Onregelmatige werkwoorden
- Je schrijft deze niet volgens de regels
Voorbeeld: werkwoord 'willen' werkwoord 'zullen'
ik wil ik zal
jij wil/wilt jij zal/zult
hij/zij/het/men wil hij/zij/het/men zal
wij/jullie/zij willen wij/jullie/zij zullen
(vd) ik heb gewild (vd) -
Andere onregelmatige werkwoorden: hebben, mogen, kunnen en zijn