In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Verlichting
Slide 1 - Woordweb
Agenda
1.Vraag van vandaag
2.Uitleg
3. Aan de slag!
4. Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Vraag van vandaag
Hoe kon de Verlichting ontstaan, op welke maatschappelijke vlakken had de Verlichting invloed en wat was die invloed?
Slide 3 - Tekstslide
Verlichting
'Periode (18e eeuw) waarin een kritische houding ontstond tegenover geloof en traditie en een groot vertrouwen in de mogelijkheid de wereld rationeel te doorgronden.'
Slide 4 - Tekstslide
Verlichting
Rationalisme leidt tot een ideale samenleving:
- sociale verhoudingen
- rechtspraak
- politiek
- godsdienst
- economie
Slide 5 - Tekstslide
Verlichtingsideeën
- verstand en rede gebruiken (rationalisme en empirisme)
- strijden tegen misbruik van kerk en staat:
* tegen absolutisme (voor volkssoevereiniteit)
* voor religieuze tolerantie
* tegen standensamenleving
> verschil tussen gematigde en radicale stromingen
Slide 6 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat rationalisme is.
Slide 7 - Open vraag
Leg in je eigen woorden uit wat empirisme is.
Slide 8 - Open vraag
Interview afnemen
A
Empirisme
B
Rationalisme
Slide 9 - Quizvraag
Filosofische redenering
A
Empirisme
B
Rationalisme
Slide 10 - Quizvraag
Onderzoek naar Julius Caesar
A
Empirisme
B
Rationalisme
Slide 11 - Quizvraag
Europa 18e eeuw
verschillende bestuursvormen:
- absoluut vorst(Frankrijk)
- regenten en stadhouder (Republiek)
- koning en parlement (Engeland)
traditie en geloof (nog) erg belangrijk
Slide 12 - Tekstslide
Wetenschappelijke Revolutie
systematisch kennis verwerven:
- empirisme (waarneming)
gevolgen:
- ontdekking van natuurwetten
- vooruitgangsgedachte
Slide 13 - Tekstslide
Verlichting
Rationalisme leidt tot een ideale samenleving:
en opkomst rationalisme
- sociale verhoudingen
- rechtspraak
- politiek
- godsdienst
- economie
Slide 14 - Tekstslide
Sociale verhoudingen
Uitgangssituatie: - veel ongelijkheid
- standensamenleving
Verlichte denkers:
- alle mensen hebben natuurrechten
- gelijkheid voor alle achtergestelde groepen
- vrijheid voor individuele burger
Slide 15 - Tekstslide
Rechtspraak
Uitgangssituatie: - lijfstraffen
- bewijzen in rechtspraak vaak onbetrouwbaar
Verlichte denkers:
- straffen moeten doel dienen
- mensen moeten hun leven kunnen verbeteren
- geen lijstraffen/doodstraf
Slide 16 - Tekstslide
Politiek
Uitgangssituatie: - absolutisme
- koning en parlement
- regenten
Verlichte denkers:
- sociaal contract (John Locke)
- Trias Politica (Charles Montesquieu)
- algemene wil (Jean-Jacques Rousseau)
Slide 17 - Tekstslide
Sociaal contract
Uitgangssituatie:
vorst heeft absolute macht door droit divin
Locke
contract tussen burgers en vorst:
* burgers dragen taken over aan vorst
* vorst beschermt burgers door wetgeving
* als een vorst dit niet goed doet, mag hij afgezet worden
John Locke (1632-1704)
Slide 18 - Tekstslide
Trias Politica
(Montesqiue)
Kenmerken: - uitvoerende macht (regering)
- wetgevende macht (parlement)
- rechterlijke macht (rechtspraak)
DEMOCRATIE
Slide 19 - Tekstslide
Algemene wil
Uitgangssituatie:
vorst heeft absolute macht door droit divin
Rousseau
* alle mensen zijn gelijk
* soevereiniteit ligt bij het volk
* directe democratie
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)
Slide 20 - Tekstslide
Locke en Rousseau
Locke
volk = adel + rijke burgers
(Engeland)
Rousseau volk = alle burgers
(Frankrijk)
uitgangspunt:
alle mensen zijn gelijk
dus: volkssoevereiniteit
uitgangspunt:
beperkte groep burgers vormen het volk
Slide 21 - Tekstslide
Godsdienst
Uitgangssituatie: - (natuur)rampen zijn een straf van God
- De Bijbel is de waarheid/leidend
- bijgeloof
Slide 22 - Tekstslide
Godsdienst
Verlichte denkers:
- mechanistisch wereldbeeld/deïsme
- religieuze tolerantie (Voltaire)
- scheiding kerk en staat
- God is de schepping (Spinoza)
Francois-Marie Arouet (Voltaire) (1694-1778)
Baruch Spinoza (1632-1677)
Slide 23 - Tekstslide
Vraag van vandaag
Hoe kon de Verlichting ontstaan, wie waren de hoofdrolspelers ,op welke maatschappelijke vlakken had de Verlichting invloed , en wat was die invloed?