Herh 1.1 + 1.2

Wat gaan we doen?
Week 40- les 2

1 Controle hw + nakijken 1.1 + 1.2 (20 min) 
2 Oefen toets via LessonUp (15 min)
3 SO 1.1+1.2 opgeven + uitleg hoe te leren (10 min) 

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Week 40- les 2

1 Controle hw + nakijken 1.1 + 1.2 (20 min) 
2 Oefen toets via LessonUp (15 min)
3 SO 1.1+1.2 opgeven + uitleg hoe te leren (10 min) 

Slide 1 - Tekstslide

1 Wat hoort er niet op een kaart?
A
Legenda
B
Titel
C
noordpijl
D
de kosten

Slide 2 - Quizvraag

2 Kleine straten, weinig groen, arm. Welk deel van Teheran is dit?
A
Noorden
B
Zuiden
C
Westen
D
Oosten

Slide 3 - Quizvraag


3 Wanneer je aan het ........ bent, zie je een steeds groter deel van het gebied.
A
Inzoomen
B
Uitzoomen

Slide 4 - Quizvraag


4 Wanneer je aan het ........ bent, zie je steeds meer details  van het gebied.
A
Inzoomen
B
Uitzoomen

Slide 5 - Quizvraag

5 Wat mist er op deze kaart?
A
Legenda
B
Noordpijl
C
Schaal
D
Titel

Slide 6 - Quizvraag

6 Wat de afstand in km?
De afstand van het Centraal Station naar de Dam is op de kaart 5 cm. De schaal van de kaart is 1:20.000.
A
0,1 km
B
1 km
C
0,2 km
D
2 km

Slide 7 - Quizvraag

7 Een kaart met één onderwerp noem je ook wel een......

Slide 8 - Open vraag


8 Waar of niet waar?
Van continentale schaal naar regionale schaal ben je aan het uitzoomen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag


9 Iemand doet twee uitspraken.
I: Je gebruikt bij aardrijkskunde vaak kaarten, omdat op kaarten veel informatie over gebieden staat.
II: Een kaart heeft niet per se een titel nodig. Als je op de kaart maar kunt zien om welk gebied het gaat.
Welke uitspraak is goed? 
A
I is goed
B
II is goed
C
I en II zijn goed
D
I en II zijn beide fout

Slide 10 - Quizvraag

10 Wat is een handig ezelsbruggetje als je wilt weten hoeveel kilometer je schaalgetal is, bijvoorbeeld

in 1 : 500.000?

A
Je streept dan 2 nullen weg.
B
Je streept dan 5 nullen weg.
C
Je zet er 2 nullen bij.
D
Je zet er 5 nullen bij.

Slide 11 - Quizvraag

11 Schaal is 1: 1.000.000
Hoeveel km is 2 cm op de kaart?
A
2 km
B
20 km
C
200 km
D
2000 km

Slide 12 - Quizvraag


Wij eten het op.
Wij eten het op.
Wij eten het op.
12 Noem de 5 schaalniveau's

Slide 13 - Open vraag

13 Wat kun je zien op een overzichtskaart?

Slide 14 - Woordweb