1HVG - H2 P4 Herhaling

Paragraaf 4: Hoog en laag in de samenleving



  • Pak je laptop erbij! 
  • Log in bij LessonUP
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4: Hoog en laag in de samenleving



  • Pak je laptop erbij! 
  • Log in bij LessonUP

Slide 1 - Tekstslide

2.4: Hoog en laag in de samenleving
Wat gaan we doen/wat kennen we al:
  • welke lagen er in de Egyptische samenleving waren.
  • hoe sociale verschillen zichtbaar waren.
  • hoe Egyptenaren hogerop konden komen in de samenleving.

Huiswerk: eigen sociale lagen piramide? 

Slide 2 - Tekstslide

Het oude Egypte
Nederland in onze tijd
Het is een koninkrijk.
Het staatshoofd heet farao.
Het staatshoofd heet koning.
Het staatshoofd heeft veel macht.
Het staatshoofd is goddelijk 

Slide 3 - Sleepvraag

                   Paragraaf 2.4: Hoog en laag in de samenleving 


Zichtbare sociale verschillen: 

- De één werd groter afgebeeld dan de ander. 
- De één had een groter huis dan de ander. 
- De één kon gevarieerder en meer eten, en leefde daardoor langer dan de ander. 
- Rijke mensen werden gemummificeerd en begraven in een mooi graf. 
- Arme mensen werden met wat spullen in een ondiep graf gelegd. 


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoe wordt het geloven in één God ook wel genoemd?
A
polytheïsme
B
monotheïsme
C
monarchisch
D
atheïsme

Slide 6 - Quizvraag

De Egyptenaren geloven in meer dan één god. Dit noemen we...
A
multiplysme
B
polytheïsme
C
monotheïsme
D
polotheïsme

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een natuurgodsdienst?
A
Er zijn heel veel verschillende goden
B
Er is maar één god
C
Alles in de natuur heeft een eigen god
D
Goden kunnen kenmerken van de natuur hebben

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Lees de onderstaande vier uitspraken:
1 In het oude Egypte kon je vaak alleen hogerop komen in de samenleving door schrijver te worden.
2 In het oude Egypte kun je makkelijk hogerop komen in de samenleving.
3 Een opleiding tot schrijver kon wel 12 jaar duren
4 Arme Egyptenaren lieten zich meestal mummificeren
Welke cijfers zijn juist?

A
2 en 3
B
1 en 3
C
2, 3 en 4
D
3 en 4

Slide 11 - Quizvraag

Wat zouden de Egyptenaren hebben gedaan tijdens een pandemie?

A
Mondkapjes dragen
B
Beelden bouwen om Goden te vereren
C
Offers brengen om de Goden te vereren
D
Niks, het ging vanzelf wel weer over

Slide 12 - Quizvraag

Amenhotep III

Sechmet: Godin van ziekte, dood en verderf

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een overeenkomst tussen beroepen en aanzien in het oude Egypte en Nederland nu?
A
Het ene beroep zorgt voor meer aanzien dan de andere
B
Het ene beroep zorgt voor meer loon dan de andere
C
Het ene beroep brengt je dichter bij de koning
D
Geen overeenkomsten. Er zijn nieuwe beroepen bijgekomen.

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn verschillen tussen beroepen en aanzien in het oude Egypte en Nederland nu?
A
Kinderen nemen nu niet meer het beroep van hun ouders over.
B
Kinderen nemen nu juist het beroep van hun ouders over.
C
De beroepen zijn veel leuker geworden met meer aanzien.
D
Het is makkelijker om hogerop te komen nu.

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de begrippen naar de juiste plaats in de sociale piramide. 
De belangrijkste groep bovenaan en de minst belangrijke groep onderaan.
Sociale piramide van de Egyptische samenleving
slaven
boeren
farao 
lagere ambtenaren (schrijvers) 
hoge ambtenaren en priesters
handelaren 

Slide 16 - Sleepvraag

2.4: Hoog en laag in de samenleving
Wat gaan we doen/wat kennen we al:
  • welke lagen er in de Egyptische samenleving waren.
  • hoe sociale verschillen zichtbaar waren.
  • hoe Egyptenaren hogerop konden komen in de samenleving.


Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten maken 

  • H2 P4 Opdracht 1 t/m 6 huiswerk

  • Klaar? Oefentoets maken 

Slide 18 - Tekstslide

VOLGENDE WEEK
  • Laatste les voor de toets 
  • Wat moet je ook alweer kennen? 
  •  H2 P1,2,3,4 + begrippen monotheïsme & polytheïsme
  • Kijk op itslearning naar doelen! 
  • Tip: oefentoets op Itslearning 

Huiswerk H2 P4 opdracht 1 t/m 6 af. 

Slide 19 - Tekstslide