Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

De Nederlandse Opstand
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Nederlandse Opstand

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 6: Regenten en vorsten 

Slide 2 - Tekstslide

Nederlandse opstand
Kenmerkend Aspect - 
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdvraag: waardoor werd de Opstand veroorzaakt?
  • beleid Karel V (1515 - 1555):
  • belastingen in ruil voor privileges steden >
  • sterkere positie steden
  • belang Karel V: centralisatie >
  • - Brussel centraal bestuur en
  • - ambtenaren in dienst (tkv de adel)
  • Gevolg: groeiend verzet vanuit steden en adel 
  • verzet ook door bestrijden Reformatie:


Slide 4 - Tekstslide

Filips II 

Slide 5 - Tekstslide

Verzet
Verzet
  • 1555 (één jaar na de vrede van Augsburg) Karel V treed af.
  • Filips II (zijn zoon) volgt hem op.
  • Filips II kende de Nederlanden niet goed.
  • Margaretha van Parma landvoogdes.
  • In elk gewest stelde Filips II een stadhouder aan als plaatsvervanger.
  • Willem van Oranje is een van de stadhouders

Slide 6 - Tekstslide


De spanningen nemen toe...


  • Veel Nederlandse edelen voelden er niets voor om protestanten zo hard aan te pakken: het zou alleen maar voor opstanden zorgen
  • In 1566 bood een groep edelen een smeekschrift aan aan Margaretha van Parma om niet zo hard tegen de protestanten op te treden.
  • Margaretha gaf toe: er zouden voorlopig geen protestanten meer worden vervolgd.

Slide 7 - Tekstslide

Beeldenstorm
  • Onvrede over de katholieke kerk.
  • Protestanten halen beelden uit de katholieke kerken (werden vernield). 

Slide 8 - Tekstslide

Reactie
Filips II stuurt hertog Alva om de daders van de beeldenstorm te straffen. 
Alva reageert tussen 1567 - 1571 door: 

  • Centralisatie via de Raad van Beroerten  = “Ministers” van Alva

  • Besluiten van deze Raad: Alle ketters op de brandstapel (71.000 doden)

  • Edelen die eigen privileges willen ook dood


Slide 9 - Tekstslide

Erkenning van de Republiek
  • 1596: Engeland en Frankrijk sloten met de Republiek een bondgenootschap tegen Spanje. Daarmee erkenden ze als eerste landen de onafhankelijkheid van de Republiek.
  • 1648: Eind van de 80-jarige oorlog. Internationale erkenning van de Republiek.

Slide 10 - Tekstslide

Willem van Oranje (1533-1584)
  • geboren op slot Dillenburg (Dld)
  • stadhouder in         Holland,Zeeland,Utrecht
  • 1568: Slag bij Heiligerlee (Gr) >
  • begin 80-jarige oorlog


Slide 11 - Tekstslide

Fast forward
Unieke positie van de Republiek resulteert uit de Nederlandse Opstand > geen vorst! 
Economisch opzicht > geografische ligging (moedernegotie), weinig landbouwgrond en val van Antwerpen
Cultuur > bloei tijdens Gouden Eeuw in schilderkunst
 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Examenvragen oefenen
Tijdens het examen gemiddeld 2,5 minuur per punt, dus we gaan op snelheid oefenen!
1e vraag samen

Slide 14 - Tekstslide

Hoe lees ik een examenvraag?
  1. Zoek het vraagwoord: noem /  leg uit / verschil / overeenkomst / oorzaak / gevolg
  2. Herhaal de vraag in je antwoord of neem de doe het zo over
  3. Leg begrippen uit de vraag uit in je antwoord.
  4. Check of je de vraag hebt beantwoord. Is je antwoord antwoord op de vraag?

Slide 15 - Tekstslide

Succescriteria voor het formuleren van een antwoord op een examenvraag
- Werk overzichtelijk, scheid de verschillende vragen met opsommingstekens.
- Beantwoord in de juiste volgorde
- Begin je antwoord met het herhalen van de opdracht
- Leg de begrippen uit de opdracht uit
- Verwijs naar de bron
- gebruik geen: hij/zij/het/dat/daar, benoem alles bij de naam

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide