Révision chapitre 1 en entier - V2

Révision chapitre 1 - V2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Révision chapitre 1 - V2

Slide 1 - Tekstslide

Wat is stap 1 om de passé composé te maken?

Slide 2 - Open vraag

Wat is stap 2 om de passé composé te maken?

Slide 3 - Open vraag

Zet in de P.C: nous (chercher) ________

Slide 4 - Open vraag

Zet in de P.C: ils (avoir) _______ ______

Slide 5 - Open vraag

Zet in de P.C: elle (manger) _____ _____

Slide 6 - Open vraag

Zet in de P.C: tu (écouter) ___________

Slide 7 - Open vraag

Zet in de P.C: vous (jouer) ____ ______

Slide 8 - Open vraag

Zet in de P.C: Léa et Miriam (faire) _________ ______________

Slide 9 - Open vraag

Zet in de P.C: je/j' (parler) _____ ________

Slide 10 - Open vraag

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
<< elle est (mijn) ________ amie >>

Slide 11 - Open vraag

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
<< il est (jouw) ________ soeur >>

Slide 12 - Open vraag

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
<< ils sont (haar) ________ frères >>

Slide 13 - Open vraag

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
<< c'est (onze) ________ famille >>

Slide 14 - Open vraag

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
<< c'est (uw) ________ piscine >>

Slide 15 - Open vraag

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
<< (hun) ________ vacances >>

Slide 16 - Open vraag

Quel mot correspond? Welk woord hoort erbij?
A
au printemps
B
en automne
C
en été
D
en hiver

Slide 17 - Quizvraag

Quel mot correspond? Welk woord hoort erbij?
A
au printemps
B
en automne
C
en été
D
en hiver

Slide 18 - Quizvraag

Quel mot correspond? Welk woord hoort erbij?
A
toujours
B
trop
C
enfin
D
fatigué

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord is geen werkwoord?
A
faire les magasins
B
à l'étranger
C
découvrir
D
proposer

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord is geen werkwoord?
A
louer
B
je veux
C
voyager
D
au début

Slide 21 - Quizvraag