Dit zijn de laatste twee lessen van de reeks over filmscène maken.
Deze lessenreeks sluit goed aan op de les over basis filmvaardigheden. Hierin worden filmkaders, tegenlicht, dramatische as en beeldcompositie behandeld. Zorg dat je leerlingen bekend zijn met deze filmvaardigheden voordat ze aan dit project beginnen.
Dit project is verdeeld over 5 lessen van 45 minuten. Als je klassikaal wilt terugkijken moet je hier ook extra tijd voor rekenen.
Leerdoelen:
- Leerlingen weten na deze lessen hoe een klassieke opbouw van een verhaal in elkaar zit;
- Leerlingen trainen hun verbeeldingskracht door samen een verhaal te verzinnen;
- Leerlingen oefenen met vooruitdenken en plannen tijdens de voorbereidingen;
- Leerlingen kunnen na deze lessen monteren in een simpel montageprogramma;
- Leerlingen oefenen met samenwerken met een duidelijke rolverdeling.
Inhoud van de filmscène:
Leerlingen zijn vrij in het bedenken van een verhaal, maar je kunt ook kaders geven. Kijk wat jouw klas nodig heeft. Kaders kunnen bijvoorbeeld zijn:
- Een beginzin geven waar de scène mee moet starten.
- Een einde of eindbeeld geven waar de scène mee moet eindigen.
- Een onderwerp geven waar de scène over moet gaan.
- Filmlocatie vooraf bepalen.
Begeleiding:
Maak groepjes van 3 tot 5 leerlingen. Houdt rekening met dat er steeds maximaal twee leerlingen aan de montage kunnen werken in de laatste les. Tenzij er meerdere devices zijn om op te monteren. Dan kun je filmmateriaal delen en ieder lid van het groepje met hetzelfde materiaal een eigen eindresultaat laten monteren.
Deze lessenreeks is gemaakt als leerlingen-les. Maar jij bent als docent wel nodig voor de begeleiding. Belangrijke momenten zijn:
- Verhaal: Kijk mee met de leerlingen of ze hun verhaal niet te lang maken met teveel verschillende ‘afslagen’.
- Voordat leerlingen de deur uit gaan om te filmen: hebben ze hun voorbereiding op orde? Zie je dat er verschillende filmkaders zijn gekozen voor de shots?
Techniek:
Voor deze lessen hebben leerlingen een device nodig waarmee ze kunnen filmen en monteren.
Begrippenlijst:
- Filmkader: close-up, medium, totaal, over-the-shoulder.
- Perspectief: de hoek waar vanuit je iets filmt (bijv. hoger of lager dan ooghoogte).
- Shot: filmopname.
- Dramatische as: een regel die je toepast als je twee mensen in gesprek filmt.
- Storyboard: verzameling uitgetekende shots van een filmscène.
- Opname routine: Een vaste werkwijze tijdens de filmopnamen.
- Ruwe montage: alle shots in ongeveer de goede volgorde maar nog niet op maat gesneden.
- Cut-away: in de montage knippen naar een ander shot om vervolgens weer terug te gaan naar het beginshot.