Woordsoorten quiz

Woordsoorten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Woordsoorten: welke ken je?

Slide 2 - Woordweb

De tranen stonden in zijn ogen.
(znw)
A
tranen
B
ogen
C
zijn
D
stonden

Slide 3 - Quizvraag

Mijn tante doet de afwas.
(ww)
A
mijn
B
tante
C
doet
D
afwas

Slide 4 - Quizvraag

Ik krijg een mooie fiets voor mijn verjaardag.
(pvnw)

Slide 5 - Open vraag

Kim rent door de gesloten school.
(vz)
A
Kim
B
de
C
gesloten
D
door

Slide 6 - Quizvraag

Mijn moeder is op vakantie naar Frankrijk.
(ww)
A
Mijn
B
vakantie
C
is
D
moeder

Slide 7 - Quizvraag

Mijn moeder is op vakantie naar Frankrijk.
(Er staat één vz in de zin)
Ja, er staat er
Nee, er zijn geen
Nee, er zijn er meer

Slide 8 - Poll

Wat is een voegwoor?

Slide 9 - Woordweb

Kim eet een bruin broodje met mosterd, omdat het witte brood op is.
(voegw)
A
eet
B
op
C
met
D
omdat

Slide 10 - Quizvraag

Op de bank ligt een satijnen jurk.
(bnw)
A
bank
B
ligt
C
jurk
D
satijnen

Slide 11 - Quizvraag