Les 4 Vrijheid en media
1 / 23
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Onder media verstaan we de krant, tv, boeken, muziek, radio en uiteraard het internet.
Massamedia is een term die gebruikt wordt sinds de 2 e helft van de 20 e eeuw, vanaf ongeveer 1950. Met de term media worden middelen bedoeld die gebruikt worden om informatie te verspreiden. Dit kan bijvoorbeeld belangrijk nieuws zijn, maar ook Facebook waarop gepost word dat iemand net een broodje heeft gegeten. Sinds ongeveer 1950 is er massamedia ontstaan, media waarmee informatie erg snel gedeeld kan worden met veel mensen.
Slide 12 - Tekstslide
Nieuwe media krijgen een steeds groter aandeel in de ‘mediaconsumptie’. Ze hebben de nieuwsvoorziening de laatste jaren enorm veranderd.
Er is een belangrijk verschil tussen oude en nieuwe media. Via nieuwe media kun je je eigen nieuws de wereld in sturen. Je hoeft daarvoor geen professionele journalist te zijn.
Professionele journalisten houden zich aan bepaalde regels. Ze vragen bijvoorbeeld reacties aan meerdere partijen, checken feiten en nemen geen geld aan van mensen of bedrijven waarover ze schrijven.
Bij nieuwe media is dat niet altijd het geval. Denk aan mensen die nepnieuws verspreiden of aan vloggers die, zonder dat je het weet, betaald worden om een product te promoten.
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Met algoritmes kan:
de maker van tevoren bepalen wat er gebeurt in een bepaalde situatie. Zo weet een zelfrijdende auto dat deze moet remmen als er een kind oversteekt.
het aanbod op internet persoonlijker worden gemaakt. Wat jij tegenkomt op je tijdlijn en je zoekmachine, verschilt van wat iemand anders tegenkomt.
technologie veel werk uit handen nemen, bijvoorbeeld in de zorg en het onderwijs. Zo wordt het aanvragen van een verzekering met algoritmes verwerkt. En houden gemeenten met behulp van algoritmes verkeersstromen in de gaten.
de politie criminaliteit voor zijn met voorspellende algoritmes, ook wel predictive policing genoemd. Dit soort algoritmes werken op basis van big data: een grote hoeveelheid gegevens, die we bijvoorbeeld (on)bewust achterlaten door ons gedrag op internet of op straat.
nepnieuws op sociale media worden opgespoord.
je worden geholpen met beslissingen te nemen. Bijvoorbeeld bij het kiezen van een nieuwe collega.
Slide 15 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
LiDO - Document met links (overheid.nl)
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
