Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordenschat blok 7, les 1-2-3
Woordenschat blok 7, les 1-2-3
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 4
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordenschat blok 7, les 1-2-3
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent:
de actie
A
iets duurder maken
B
iets wat je doet om meer te verkopen
C
start van een filmopname
D
iets meemaken
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent:
beleven
A
dromen
B
op de bank hangen
C
iets meemaken
D
dat je heel aardig doet
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent:
compleet
A
alles wat erbij hoort, is er
B
onvolledig
C
overal ligt nog wat
D
waar je iets mee kunt maken
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent:
een koopje
A
je kunt het niet kopen
B
het is heel duur
C
er staat geen prijs op
D
het is heel goedkoop
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent:
schitterend
A
heel lelijk
B
overal glitters
C
doet pijn aan je ogen
D
heel mooi
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent:
actief
A
stevig vasthouden
B
op de bank hangen
C
bezig zijn
D
slapen
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent:
brainstormen
A
samen over iets nadenken om op een idee te komen
B
niet overleggen, maar alles zelf bedenken
C
zeggen dat iemand niet bang hoeft te zijn
D
iets vervelend vinden
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent:
het materiaal
A
het is heel goedkoop
B
alles waarvan je iets kunt maken
C
niet meer dan
D
alles wat erbij hoort, is er
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent:
geruststellen
A
iemand laten schrikken
B
boos kijken
C
als iets of iemand er niet is
D
zeggen dat iemand niet bang hoeft te zijn
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent:
de liefhebber
A
iemand die veel van je houdt
B
iemand die heel lief is
C
iemand die erg van iets houdt
D
iemand die graag spullen heeft
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent:
met alles erop en eraan
A
met alles wat erbij hoort
B
overal ligt iets
C
het is niet compleet
D
je hoeft er minder voor te betalen
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent:
zich ergeren
A
een spelletje spelen
B
heel erg genieten
C
blij kijken
D
iets vervelend vinden
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent:
de korting
A
als iets veel duurder is
B
als je het gratis mee mag nemen
C
als je minder hoeft te betalen dan normaal
D
als je wat kleiner bent
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent:
de tegenspeler
A
de persoon tegen wie je een spel speelt
B
iemand duwen
C
een handpop waarmee je theater speelt
D
iemand die tegenover je staat
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent:
tegen je verlies kunnen
A
altijd alles verliezen
B
spullen kwijtraken
C
je gaat huilen als je niet wint
D
je vindt het niet erg als je niet wint
Slide 16 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Folder bekijken
September 2023
- Les met
22 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
Woordenschat blok 7
Mei 2023
- Les met
10 slides
Taal
Primary Education
Age 8
Woordenschat week 14
Juni 2022
- Les met
31 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
groep 4 taal actief t6 woordenschat
April 2021
- Les met
29 slides
Taal
Basisschool
Groep 4
Taal woordenschat blok 7
Mei 2022
- Les met
17 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Nederlands Film Festival: Queer day: To bi or not to bi
Oktober 2022
- Les met
16 slides
door
Filmeducatie
Mens & Maatschappij
Filmeducatie
+2
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
Filmeducatie
Rekenquiz Lockdown 4
Januari 2021
- Les met
16 slides
Rekenen
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
TH5D week 37
September 2019
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5