In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Leesvaardigheid oefenen
VWO3
Slide 1 - Tekstslide
Wat het antwoord is op de vraag van Ingrid in de titel ?
TEKST 1 :
Quel est ton plus beau souvenir d’été ?
Ingrid
Me baigner dans la piscine à 3h du matin avec ma meilleure amie Lola !
On reste à discuter et quand tout le monde dort, on met nos maillots de bain. On passe par la fenêtre à l’eau ! Il y a souvent des bruits inquiétants, parfois de l’orage et mon père qui finit par nous découvrir quand il va promener le chien le matin !
Diego
La Corse avec mes meilleurs amis
On avait tout organisé seuls, on était super libres chez le père d’un copain. Le soir sur la plage, on écoutait des groupes de musique, on faisait des blagues, draguait des filles … . On avait un sentiment d’indépendance !
D’après : Phosphore, septembre 2014.
Slide 2 - Tekstslide
1. Wat is het antwoord van Ingrid op de vraag in de titel?
A
Tijdens een onweersbui samen stiekem buiten blijven met haar beste vriendin.
B
Met de hond wandelen samen met haar beste vriendin.
C
‘s Nachts gaan zwemmen met haar beste vriendin.
D
Op vakantie gaan met haar beste vriendin
Slide 3 - Quizvraag
Wat was het belangrijkst voor Diego?
TEKST 1 : Quel est ton plus beau souvenir d’été ?
Ingrid
Me baigner dans la piscine à 3h du matin avec ma meilleure amie Lola !
On reste à discuter et quand tout le monde dort, on met nos maillots de bain. On passe par la fenêtre à l’eau ! Il y a souvent des bruits inquiétants, parfois de l’orage et mon père qui finit par nous découvrir quand il va promener le chien le matin !
Diego
La Corse avec mes meilleurs amis
On avait tout organisé seuls, on était super libres chez le père d’un copain. Le soir sur la plage, on écoutait des groupes de musique, on faisait des blagues, draguait des filles … . On avait un sentiment d’indépendance !
D’après : Phosphore, septembre 2014.
Slide 4 - Tekstslide
2. Wat is het belangrijkst voor Diego?
A
de partir avec des amis
B
de s'amuser sur la plage
C
d'être en Corse
D
d'être indépendant
Slide 5 - Quizvraag
Wat lees je in de inleiding?
Slide 6 - Tekstslide
3. Wat staat er in de inleiding? (je kunt inzoomen)
A
de mening van de auteur over dit onderwerp
B
een interessant detail uit de tekst
C
een korte anekdote
D
een korte samenvatting van de tekst
Slide 7 - Quizvraag
4. wat is het doel van de FREESKI academy? (zoom in!)
A
alle skidisciplines samenbrengen in één school
B
de skimogelijkheden in Frankrijk uitbreiden
C
kampioenen FREESKI opleiden
D
skiërs in contact brengen met FREESKI
Slide 8 - Quizvraag
5. waar is de FREESKI Academy gevestigd en waarom?
A
In Sotchi sinds 2014 vanwege de Olympische spelen
B
Le Lieu, omdat het erg gewaardeerd wordt door Freeriders
C
In de Alpen, omdat er nog geen skischool voor beginners van extreem skiën was.
D
In les Arcs, om liefhebbers van extreem skiën op hoog niveau te trainen.
Slide 9 - Quizvraag
6. Wat is niet bij de prijs van 1500 euro inbegrepen?
A
skilessen en materiaal
B
verblijf in hotel 'Carte Neige'
C
verzekering
D
wedstrijddeelnemerskaart 'Carte Neige'
Slide 10 - Quizvraag
7. Waar gaat de tweede helft van de tweede alinea over (vanaf Pour le prix...)
A
over de kosten van de verschillende cursussen
B
over de vereiste vooropleiding voor de Freestyle academy
C
over de verschillende specialisaties die je kunt doen op de Freestyle academy
D
over het lesprogramma van de freestyle academy
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
8. Geef aan of de bewering juist of niet juist is : De Train des Neiges rijdt alle dagen behalve in schoolvakanties
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
9. het treinkaartje is gratis voor vijfjarigen
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
10. Met het treinkaartje krijg je korting op de skiliften
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
11. kan ik donderdagmiddag 7 januari een kaartje voor zondag 10 januari reserveren?
