5H scheikunde KORTE formatieve toets na TW1

5H formatieve test na TW1
deze toets maak je na TW1 
Dus na Zu-Ba en Redox, 
om te testen of je basiskennis op orde is en hoe je je hebt voorbereid op TW1.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5H formatieve test na TW1
deze toets maak je na TW1 
Dus na Zu-Ba en Redox, 
om te testen of je basiskennis op orde is en hoe je je hebt voorbereid op TW1.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet de binding tussen de deeltjes in een zout?
A
Zoutbinding
B
Vanderwaalsbinding
C
Atoombinding
D
Ionbinding

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste naam van het zout Hg(NO₃)₂?

A
Kwiknitriet
B
Kwikdinitraat
C
Kwiknitriet
D
Kwik(II)nitraat

Slide 3 - Quizvraag


Welke hydratatie zie je hiernaast?
A
Hydratatie van een positief ion
B
Hydratatie van een negatief ion

Slide 4 - Quizvraag

Welke bindingen worden verbroken bij het koken van deze stof?
A
waterstofbruggen
B
waterstofbruggen en vanderwaals-bindingen
C
vanderwaals-bruggen
D
vanderwaals-bindingen.

Slide 5 - Quizvraag

Welke bindingen worden verbroken bij elektrolyse (elektrische ontleding) van water
A
atoombindingen, vanderwaalsbindingen en waterstofbruggen
B
atoombindingen
C
atoombindingen en waterstofbruggen
D
vanderwaalsbindingen en waterstofbruggen

Slide 6 - Quizvraag

Welke formules geven moleculaire stoffen aan?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
H₂O
B
MgCl₂
C
C₁₈H₃₄O₂
D
NaCl

Slide 7 - Quizvraag

Geef voor elke stof aan tot welke groep ze behoren door ze naar de juiste plek te slepen.
Metaal
Zout
Moleculaire stof
Kwik
C6H12O6
NaCl
NH3
CO2
ZnS
Magnesium
KI

Slide 8 - Sleepvraag

Welke weergave van een stof staat hiernaast
A
structuurformule
B
molecuulformule

Slide 9 - Quizvraag

In 100 mL oplossing van 1,0 M NaCl
is ... mol Na+ aanwezig.
A
0,01 mol
B
0,1 mol
C
10 mol

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn ionen?
(meer opties mogelijk)
A
atomen die protonen hebben opgenomen
B
atomen die elektronen hebben opgenomen
C
atomen die protonen hebben afgestaan
D
atomen die elektronen hebben afgestaan

Slide 11 - Quizvraag

De overgang van vast water (ijs) naar vloeibaar water is....
A
een chemische reactie
B
een endotherm proces
C
een exotherm proces
D
een zuurbasereactie

Slide 12 - Quizvraag

Feit: Als ijs smelt in de zon, dan worden er waterstofbruggen verbroken.
Het smelten van ijs is een eigenschap op ...
A
micro niveau
B
macro niveau

Slide 13 - Quizvraag

Feit: Als ijs smelt in de zon, dan worden er waterstofbruggen verbroken.
Het verbreken van waterstofbruggen in ijs is een eigenschap op ...
A
micro niveau
B
macro niveau

Slide 14 - Quizvraag

Micro vs Macro
Geef aan of hier een begrip/omschrijving op micro of macro niveau gegeven wordt, door ze naar de juiste plek te slepen.
Micro
Macro
H2O
Moleculen
vloeibaar
stroomgeleiding
suiker
Reactie-vergelijking
waterstofbrug
Oplosbaar

Slide 15 - Sleepvraag

Is dit waar? De wateroplosbaarheid van een stof is een eigenschap op microniveau, omdat je dit niet onder de microscoop kunt zien.
A
niet waar, de wateroplosbaarheid van een stof kun je waarnemen zonder microscoop
B
niet waar, de wateroplosbaarheid van een stof kun je niet waarnemen onder de microscoop
C
niet waar, de wateroplosbaarheid van een stof kun je WEL waarnemen onder de microscoop
D
niet waar, het is een eigenschap op macroniveau, en kun je dus met en zonder microscoop waarnemen.

