Jeelo steen 250: gezond eten

Gezond eten:
Wat weet jij al over
de schijf van 5?
1 / 16
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Gezond eten:
Wat weet jij al over
de schijf van 5?

Slide 1 - Woordweb

De schijf van 5
5 vakken met gevarieerde producten:

  1. brood, granen, aardappels, rijst,  pasta en couscous
  2. dranken zonder suiker
  3. groente en fruit
  4. vet en olie
  5. zuivel, vlees, vis, ei,  vleesvervangers en peulvruchten 

Slide 2 - Tekstslide

De schijf van 5 bestaat uit 5 vakken. Welk vak hoort er niet bij?
A
Groente en fruit
B
Vet en olie
C
Water, melk en vruchtensap
D
Zuivel, vlees, vis, ei, peulvruchten en vleesvervangers

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Als je uit elk vak 1 product per dag eet dan ben je gezond bezig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

4

Slide 5 - Video

00:33
Wat is duurzamer eten en drinken?

Dat is eten en drinken dat....
A
beter is voor het milieu.
B
duurder is dan ander eten.
C
langer houdbaar is.

Slide 6 - Quizvraag

01:02

In welk vak hoort melk thuis?
A
Het groene vak: Groenten en fruit
B
Het roze vlak: Zuivel, vlees, vis, eieren
C
Het oranje vak: Brood, granen en rijst
D
Het blauwe vak: Dranken

Slide 7 - Quizvraag

01:41
Snoep en koekjes staan niet in de schijf van 5.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

02:25
Welke keuze is beter voor het milieu?
A
Afwisselend te eten uit de schijf van 5.
B
Door veel groente en fruit te eten.
C
Af en toe vlees een dagje over slaan.
D
De schijf van 5 aan te vullen met snoep en koekjes.

Slide 9 - Quizvraag

Gevarieerd en regelmatig eten
Om gezond te blijven moet je gevarieerd eten. Dus steeds iets anders kiezen!

Welke maaltijden mag je niet over slaan?
  • Ontbijt
  • Lunch
  • Avondeten

Tussendoortjes: 3 of 4 keer een klein extraatje

Slide 10 - Tekstslide

Eet niet teveel en beweeg
Door te bewegen en sporten verbrand je je eten. Dit geeft je energie om dingen te doen. Als je veel beweegt verbrand je lichaam extra snel. 

Je rekent met calorieën, dat is de maat voor energie in je lichaam. 

  1. Veel calorieën en weinig verbranden (bewegen/sport) --> dikker
  2. Evenveel calorieën als verbranding (bewegen/sport) --> gewicht gelijk
  3. Weinig calorieën en veel verbranden (bewegen/sport) --> dunner

Slide 11 - Tekstslide

Vetten en calorieën
In vet zitten veel calorieën, je wordt er snel dik van. Toch is het gezond, kijk maar op de schijf van 5. 

Er zijn 2 soorten vetten:
  1. Verzadigd vet (=ongezond)
  2. Onverzadigd vet (=gezond, bevat belangrijke voedingsstoffen)

Trucje:            Verzadigd = Verkeerd       Onverzadigd = Oké

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je nu over
calorieën?

Slide 13 - Woordweb

Groente, fruit en brood: boordevol vezels
Groente, fruit en brood zijn erg gezond. Er zitten belangrijke vezels in. Tenminste in volkorenbrood, witbrood kun je beter niet te vaak eten!

Wanneer eet je gezond? Als je per dag ongeveer:
  • 2 stuks fruit eet
  • 3 opscheplepels groenten eet
  • 4 sneetjes brood eet


Slide 14 - Tekstslide

Eet veilig
Let goed op wat je eet. Soms is eten niet meer goed. Je kan dan voedselvergifiting krijgen. 

Hoe kun je dit voorkomen?
  • Kijk goed hoe je eten moet bewaren
  • Kijk naar de houdbaarheidsdatum
  • Kijk of de verpakking niet kapot of beschadigd is
  • Ruik en kijk naar het eten voordat je het opeet


Slide 15 - Tekstslide

Hoe zorg je ervoor dat je geen voedselvergiftiging krijgt?
A
Kijk naar de houdbaarheidsdatum
B
Bewaar het eten op de juiste manier
C
Let erop dat de verpakking nog goed is
D
Kijk naar het eten en ruik er eerst aan

Slide 16 - Quizvraag