In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Herzlich Willkommen
Lektion 6
Slide 1 - Tekstslide
Planung
Hoofdletters uitleg
Aan de slag met de opdracht
Lezen
Opgaven maken
Slide 2 - Tekstslide
Ziel (lesdoel)
Aan het einde van het uur weet je wanneer je een hoofdletter gebruikt.
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer gebruik je in het Nederlands een Hoofdletter?
Slide 4 - Woordweb
Wat schrijf je in het Duits met een hoofdletter?
Elke zin start met een hoofdletter
Namen van mensen, huisdieren, steden enz.
Alle zelfstandige naamwoorden
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een zelfstandig naamwoord?
Alle mensen, dieren en dingen.
Alle woorden waar je de, het of een voor kan zetten.
In het Duits: der, die, das of ein
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Aufgabe:
Markeer alle hoofdletters van de Duitse woorden!
Waar?
Seite 88
Lektion 5
Aufgabe 9
timer
3:00
Slide 8 - Tekstslide
Waar moeten de hoofdletters? Schrijf de tekst
over en maak alle hoofdletters héél duidelijk.
hallo, guten tag!
wie heißt du? ich heiße max. wie alt bist du und wo wohnst du? ich wohne in einem großen haus in delft, in den niederlanden. ich gehe in die achte klasse. meine lehrerin heißt frau venema. was ist deine telefonnummer? ich habe viele hobbys. ich singe und ich höre gern musik.
tschüs!
laura
Slide 9 - Tekstslide
Waar moeten de hoofdletters? Schrijf de tekst
over en maak alle hoofdletters héél duidelijk.
Hallo, guten Tag!
Wie heißt du? Ich heiße Max. Wie alt bist du und wo wohnst du? Ich wohne in einem großen Haus in Delft, in den Niederlanden. Ich gehe in die achte Klasse. Meine Lehrerin heißt Frau Venema.Was ist deine Telefonnummer? Ich habe viele Hobbys. Ich singe und ich höre gern Musik.
Tschüs!
Laura
Slide 10 - Tekstslide
Antwoorden
Der Mann kommt aus den Niederlanden.
Am Dienstag fahre ich nach Paris.
Wo sind Max und Melanie?
FrauMüller hat zweiSchwestern.
Er heißt Robert Lewandowski.
Sie ist ein Fan von Manuel Neuer.
Slide 11 - Tekstslide
Lesen
Was macht ihr in der Freizeit?
Seite 91, 92
Slide 12 - Tekstslide
Ziel (lesdoel)
Ik weet nu wanneer ik een hoofdletter moet gebruiken in het dus en kan dit (deels) toepassen.