2H - Naamvallen

Naamvallen 3H
der / ein Gruppe
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Naamvallen 3H
der / ein Gruppe

Slide 1 - Tekstslide

Naamvallen... Wat weet je eigenlijk nog?

Slide 2 - Woordweb

Waar staat de 1e naamval voor?
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Lijdend voorwerp
C
Onderwerp
D
Meewerkend voorwerp

Slide 3 - Quizvraag

Lijdend voorwerp is de ..... naamval
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 4 - Quizvraag

Meewerkend voorwerp is de .... naamval
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 5 - Quizvraag

Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
Zin vragend maken
B
wie/wat + pv
C
wie/wat + onderwerp + gezegde
D
aan wie/voor wie

Slide 6 - Quizvraag

Hoe vind je het lijdend voorwerp in de zin?
A
zin vragend maken
B
wie/wat + pv
C
wie/wat+onderwerp + gezegde
D
aan wie/voor wie

Slide 7 - Quizvraag

Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin?
A
zin vragend maken
B
wie/wat + pv
C
wie/wat + onderwerp + gezegde
D
aan wie/voor wie

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
geslacht opzoeken - zinsdelen bepalen - ontleden - der/ein-groep nodig

Slide 9 - Open vraag


Slide 10 - Open vraag

Ich habe d..... Chef (m) endlich mal d..... Wahrheit (v) gesagt.

Slide 11 - Open vraag

Sie können (de) Arzt Ihr Rezept geben.

Slide 12 - Open vraag

Er schreibt (zijn) Freundin (een) Brief (m).

Slide 13 - Open vraag

(Haar) Bruder geht in die Hauptschule

Slide 14 - Open vraag

Soll ich (jouw) Mutter (een) Kaffee (m) bringen?

Slide 15 - Open vraag

Willst du (dit) Formular (o) ausfüllen?

Slide 16 - Open vraag

(Welk) Fernsehprogramm (o) sieht (jullie) Vater am liebsten?

Slide 17 - Open vraag