BA07. Omzetbelasting boeken en aangifte OB doen (deel 2)

Een nieuw jaar
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Een nieuw jaar

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
-doelen
- Interactieve herhaling §7.1 t/m §7.4
-Interactieve instructie §7.5
-Hoofdstuk 7 volledig afronden

Wat heb je nodig?
laptop, papier & pen, rekenmachine en je theorieboek!

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
1. Inkoop en verkoop met omzetbelasting (herhaling)
2. Aangifte omzet belasting met aangifte biljet (herhaling)
3. Boekingen met privé gebruik (nieuw)

Slide 3 - Tekstslide

welk van de onderstaande belastingtarieven hoort niet in het rijtje thuis?
A
21%
B
19%
C
9%
D
0%

Slide 4 - Quizvraag

BTW nummer: Elk ondernemer krijgt van de Belastingdienst een uniek btw-nummer. Zonder dit nummer:
A
mag de ondernemer geen facturen sturen
B
moet de ondernemer alles contant afrekenen
C
mag de ondernemer geen omzetbelasting in rekening brengen
D
kan de ondernemer geen inkoopfacturen ontvangen.

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor soort rekening is '160 Te vorderen Omzetbelasting'
A
Rekening van bezit, balansrekening
B
Rekening van Schuld, balansrekening
C
Rekening van bezit, winst- en verliesrekening
D
Rekening van schuld, winst- en verliesrekening

Slide 6 - Quizvraag

Bij een verkoop debiteer je de rekening de rekening '161 te betalen OB'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Bij een inkoop debiteer je de rekening '160 Te vorderen OB'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

§ 7.4. Verwerking van de aangifte omzetbelasting













Theorieboek blz. 142 aangiftebiljet
Hiernaast printscreen uit digitaal aangiftesysteem

Slide 9 - Tekstslide

Drie grootboekrekeningen
Voor de aangifte van de OB heb je minimaal drie rekeningen nodig:

1.. Te vorderen OB
1.. Te betalen OB
1.. Af te dragen OB

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel omzetbelasting moet hier worden aangegeven?

Slide 11 - Tekstslide

M-001:
161 te betalen OB              € 1.710,00
aan 160 te vorderen OB                       € 1.100
aan 162 af te dragen OB                       €   610
B-005
162 af te dragen OB         €   610
aan 110 Bank                                            € 610

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Privé en OB; makkelijk voorbeeld





1. Je mag dit doen tegen de inkoopprijs.
2. Ben je OB verschuldigd. De BTW ben je verschuldigd aan de fiscus
Je gebruikt wel een aparte grootboekrekening voor deze te betalen OB.

Slide 14 - Tekstslide

Je maakt de volgende journaalpost



Je gebruikt de rekening 182 Te betalen OB privégebruik om deze BTW te scheiden van de BTW die je moet betalen van je opbrengst verkopen.

Slide 15 - Tekstslide

De aangifte van de OB met het privégebruik ziet er als volgt uit:

Slide 16 - Tekstslide

Privé en OB; iets moeilijker






Als je een financieel feit als hierboven voor je neus krijgt, maak dan eerst op een kladblaadje het volgende pijlenoverzicht zoals op de volgende dia.

Slide 17 - Tekstslide

Factuurbedrag  € 484
Privé 30%
€ 484 / 100 * 30 =
€ 145,20
Te vorderen OB:
€ 338,80 / 121 * 21 = 
€ 58,80
Energiekosten:
€ 338,80 / 121 * 100 = 
€ 280,00
Zakelijk 70%
€ 484 / 100 * 70 =
€ 338,80

Slide 18 - Tekstslide

De volgende journaalpost wordt dan gemaakt:

Slide 19 - Tekstslide

En nu jij!
Jans heeft een kantoor aan huis en vernieuwd het dak van zijn huis. Van de aannemer heeft hij de volgende factuur ontvangen: €1.210 incl. 21% omzetbelasting. 
De verhouding privé/ zakelijk is: 40%/ 60%

Hoe luidt deze journaalpost
Bedenk zelf de namen en grootboekrekeningnummers

Slide 20 - Tekstslide

Zelf aan zet!
Wat?
Kennis: 15 t/m 20
Routine: R5 t/m R7 (start eerst met deze opgaven)
Hoe?
In je werkboek
Tijd?
Tot einde van deze les
Uitkomst?
Je hebt geoefend met leerstof
Klaar?
Lees § 7.4 en § 7.5 uit je theorieboek nog eens door

Slide 21 - Tekstslide