ziekten van het zenuwstelsel: ziekten van de hersenen, ruggenmerg en de hersenzenuwen

24.8 C en E:
 ziekten van de hersenen, ruggenmerg en de hersenzenuwen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

24.8 C en E:
 ziekten van de hersenen, ruggenmerg en de hersenzenuwen

Slide 1 - Tekstslide

1. Hersenziekten
verschillende hersenziekten met verschillende oorzaken
hersenziekten die verschillende maar soms ook overeenkomstige symptomen hebben
enkele vragen hierover:


Slide 2 - Tekstslide

Wat is agnosie?
A
Het vermogen om objecten en personen te herkennen
B
Een stoornis in de motorische functies
C
Het onvermogen om objecten of personen te herkennen
D
Een vorm van geheugenverlies

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van dispraxie?
A
Slechte spierspanning
B
Slechte coördinatie
C
Overmatige spierspanning
D
Moeite met plannen en uitvoeren van bewegingen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is dystonie?
A
Een bacteriële infectie die gewrichtspijn veroorzaakt.
B
Een neurologische aandoening die onwillekeurige spiercontracties veroorzaakt.
C
Een psychologische aandoening die stemmingswisselingen veroorzaakt.
D
Een genetische aandoening die overgebracht wordt door voeding.

Slide 5 - Quizvraag

verschillende hersenziekten
  • Commotio cerebri-> geweld van buitenaf, veroorzaakt geen anatomische afwijkingen.
  • verschijnselen: kortdurende bewusteloosheid (15 minuten)
  • -> retrogade amnesie van ongeveer een uur
  • -> misselijkheid en hoofdpijn en daarnaast afwijkende kortdurende  vegetatieve functies.

Slide 6 - Tekstslide

Wat moet men vermijden na het oplopen van een hersenschudding?
A
Extreme blootstelling aan fel licht
B
Intensief gebruik van smartphones
C
Alcohol en bepaalde medicatie.
D
Veelvuldig televisiekijken

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn mogelijke verschijnselen van een shocktoestand?
meerdere antwoorden mogelijk
A
Normale hartslag
B
Snelle, zwakke pols
C
Bleke huid
D
hoge bloeddruk

Slide 8 - Quizvraag

Contusio cerebri = hersenkwetsing
treedt wel een anatomische afwijking op, soms een plaatselijke bloeding
verschijnselen:
-comateus van 15 minuten tot enkele maanden , is sprake van een shock toestand.
-posttraumatische amnesie, langer dan een uur
-motorisch onrustig en beweegt veel kan niet stilzitten

Slide 9 - Tekstslide

Welke symptomen kunnen wijzen op een schedelbasisfractuur?
A
Spierpijn
B
Hoofdpijn
C
Bloed of vocht uit neus of oren
D
Droge huid

Slide 10 - Quizvraag

schedelbasis fractuu
Schedelbarst die in de schedelbasis is gelegen. bot wat niet snel barst omdat het dik is. 
Bijv. val op het hoofd , waarbij de bovenste wervels een scheur in de schedel veroorzaken

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn veelvoorkomende symptomen van een schedelbasisfractuur?
A
Hoesten
B
Buikpijn
C
Bloed of vocht uit de neus of oren
D
Rode ogen

Slide 12 - Quizvraag

symptomen afhankelijk van de plek waar de schedel is gebarsten
-Bloed en vocht uit de neusholte  duidt op breken van voorste deel van de schedel
-bloeduitstorting rondom de ogen duidt  erop dat de fractuur door de oogkassen loopt
-schedelbasisfractuur heeft hersenletsel als gevolg-> bewusteloosheid, hoofdpijn , misselijk, gestoorde pupilreflectie en braken , soms ook een cheyne-Stokes ademhaling

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een mogelijke complicatie bij een schedelbasisfractuur?
A
Liquorlekkage
B
Gebroken arm
C
Longontsteking
D
Oorinfectie

Slide 14 - Quizvraag

complicaties
-meningitis t.g.v. lekkend hersenvocht 
(bacteriën vanuit de neus ), belangrijk dat het wel wordt opgespoord(de opening)
- zenuwbeschadiging-> uitval zintuigelijke waarnemingen(reukvermogen, blindheid, maar ook gehoorbeschadiging)



Slide 15 - Tekstslide

Wat is een meest voorkomende behandeling voor een schedelbasisfractuur?
A
Fysiotherapie
B
Operatie
C
Acupunctuur
D
Medicatie (pijnstillers) en rust

Slide 16 - Quizvraag

Behandeling
opname ZH, absolute bedverpleging, lichte anti-trendlenburg
iedere 15 minuten controle vitale functies tot de toestand stabiel is.

verpleging: decubitus, urineproductie(katheter),  vocht en voeding inname

 duur van de opname : afhankelijk van genormaliseerde vitale functies en geen hoofdpijn meer.
bij een hersenkneuzing is er altijd blijvende hersenbeschadiging (NAH)



Slide 17 - Tekstslide

Epilepsie
-complex van ziektebeelden, aanvalsgewijze pathologische impulsen. 

