In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.5 | Schimmels
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
-Je kunt kenmerken noemen van schimmels.
- Je kunt uitleggen dat schimmels zowel nuttig als schadelijk kunnen zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Bacteriën
schimmels
dieren
planten
geen celwand
bladgroen korrels
geen celkern
wel celwand,
celkern, geen bladgroenkorrels
Slide 3 - Sleepvraag
Een plantencel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 4 - Quizvraag
Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant
Slide 5 - Sleepvraag
Schimmels
Schimmelcellen hebben:
Celkernen, Celmembraan, Celwanden, geen bladgroen- korrels.
Doen schimmels aan fotosynthese?
Slide 6 - Tekstslide
Schimmels
Schimmelcellen hebben:
Celkernen, Celmembraan, Celwanden, geen bladgroen- korrels.
Doen schimmels aan fotosynthese?
Nee! Schimmels hebben geen bladgroenkorrels
Zijn schimmels Prokaryoot of Eukaryoot?
Slide 7 - Tekstslide
Schimmels
Schimmelcellen hebben:
Celkernen, Celmembraan, Celwanden, geen bladgroen- korrels.
Doen schimmels aan fotosynthese?
Nee! Schimmels hebben geen bladgroenkorrels
Zijn schimmels Prokaryoot of Eukaryoot?
Eukaryoot: ze hebben celkernen
Slide 8 - Tekstslide
Schimmels
Schimmels kunnen ééncellig- of meercellig zijn.
Eéncelligen:
- Gisten
bijvoorbeeld broodgist
Slide 9 - Tekstslide
Schimmels
Schimmels kunnen ééncellig- of meercellig zijn.
Eéncelligen:
- Gisten
bijvoorbeeld broodgist
Slide 10 - Tekstslide
Schimmels
Schimmels kunnen ééncellig- of meercellig zijn.
- Eéncelligen:
Gisten
- Meercelligen:
Bestaan uit schimmeldraden
bijvoorbeeld paddenstoelen
Slide 11 - Tekstslide
Voortplanting
Gisten:
Planten zich voort doorceldeling (knoppen).
Slide 12 - Tekstslide
Voortplanting
Schimmeldraden:
Meercelligeschimmelsbestaan uit schimmeldraden.
Voortplanting met sporen.
zitten aan het eind van de schimmeldraden.
Slide 13 - Tekstslide
Voortplanting
Schimmeldraden:
Meercelligeschimmelsplanten zich voort met sporen.
Voortplanting met sporen.
Of aan de onderkant van een paddenstoel
Paddenstoelen
Een paddenstoel dient voor de voortplanting.
sommige paddenstoelen kun je eten
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Nuttig of schadelijk
Nuttig:
Eten dode organismen op:
- Schimmels ruimen op
- Sommige zijn eetbaar
Schadelijk:
Kunnen voedsel doen bederven.
Kunneninfectiesveroorzaken.
- Zwemmerseczeem;
- Luchtweginfecties;
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Biotechnologie
Schimmels worden al lang gebruikt voor het maken van voedsel:
- Kaas;
- Bier;
- Wijn;
- Brood.
Schimmels worden gebruikt voor het maken van Medicijnen.
Antibioticum penicilline wordt gemaak van depenseelschimmel.
Slide 19 - Tekstslide
Ontdekking penicilline
Alexander Flemings ontdekking van penicilline is één voorbeeld van een toevallige ontdekking.
Die vond in 1928 plaats toen hij een petrischaaltje met bacteriën en een beetje schimmel op zijn laboratoriumtafel liet staan terwijl hij twee weken met vakantie ging.
Hij kwam thuis en zag dat dáár waar de schimmel zat, de bacteriën dood waren. De schimmel (de penseelschimmel / Penicillinium) gaf een stofje af dat de bacteriën doodde.
Flemming gaf dat stofje de naam penicilinne.
Hij had een antibioticum ontdekt!
In de vorige eeuw stierven veel mensen doordat ze ontstekingen hadden die door bacteriën veroorzaakt werden.
Doordat Fleming de penicilline ontdekte, kunnen nu veel ziekten die door bacteriën worden veroorzaakt, worden genezen
Slide 20 - Tekstslide
Doelstellingen
-Je kunt kenmerken noemen van schimmels.
- Je kunt uitleggen dat schimmels zowel nuttig als schadelijk kunnen zijn.
Slide 21 - Tekstslide
De productie van alcohol is een nuttige toepassing van schimmels.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Waaraan kan je zien dat de schimmels behoren tot de eukaryoten?
A
Ze hebben een celwand
B
Ze hebben bladgroenkorrels
C
Ze hebben een celkern
D
Ze hebben een vacuole
Slide 23 - Quizvraag
Paddenstoelen zijn voortplantings- organen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Waarom is voedsel bederf door schimmels niet altijd slecht?
A
Het ruikt lekker
B
Het is voedsel voor dieren
C
Het ziet er mooi uit
D
Dode resten worden opgeruimd
Slide 25 - Quizvraag
Schimmels hebben:
A
wel een celwand
geen celkern
wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand
wel een celkern
geen bladgroenkorrels
C
geen celwand
geen celkern
wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand
geen celkern
geen bladgroenkorrels
Slide 26 - Quizvraag
Schimmels zijn opgebouwd uit
A
sporen
B
wortels
C
plaatjes
D
draden
Slide 27 - Quizvraag
Hoe noem je de schimmel die gebruikt wordt voor het maken van penicilline?
A
de penschimmel
B
de antibiotica
C
de penseelschimmel
D
de spore-schimmel
Slide 28 - Quizvraag
Hoe heeft Fleming penicilline ontdekt?
A
na jarenlang onderzoek
B
door het uitvoeren van veel testen
C
door bacteriën te kweken
D
door toeval
Slide 29 - Quizvraag
Wat kan er worden gemaakt met nuttige schimmels?
A
kaas, appelsap, frikadel.
B
medicijnen, bier, kaas.
C
alle schimmels zijn nuttig
D
er zijn geen nuttige schimmels.
Slide 30 - Quizvraag
zijn meercellige schimmels opgebouwd uit schimmeldraden?
A
ja
B
nee
Slide 31 - Quizvraag
schimmels kunnen ziekten veroorzaken, wat is een voorbeeld van ziekte door schimmel