2021 3V Overheid Belastingen les 1

Overheid belastingen Les 1 
leerdoelen:
  • Je kunt de belangrijkste posten op de overheidsbegroting noemen.
  • Je kunt het verschil tussen directe belastingen (bijvoorbeeld inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting) en indirect belastingen (bijvoorbeeld btw en accijns) uitleggen.
  • Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen volksverzekeringen en werknemersverzekeringen uitleggen.

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Overheid belastingen Les 1 
leerdoelen:
  • Je kunt de belangrijkste posten op de overheidsbegroting noemen.
  • Je kunt het verschil tussen directe belastingen (bijvoorbeeld inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting) en indirect belastingen (bijvoorbeeld btw en accijns) uitleggen.
  • Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen volksverzekeringen en werknemersverzekeringen uitleggen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Inkomsten van het Rijk
Indirecte belastingen zitten in de prijs van een product verwerkt, bijv. btw, accijns, toeristenbelasting (= kostprijsverhogende belastingen).
Directe belastingen betaal je rechtstreeks aan de overheid, bijv. loonbelasting, vennootschapsbelasting (= belasting over inkomen, winst en vermogen).
bijv. aardgasbaten, staatsloterij, boetes
premies sociale verzekeringen

Slide 6 - Tekstslide

Belastingen
Belasting = verplichte bijdrage die bedrijven en burgers aan de overheid betalen

Slide 7 - Tekstslide

Soorten belasting
  • Inkomstenbelasting
  • Loonbelasting
  • Belasting over de winst

  • BTW
  • Accijns

Slide 8 - Tekstslide

Directe belastingen:
worden direct aan de Belastingdienst betaald.

= belasting over inkomen, winst en vermogen
    (bijv. loonbelasting en vennootschapsbelasting).

Slide 9 - Tekstslide

Indirecte belastingen:

zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten.

Ze worden betaald aan de verkoper en hij draagt het geld af

aan de Belastingdienst.


= kostprijsverhogende belastingen
    (bijv. btw en accijns).

Slide 10 - Tekstslide

btw=

belasting toegevoegde waarde

Btw is een indirecte belasting (bedrijven ontvangen de btw van de consument en de bedrijven betalen het btw-bedrag aan de belastingdienst)


Er zijn drie btw-tarieven:

  • 21% (luxe goederen),
  • 9%  (noodzakelijke levensbehoeften),
  • of 0% (onderwijs, gezondheid)

Slide 11 - Tekstslide

BTW
Wat betekent BTW?
Welke tarieven kennen we in Nederland?

Slide 12 - Tekstslide

Accijns
Accijns is een belasting op bepaalde producten met als doel de prijs te verhogen. Hierdoor wordt het gebruik verminderd. 

  • Alcohol
  • Benzine
  • Tabak

Slide 13 - Tekstslide

Accijns
De overheid maakt bepaalde producten duurder omdat deze slecht zijn voor het milieu of de gezondheid. 

  • Benzine, tabak, alcohol

Slide 14 - Tekstslide

Niet-belasting ontvangsten
  • Aardgasinkomsten
  • Winst uit overheidsbedrijven
  • Boetes

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde

Slide 20 - Quizvraag

Wat is GEEN soort belasting?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Subsidie
D
Accijns

Slide 21 - Quizvraag

Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte

Slide 22 - Quizvraag

Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van ...
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.

Slide 23 - Quizvraag

Gemeente
Provincie
Rijksoverheid
Natuurgebieden
Rijbewijs
Infrastructuur
Onderwijs
Politie
Ophalen huisvuil

Slide 24 - Sleepvraag