Hoofdstuk 3 Het grootboek bijhouden
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waarom gebruik je het grootboek?
A
Alle antwoorden zijn juist.
B
Scheelt tijd bij het inboeken.
C
Overzichtelijk
D
Dit is een wettelijke verplichting.
Slide 2 - Quizvraag
Grootboeken zijn...
A
Balansposten
B
Spaarsaldo's
C
Berekeningen
D
Bankrekeningen
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Video
Hoe noemen we de balansrekeningen vanaf nu?
A
Rekeningen
B
Balansrekeningen
C
Rekeningen van bezit
D
Grootboekrekeningen
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
Wat is de juiste boekingsregel voor schuld en EV?
A
S/EV+D en S/ EV-C
B
S/EV-D en S/ EV-C
C
S/EV-D en S/ EV+C
D
S/EV+D en S/ EV+C
Slide 7 - Quizvraag
Rekening van schuld
Wordt kleiner of verdwijnt
Rekening van eigen vermogen
Rekening van bezit
Het bedrag in de debetkolom opschrijven
Het bedrag in de creditkolom opschrijven
Wordt groter of ontstaat
-
S
EV
D
+
C
B
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Alle grootboekrekeningen bij elkaar noem je ...
A
De balans
B
De boekingen
C
De financiële feiten
D
Het grootboek
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen bezit en schuld/eigen vermogen?
Slide 12 - Open vraag
De rekening van crediteuren wordt tijdens het openen van een grootboek...
A
Gedebiteerd
B
Gecrediteerd
Slide 13 - Quizvraag
De rekening van voorraad wordt tijdens het openen van een grootboek...
A
Gedebiteerd
B
Gecrediteerd
Slide 14 - Quizvraag
De rekening van eigen vermogen wordt tijdens het openen van een grootboek...
A
Gedebiteerd
B
Gecrediteerd
Slide 15 - Quizvraag
Welke rekeningen veranderen er bij een contante verkoop?
Crediteur
Debiteur
Bank
Eigen vermogen
Voorraad
Kas
Opbrengst verkopen
Inkoopwaarde verkopen
