Sociaal-maatschappelijke dimensie

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Programma van vandaag

1. Jullie krijgen 10 minuten de tijd om hoofdstuk twee nog een keer goed door te nemen.

2. Daarna volgt een oefentoets.

3. Na de oefentoets gaan jullie individueel aan de gang met de extra opdrachten.

4. Vandaag lever je in: de uitwerking van je extra opdrachten

Wat is een voorbeeld van een kenmerk van persoonlijke identiteit dat is ontstaan door omstandigheden?

1. Je bent onzeker geworden doordat je veel gepest bent
2. Je hebt krullen en sproeten, net als veel familieleden
3. Je hebt van nature veel talent voor pianospelen
4. A, B, C zijn allemaal goed

Wat is een voorbeeld van je sociale identiteit?

1. Amateurvoetballer zijn
2. Fan zijn van Rihanna
3. Moslim zijn
4. A, B, C zijn allemaal goed

Je komt aan op een station en weet niet waar de uitgang is. je ziet dat de meeste mensen een bepaalde richting uitlopen. Jij kiest ook voor die kant. Waar is dit een voorbeeld van?

1. Sociale identiteit
2. Verschillende rollen en gedrag
3. Groepsgedrag
4. Vorming door omstandigheden

Waar of niet waar:
Normen en waarden horen bij het begrip cultuur

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar:
Muziek, taal en kunst horen bij het begrip cultuur

1. Waar
2. Niet waar

Op basis waarvan kan een subcultuur ontstaan?

1. Afkomst
2. Muzieksmaak
3. Woonplaats
4. A, B, C zijn allemaal goed

Wat is de beste beschrijving van het woord "norm"?

Nederland is een multicultureel land.
Wat wordt daarmee bedoeld?

Wat wordt er bedoeld met "etnische afkomst"?

1. De sociale en culturele identiteit die bij een sekse hoort
2. Het volk of de bevolkingsgroep waartoe iemand behoort
3. Mensen en gewoonten uit verschillende culturen
4. Verhalen, tradities en gedragsregels van een religie

Zoek een foto die jij bij de Sociaal-maatschappelijke dimensie vindt passen