-oorzaak meestal  onbekend> idiopatische epilepsie (geenanatomische afwijkingen
-soms wel dan  t.g.v. tumoren, ontstekingen, traumata, circulatiestoornis hersenen, ongelukken bij de geboorte en stofwisselingsstoornissen

Slide 18 - Tekstslide

verschijnselen 
treden aanvalsgewijs op: (komen niet allemaal tegelijk voor, hangt van de vorm af)
- stoornissen van het bewustzijn
- stoornissen van de motoriek: spastische bewegingen, korte flitsende contracties van een spier of een kleine spiergroep en stijve verkrampingen. 
- zintuiglijke prikkelingssymptomen.: zoals bijv. tintelingen en pathologische reuksensaties.
- vegetatieve verschijnselen: zweten, bloedvatverwijding, braken;
- afwijkingen van de hersenactiviteit. Dit is te zien op een EEG


Slide 19 - Tekstslide

Wat is een veelvoorkomende medicamenteuze behandeling voor epilepsie?
A
Antihistaminica
B
Anti-epileptica
C
Antibiotica
D
Antidepressiva

Slide 20 - Quizvraag

Welk therapeutisch dieet kan worden gebruikt als behandeling voor epilepsie?
A
Paleo dieet
B
Atkins dieet
C
Veganistisch dieet
D
Ketogeen dieet

Slide 21 - Quizvraag

Ziekte van Parkinson
- Chronische progressieve aandoening van de hersenen vooral bij ouderen , tussen 50e en 60e levensjaar

- zenuwcellen sterven in een deel van de basale kernen  langzaam af m.a.g. een tekort aan dopamine.-> stijfheid

- Balans tussen dopamine en andere neurotransmitters raakt ook verstoord (acetylcholine en serotonine)-> concentratie- , geheugen-, en stemmingsstoornissen

Slide 22 - Tekstslide

Welk motorisch symptoom kan voorkomen bij Parkinson?
A
Ongecontroleerde spasmen
B
Krachtverlies
C
Houdingsinstabiliteit
D
Trillende stem

Slide 23 - Quizvraag

Behandeling
dagelijks met dopaminepreparaten
daarnaast :
fysiotherapie, ergotherapie, logopedie en eventueel ok een maatschappelijk werker of een gespecialiseerd vpk
complicatie -> Dementie

Slide 24 - Tekstslide

Welke problemen kunnen ook voorkomen bij de ziekte van Parkinson?
A
Gewichtstoename
B
Depressie
C
Verhoogde bloeddruk
D
Slaapstoornissen

Slide 25 - Quizvraag

Dementie
een verzamelnaam voor een aantal ziekteverschijnselen die allemaal veroorzaakt worden door niet-aangeboren afwijkingen in de hersenen-> Dementieel syndroom

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de betekenis van het woord syndroom?
A
Een specifieke oorzaak van een aandoening
B
Een verzameling van symptomen bij een ziekte
C
Een geneesmiddel voor een ziekte
D
Een medische test voor diagnose

Slide 27 - Quizvraag

Meest voorkomende vormen
ziekte van Alzheimer, 70%
vasculaire dementie, 16 %
Lewy-bodydementie, ongeveer 6 %
frontotemporale dementie, ongeveer 3%

Slide 28 - Tekstslide

kenmerken van Dementie
- achteruitgang van geheugen, zowel korte- als lange termijn geheugen. Dit valt  ook als eerste op.
- Het denkvermogen, het intellect en het gevoelsleven gaan ook achteruit.
-  Stoornissen in het abstracte denken (niet vooruit kunnen denken-> plannen maken)         Stoornissen in het beoordelingsvermogen (bijvoorbeeld vergeten dat het gasfornuis aanstaat). 
- Desoriëntatie in tijd, plaats en persoon
- Decorumverlies

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

wat kan een oorzaak van van Dementie
A
Hoge bloeddruk
B
arteriosclerose hersenvaten
C
Alcohol
D
Roken

Slide 31 - Quizvraag

Behandeling/ begeleiding
Het bieden van structuur en een rustige benadering is erg belangrijk bij de begeleiding
Houd het gesprek simpel en maak niet lange zinnen 

Slide 32 - Tekstslide

meningitis
ontsteking van de hersenvliezen
oorzaak : bacterie , maar kan ook een virus zijn
kan epidemische vormen aannemen (vooral bij kinderen)
zit in het rijksvaccinatieprogramma (14 maanden / 14 jaar)

Slide 33 - Tekstslide

Wat zijn enkele bekende verschijnselen bij meningitis?
A
hoofdpijn en braken
B
rode vlekjes op de huid
C
stijve nek
D
keelpijn

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een veelvoorkomende methode om meningitis te diagnosticeren?
A
MRI-scan
B
Bloedonderzoek
C
Urineonderzoek
D
Lumbaalpunctie

Slide 35 - Quizvraag

Behandeling
- Antibiotica (bacteriële infectie)
- bedrust
- goede observatie door vpk , kan soms snel verslechteren

- virale infectie : lichaam moet zichzelf genezen(wel pijnbestrijding) , 
m.u.v. de herpes meningitis->aciclovir, zoek het maar op!

Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk
encefalitis en hersen abces : Zelf lezen en bestuderen
Opdrachten 24 : C maken voor de volgende keer

Slide 37 - Tekstslide