Chapitre 2 - werwoorden op -IR

Regelmatige ww. op -er/re/ir
présent - passé composé


Aan het eind van deze les:
- Kan je de werkwoorden op -er gebruiken/vervoegen (herhaling)
- Kan je de werkwoorden op -ir gebruiken/vervoegen (herhaling)
- Kan je de werkwoorden op -ir gebruiken/vervoegen (nieuw)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Regelmatige ww. op -er/re/ir
présent - passé composé


Aan het eind van deze les:
- Kan je de werkwoorden op -er gebruiken/vervoegen (herhaling)
- Kan je de werkwoorden op -ir gebruiken/vervoegen (herhaling)
- Kan je de werkwoorden op -ir gebruiken/vervoegen (nieuw)

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoorden op -er

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoorden op -re
(chapitre 1 - h3)

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

présent:
je (vendre)
A
je vende
B
je vendre
C
je vends
D
je vend

Slide 7 - Quizvraag

présent:
( tu regarder)
A
tu regarder
B
tu regards
C
tu regardes
D
tu regardres

Slide 8 - Quizvraag

présent:
il (répondre)
A
il répond
B
il répondre
C
il réponde
D
il réponds

Slide 9 - Quizvraag

wij wachten
A
nous attendrons
B
nous attendons
C
nous attend
D
nous attends

Slide 10 - Quizvraag

passé composé
vous (chercher)
A
chercher
B
avons cherché
C
cherchez
D
avez cherché

Slide 11 - Quizvraag

regelmatige werkwoorden op -ir
Finir (eindigen)
Réfléchir (nadenken)
Réussir (slagen)
Remplir (invullen)
Grandir (groeien)
Choisir (kiezen)
Rougir (blozen)

Slide 12 - Tekstslide

Vervoegen?
In twee stappen:

1 Maak een stam: hele ww. –ir
 grandir – ir -> grand

2 + uitgangen


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden 
op IR
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
IS

Slide 15 - Sleepvraag

Présent: Nous......(choisir)
A
choisissons
B
choisit
C
choisissez
D
choisisons

Slide 16 - Quizvraag

Présent: ils ...... (finir)
A
finit
B
finissent
C
finisent
D
finent

Slide 17 - Quizvraag

Présent: je ...... (remplir)
A
rempli
B
remplis
C
remplit
D
remplie

Slide 18 - Quizvraag

Présent: Hij groeit (grandir)

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

J'ai réussi (réussir = slagen)
Correct
Incorrect

Slide 21 - Poll

ai
as
avons
a
avez
ont
j'
tu
il 
elle 
on
nous
vous
Ils 
elles

Slide 22 - Sleepvraag

Passé composé: tu ...... (grandir)
A
a grandi
B
as grandit
C
as grandi
D
ont grandi

Slide 23 - Quizvraag

Passé composé: nous ..... (finir)
A
ont fini
B
avons finu
C
avez fini
D
avons fini

Slide 24 - Quizvraag

Vertaal: Wij hebben gekozen (choisir)

Slide 25 - Open vraag

Au travail


exercices 29 à 32  

Slide 26 - Tekstslide