren of tot nadenken aanzetten door een verhaal te verzinnen 
    (roman, mop, sprookje)

Slide 8 - Tekstslide

Feitelijke tekstsoorten
  • Verslag --> objectieve beschrijving
  • Procedure --> instrueren (bijv. recept of handleiding)
  • Uiteenzetting --> informeren (menukaart, krantenartikel)
  • Oproep --> activeren (uitnodiging, reclame)

Slide 9 - Tekstslide

Waarderende tekstsoorten
  • Beschouwing --> verschillende gezichtspunten
    (essay, beschouwend artikel/beschouwende toespraak)
  • Betoog --> overtuigen (klachtenbrief, betogend artikel)
  • Respons --> reageren (recensie, productreview)

Slide 10 - Tekstslide

Als je weet met welke tekstsoort je te maken hebt, weet je vaak ook wat het doel is. En andersom.


Maar let op: bijv. brief
--> kan informerend zijn (informeren over een bijeenkomst) maar ook activerend (oproep om een prik te halen o.i.d.)

Slide 11 - Tekstslide

Vaak heeft een tekst meerdere doelen


Bijv. eerst informatie geven over een onderwerp en daarna proberen te overtuigen

Slide 12 - Tekstslide

Taalgebruik
Elke tekstsoort heeft dus een bepaald doel (of doelen).


Daarnaast kenmerkt een tekstsoort zich door een specifiek taalgebruik

Slide 13 - Tekstslide

Welk taalgebruik verwacht je in:

  • instructie (menukaart, routebeschrijving, ...)?
  • rapport/verslag?
  • verhaal?

Slide 14 - Tekstslide

Vaak herken je tekstsoorten al aan de opmaak



Kijk maar eens naar de volgende slides






Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Kortom, om de tekst goed te kunnen begrijpen is het van belang om te weten wat het doel is. 

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak: 1 t/m 6  (P. 38 van werkboek)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Volgende les
Huiswerk:
- vraag 1 t/m 6 (P. 38 van werkboek Kern)
- stuk lezen uit confrontaties (zie magister)


Theorie: inleiding, kern, slot

Slide 22 - Tekstslide