4.3 Het Ancien Regime

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Verlichting en Revolutie

4.3 Het Ancien Regime

Wat gaan we doen?

 

1. Leerdoelen terugkoppeling

2. Leerdoelen 

3. Theorie

4. Aan de slag 

5. Leerdoelen nabespreken

 

Leerdoelen terugkoppeling

 

1. Je weet wat we bedoelen met Verlichting en Rationalisme.

2. Je weet twee verlichte denkers en hun ideeen te noemen. 

3. Je weet wat de scheiding der machten inhoud. 

 

Leerdoelen

 

1. Je weet wat we bedoelen met de standenmaatschappij en welke standen dit zijn. 

2. Je weet de betekenis van het Ancien Regime.

3. Je weet wie Rousseau was. 

 

Theorie

 

Voor de Franse Revolutie, in de tijd die later het Ancien Regime zou heten, stond de koning aan het hoofd van de regering. Hij nam alle belangrijke beslissingen: zoals over belastingen, strafzaken of oorlogen. De koningen gingen er van uit dat zij hun macht rechtstreeks van God hadden gekregen! 

Opschrijven:

Het Ancien Regime was de oude standenmaatschappij van Frankrijk waarbij de koning er boven staat en de meeste macht had. 

Theorie

 

Net zoals de meeste Europese landen was de Franse samenleving een standenmaatschappij. De grote verschillen hier tussen was enorm groot en werd in de tijd van de Verlichting (?) steeds een groter discussiepunt! 

Opschrijven: 

De standenmaatschappij bestaat uit drie standen van sociale lagen waarbij sommige standen meer meer macht en rechten hebben dan andere standen. 

Theorie

 

1. Welke standen zien we hier afgebeeld? 

2. Wat wordt er met deze tekening bedoeld? 

Theorie

 

• De Eerste stand is de Geestelijkheid (de kerk). Meeste land in bezit maar geen belasting betalen. 
• De Tweede stand is de adel. Hoeven ook geen belasting te betalen want betalen al met hun 'bloed'. 
• De Derde stand is de rest van de bevolking. Alleen deze stand betaalt belasting. 

Theorie

 

1. Welke standen zien we hier afgebeeld? 

2. Wat wordt er met deze tekening bedoeld? 

Theorie

 

De Derde stand was natuurlijk erg ontevreden. En vonden veel gehoor bij de Verlichte filosofen (Welke 2?). 

Een andere bekende filosoof is Rousseau.. 

Aan de slag 

 

1. Pak je werkboek en maak de opdrachten die horen bij paragraaf 3 (0,5 bonus op toets).  iPad is WEG! 

2. Expertniveau: Wie was Rousseau? Waar is hij bekend om geworden? Waarin verschilt hij van Montesquieu? 

 

Leerdoelen nabespreken

 

1. Je weet wat we bedoelen met de standenmaatschappij en welke standen dit zijn. 

2. Je weet de betekenis van het Ancien Regime.

3. Je weet wie Rousseau was.