Folder bekijken
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat kosten 4 tompoucen?
A
€ 0,99
B
€ 1,99
C
€ 3,79
D
€ 4,99
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel broodjes koopje voor € 1,98?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 5 - Quizvraag
Het bed is in de aanbieding.
Wat kostte het bed eerst?
Wat kostte het bed eerst?
A
€ 89
B
€ 129
C
€ 189
D
weet ik niet
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel potten groente koop je voor € 6 ?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel korting krijg je op Lassie rijst?
A
10%
B
20%
Slide 8 - Quizvraag
Wat kost de sla?
Slide 9 - Open vraag
Wat kost de vis?
€
€
Slide 10 - Open vraag
Van wie krijg je geen folder?
A
groenteboer
B
Action
C
huisarts
D
telefoonwinkel
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent 'korting'?
A
Het kost meer geld.
B
Het kost minder geld.
Slide 12 - Quizvraag
In de winkel krijg je 10% korting.
De broek kost € 65.
Hoeveel korting krijg je?
De broek kost € 65.
Hoeveel korting krijg je?
A
€ 6,50
B
€ 58,50
C
€ 60,00
D
€ 6,00
Slide 13 - Quizvraag
120 euro 10% korting
Hoeveel euro korting krijg je?
Hoeveel euro korting krijg je?
A
120 euro
B
0,12 euro
C
12 euro
D
20 euro
Slide 14 - Quizvraag
Ik moet € 398,- betalen.
Ik krijg 10% korting.
De korting is:
Ik krijg 10% korting.
De korting is:
A
€ 398,-
B
€ 3,98
C
€ 0,39
D
€ 39,80
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel procent korting krijg je?
Slide 16 - Woordweb
Wat vraagt de serveester?
Slide 17 - Open vraag
Waarom het belangrijk is om een bonnetje te vragen als je iets duurs koopt.
Slide 18 - Open vraag
Het Dageraad Brood is in de aanbieding.
Hoeveel kosten 2 broden in de aanbieding?
Hoeveel kosten 2 broden in de aanbieding?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Vond je deze les moeilijk of makkelijk?
Moeilijk!
Een beetje moeilijk
Een beetje makkelijk
Makkelijk