Slide 16 - Quizvraag

De wateroplosbaarheid van een stof wordt bepaald door de aanwezigheid van een -NH of -OH groep. Dit laatste is een eigenschap op ...
A
microniveau
B
macroniveau

Slide 17 - Quizvraag

sleep de juiste zoutnaam achter de verhoudingsformule. 
Na2SO3
Cu3(PO4)2
Fe2(CO3)3
natriumsulfaat
natriumsulfiet
koper(II)fosfaat
koper(IV)fosfaat
ijzer(II)carbonaat
ijzer(III)carbonaat

Slide 18 - Sleepvraag

De juiste notatie voor natronloog is:
A
NaOH (aq)
B
Na (aq) + OH (aq)
C
Na⁺ (aq) + OH⁻ (aq)
D
natriumhydroxide

Slide 19 - Quizvraag

de pH van een basische oplossing met een bekende molariteit
berekenen je door
A
[H₃O⁺] berekenen, en dan kun je de pH berekenen
B
[OH‾] en dan kun je de pH berekenen
C
[OH‾] berekenen, dan pOH en dan kun je de pH berekenen
D
geen idee... vergeten!

Slide 20 - Quizvraag

Herken zuren en basen
Sleep de zuren naar de linkerkant en de basen naar de rechterkant. Niet alles is zuur of base.
zuur                                                                                base
natriumhydroxide
O2-
ammoniak
natrium
HNO3
CH3COO-
waterstofchloride
H2SO4

Slide 21 - Sleepvraag

zoutzuur is:
A
HCl (aq)
B
H (aq) + Cl (aq)
C
H₃O⁺ (aq) + Cl⁻ (aq)
D
H⁺ (aq) + Cl⁻ (aq)

Slide 22 - Quizvraag

De e- in een redoxreactie gaan van de ... naar de ... .
A
oxidator naar de reductor
B
oxidator naar de emulgator
C
emulgator naar de reductor
D
reductor naar de oxidator

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de reductor en wat de oxidator in
4 K + O₂ → 2 K₂O?
A
red.: K ox.: O₂
B
red.: O₂ ox.: K₂O
C
red.: K₂O ox.: K
D
red.: O₂ ox.: K

Slide 24 - Quizvraag

2 Na + 2 H₂O → 2 Na⁺ + H₂ + 2 OH⁻
A
= redoxreactie
B
= zuur-basereactie
C
= hydrolysereactie
D
= condensatiereactie

Slide 25 - Quizvraag

MgO + 2 H⁺ → Mg²⁺ + H₂O
A
= redoxreactie
B
= zuur-basereactie
C
= hydrolysereactie
D
= condensatiereactie

Slide 26 - Quizvraag

Een (zeer) onedel metaal is een metaal dat snel oxideert. Bij ijzer heet dit roesten.
Een onedel metaal is een sterke:
A
oxidator
B
reductor
C
zuur
D
base

Slide 27 - Quizvraag

het cijfer voor mijn scheikunde toets viel ...
A
mee, omdat ik de toets moeilijk vond
B
tegen, omdat ik de toets makkelijk vond
C
precies zoals ik het had verwacht (laag)
D
precies zoals ik het had verwacht (hoog)

Slide 28 - Quizvraag

na TW1 weet ik dat ik
voor scheikunde ...
A
teweinig heb geleerd
B
te laat ben begonnen
C
teweinig heb geoefend
D
geen van de drie klopt

Slide 29 - Quizvraag

na TW1 weet ik dat ik
voor scheikunde ...
A
basiskennis mis uit 4H
B
de stof uit 4H beter moet leren voor de volgende toets
C
meer oefenopgaven over de 4H stof moet oefenen voor de volgende toets
D
de 4H stof goed genoeg beheers

Slide 30 - Quizvraag

Ik geef mijzelf voor mijn eigen inzet in de scheikunde les een ...
010

Slide 31 - Poll

ik geef mijzelf voor mijn voorbereiding voor de scheikundetoets een...
010

Slide 32 - Poll

voor de volgende toets scheikunde heb ik nodig:
A
meer zelfdiscipline
B
meer oefenopgaven om te maken
C
meer feedback van mijn docent op mijn huiswerk
D
niets, gaat goed!

Slide 33 - Quizvraag