11.1 - Man en vrouw V2

Hoofdstuk 11 - Voortplanting
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 11 - Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 11 - Voortplanting
11.1 - Man en vrouw
11.2 - Bevruchting
11.3 - Zwangerschap
11.4 - Je lijkt op...

Slide 2 - Tekstslide

Ander woord voor penis en vagina

Slide 3 - Woordweb

11.1 - Man en vrouw

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je weet wanneer een jongen vruchtbaar is
Je weet hoe zaadcellen worden gemaakt en welke route ze afleggen
Je weet wanneer een meisje vruchtbaar is
Je begrijpt hoe de menstruatiecyclus werkt
Je weet hoe de menstruatiecyclus wordt geregeld

Slide 5 - Tekstslide

Hoera, een baby geboren !!

Slide 6 - Tekstslide

Primaire en secundaire geslachtskenmerken man
secundaire  geslachts-kenmerken
primaire
geslachts-kenmerken

Slide 7 - Tekstslide

Primaire en secundaire geslachtskenmerken vrouw
primaire
geslachts-
kenmerken
secundaire 
geslachts-
kenmerken

Slide 8 - Tekstslide

Vruchtbaarheid
Vanaf puberteit
Jongen: zaadballen beginnen met maken zaadcellen
Meisje: menstruatiecyclus begint, eicellen rijpen

Zaadcel en eicel kunnen samensmelten tijdens/na de seks -> bevruchting

Slide 9 - Tekstslide

Geslachtsorgaan man
Maakt zaadcellen = voortplantingscellen
Opslag zaadcellen

Slide 10 - Tekstslide

Geslachtsorgaan vrouw

Slide 11 - Tekstslide

Zaadcellen
Gemaakt in zaadballen, opgeslagen in bijballen
Via zaadleider naar zaadblaasjes/prostaat -> vocht toegevoegd (sperma)
Via urinebuis naar buiten

Slide 12 - Tekstslide

Eicellen
Eicellen in eierstokken (2) rijpen om en om
Menstruatiecyclus -> 1 eicel rijpt en komt vrij per maand
Rijpende eicel neemt vocht met voedingsstoffen op -> nodig bij een beruchting
Na ~14 dagen barst blaasje met eicel open -> eisprong
Eicel 'wacht' in eileider op zaadcel

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Menstruatiecyclus

Slide 15 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
dag 0-14 rijpen eicel in follikel
dag 14-16 eisprong+vruchtbare periode
dag 16-28 eicel sterft af, baarmoederslijmvlies afgebroken. 
Slijmvlies en bloed verlaat lichaam via vagina -> menstruatie
Nieuwe eicel begint nu met rijpen in de andere eierstok

Slide 16 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
Oestrogeen en progesteron - hormonen 

Oestrogeen:
- Geen andere rijpende eicellen
- Baarmoederslijmvlies wordt dikker
- Veel oestrogeen in bloed -> hypofyse geeft startsein voor ovulatie

Slide 17 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
Oestrogeen en progesteron - hormonen 

Progesteron:
- Gemaakt door lege follikel (gele lichaam)
- verdere groei baarmoederslijmvlies

Geen bevruchting: minder oestrogeen en progesteron

Slide 18 - Tekstslide

De hypofyse
FSH - Follikel stimulerend hormoon
LH - Luteïniserend hormoon
Oestrogeen 
Progesteron 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Vragen

Slide 21 - Tekstslide

zaadcellen en eicellen
Wat zijn dat?
A
hormonen
B
geslachtscellen
C
bloedcellen
D
urine

Slide 22 - Quizvraag

Zaadcellen en eicellen bewegen zich voort met een staart
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

eicellen ontwikkelen zich in
A
de eileider
B
de eierstok
C
de vagina
D
het baarmoederslijmvlies

Slide 24 - Quizvraag

Zaadcellen zijn groter dan eicellen
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Zaadcellen worden gemaakt in de.....
A
bijbal
B
prostaat
C
zaadbal
D
zaadblaasje

Slide 26 - Quizvraag

Zaadcellen moeten
A
in de vagina blijven
B
naar de baarmoeder zwemmen
C
naar de eileiders zwemmen
D
naar de eierstokken zwemmen

Slide 27 - Quizvraag

Op dag 1 van de menstruatiecyclus begint de menstruatie

A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Bij menstruatie
A
laat het baarmoederslijmvlies los
B
laat de baarmoeder los
C
komt een eicel uit de eierstok
D
komt en zaadcel bij de eierstok

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de functie van FSH
A
Aanmaken LH en FSH door hypofyse
B
Zorgen voor een ovulatie
C
Ontwikkelen van de eicellen

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de functie van LH
A
Ontwikkeling van de eicellen
B
Zorgen voor een ovulatie
C
Afgifte LH en FSH door de hypofyse

Slide 31 - Quizvraag

Wat doen progesteron en oestrogeen NIET?
A
Zorgen voor groei van het baarmoederslijmvlies
B
Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
C
Remmen van productie FSH
D
Zorgen voor de rijping van een follikel

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het doelwitorgaan van FSH?
A
De hypofyse
B
de baarmoeder
C
De eileider
D
De eierstokken

Slide 33 - Quizvraag