A
ja, dat kan
B
nee, dat kan niet
C
alleen wanneer je online reserveert via www.ter-sncf.com/paca
D
alleen via telefoonnummer : 0800 11 40 23
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
12. Wat maakt Elisabeth 'boos'? (inleiding)
A
Als men zegt dat ze niet goed rugby speelt
B
Als men zegt dat ze weinig talent heeft voor dansen en gym
C
Als men zegt dat rugby alleen voor jongens is
D
Als men zegt dat jongens beter zijn in rugby dan meisjes
Slide 18 - Quizvraag
13. Waarom twijfelde Elisabeth niet om zich in te schrijven voor de rugby school in Herm? (1e alinea)
A
Ze werd niet echt geaccepteerd bij de club in Dax
B
Ze wilde in een bekend team spelen
C
In Herm kon ze meedoen met wedstrijden
D
De stad Herm is dichterbij haar huis
Slide 19 - Quizvraag
14. Welk verschil noemt de trainer NIET tussen meisjes- en jongensrugby? (alinea 2)
A
meisjes houden de bal minder lang voor zichzelf
B
meisjes blesseren zich erg vaak
C
meisjes spelen minder agressief en wat rustiger
D
bij de meisjes is de bal langer in het veld
Slide 20 - Quizvraag
15. Hoe komt het dat Elisabeth zo enthousiast is geworden voor rugby? (alinea 2)
A
Haar familie is sportief, haar oom speelde voetbal in het nationaal elftal
B
Haar familie is sportief, voordat ze geboren was speelde haar vader al Rugby
C
Haar familie is sportief, haar oom Marc is een bekende rugbyspeler
Slide 21 - Quizvraag
16. Waarom kan Elisabeth nog niet meedoen aan wedstrijden? (alinea 3)
A
de meisjes kennen nog niet alle regels van het spel
B
er zijn nog geen andere meisjesteams in de leeftijdscategorie van Elisabeth
C
het team moet nog veel trainen om het juiste niveau te hebben
Slide 22 - Quizvraag
17. Welke bewering is waar? (alinea 4)
A
Elisabeth is verliefd op Alexander
B
Elisabeth houdt niet van vissen
C
Elisabeth past wel eens op bij de buren
D
Elisabeth trekt er graag in haar eentje op uit
Slide 23 - Quizvraag
TEKST 5 18. Welke mededeling wordt hier gedaan? Bistro le Scaramouche :
A
gaat op 22 augustus definitief dicht
B
heet vanaf 22 augustus l'Hostellerie de la Porte Bellon
C
is tussen 30 juli en 21 augustus ook op zondag en maandag open
D
is van 30 juli tot en met 21 augustus gesloten
Slide 24 - Quizvraag
Tekst 6
Slide 25 - Tekstslide
19. wat verkoopt het bedrijfje van Anaïs en haar klasgenoten?
A
boeken met eenvoudige recepten voor koekjes
B
ingrediënten en recepten om zelf koekjes te bakken
C
spulletjes om koekjes op verschillende manieren te versieren
Slide 26 - Quizvraag
20. Welke bewering over het bedrijfje van Anaïs is waar? (alinea 2)
A
het koopt suiker, meel en chocola bij één en hetzelfde bedrijf
B
het schenkt de opbrengst aan een goed doel
C
het wordt gesponsord door de vereniging Autisme Aube
Slide 27 - Quizvraag
21. Wat gebeurt er nadat het bedrijfje van Anaïs en haar klasgenoten op televisie is geweest?
A
er wordt op sociale media veel over het bedrijf gesproken
B
het aantal bestellingen neemt toe
C
klanten vragen om nieuwe recepten
D
ze worden gevraagd voor andere televisieprogramma's
Slide 28 - Quizvraag
tekst 7
Slide 29 - Tekstslide
22. Wat wordt er gezegd over de pasgeboren leeuwtjes in de dierentuin van Amnéville? (alinea 1)
A
het zijn allemaal mannetjes
B
hun namen zijn door kinderen bedacht
C
ze hebben een erg oude vader
D
ze hebben verschillende vaders
Slide 30 - Quizvraag
23. Waarom kunnen de jonge leeuwtjes NIET in Afrika gaan wonen (alinea 2)
A
ze kunnen daar niet voor hun eigen voedsel zorgen
B
ze worden daar gedood door jagers
C
ze worden daar verjaagd door Afrikaanse leeuwen
D
ze zijn agressief en vallen daar zeldzame dieren aan
Slide 31 - Quizvraag
24. Wat gebeurt er met de leeuwtjes? (derde alinea)
A
Er wordt een andere leeuwenfamilie voor hen gevonden in Frankrijk.
B
De leeuwtjes worden al na een paar maanden overgeplaatst naar een andere dierentuin.
C
Ze groeien op in de dierentuin totdat ze een eigen familie kunnen stichten.
D
Zodra ze volwassen zijn gaan ze naar een dierentuin aan de andere kant van de wereld