H6 Negatieve (decimale) getallen optellen en aftellen

H6 Negatieve (decimale) getallen optellen en aftellen
Nodig:
  • Pen + Potlood
  • Laptop              
  • RUITJESschrift
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H6 Negatieve (decimale) getallen optellen en aftellen
Nodig:
  • Pen + Potlood
  • Laptop              
  • RUITJESschrift

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Les 1
  • Herhaling negatieve getallen
  • Uitleg negatieve decimale getallen
  • Aan de slag
Les 2
  • Uitleg negatieve getallen optellen en aftellen
  • Aan de slag


Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Les 1
  • Herhaling negatieve getallen
  • Uitleg negatieve decimale getallen
  • Aan de slag



Slide 3 - Tekstslide

Is -20 een positief of een negatief getal?
A
Positief
B
Negatief

Slide 4 - Quizvraag

Welk getal ligt in
het midden van
-8 en 2?

Slide 5 - Open vraag

-56 groter, kleiner of gelijk aan 1?
A
-56 < 1
B
-56 > 1
C
-56 = 1

Slide 6 - Quizvraag

32 groter, kleiner of gelijk aan -32?
A
32 < -32
B
32 > -32
C
32 = -32

Slide 7 - Quizvraag

Uitleg negatieve decimale getallen


Op de borden




Slide 8 - Tekstslide

Uitleg negatieve decimale getallen


Soorteer de getallen van klein naar groot:


-48,6
Kleinst                                                                            Grootst
27,35
-27,9
47,63
-1,2
45,9
-18,97

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg negatieve decimale getallen
Tussen welke 
gehele getallen liggen de volgende decimale getallen
  • 1,1
  • 12,3
  • 15,8
  • 14,23
  • 8,99
  • 4,12
  • -2,1
  • -32,3
  • -5,8
  • -18,76
  • -9,99
  • -0,12

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerkopgave

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
  • Ga naar Bettermarks
  • Maak alle opdrachten onder 'Huiswerkopgaven'
  • Maak paragraaf 1 verder af (1.3 t/m 1.5)
  • Klaar? Ga verder met de rest

  • Huiswerk volgende week:
  • Paragraaf 2 en 3
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?




Les 2
  • Uitleg negatieve getallen optellen en aftellen
  • Aan de slag


Slide 13 - Tekstslide

Uitleg negatieve getallen optellen en aftellen
Ga weer in hetzelfde groepje bij de borden staan

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg negatieve getallen optellen en aftellen
Teken op het bord een getallenlijn van -10 tot 10.
Zet streepjes voor elke stap

Laat met de getallenlijn zien hoe je kan 5 - 2 kan berekenen

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg negatieve getallen optellen en aftellen
Bereken met behulp van de getallenlijn:
5 + 2 = 7
3 - 7 = -4
4 - 8 = -4
-3 - 5 = -8
-8 - 1 = -9
-4 + 10 = 6
-8 + 12 = 4
10 + - 3 = 7
-5 + 15  = 10
-3 + - 1 = -4
5 - - 3 = 8
4 - - 1 = 5
-7 - - 10 = 3
-4 - - 12 = 8

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg negatieve getallen optellen en aftellen
Samenvatting

+ -  wordt -       b.v. 3 + -2 = 3 - 2 = 1          of -10 + -6 = -10 - 6 = -16
- -  wordt +       b.v. 8 - -4 = 8 + 4 = 12       of -12 - -20 = -12 + 20 = 8

Slide 17 - Tekstslide

5 - 8 = ?

Slide 18 - Open vraag

-3 - 9 = ?

Slide 19 - Open vraag

12 + -7 = ?

Slide 20 - Open vraag

-16 - -8 = ?

Slide 21 - Open vraag

-10 - 8 = ?

Slide 22 - Open vraag

8 - -2 = ?

Slide 23 - Open vraag

Aan de slag
  • Ga naar Bettermarks
  • Maak alle opdrachten onder 'Huiswerkopgaven'
  • Maak paragraaf 1 verder af (1.3 t/m 1.5)
  • Klaar? Ga verder met de rest

  • Huiswerk volgende week:
  • Paragraaf 2 en 3
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Uitleg negatieve getallen
Op een thermometer staat de temperatuur aangegeven



Samenvatting

Een getal boven de 0 is positief
Een getal onder de 0 is negatief

Slide 25 - Tekstslide

Uitleg negatieve getallen
Draaien van een thermometer
Getallenlijn

Slide 26 - Tekstslide

Uitleg negatieve getallen
Samenvatting                                          Voorbeelden

3 < 5     (3 is kleiner dan 5)

12 > 2    (12 is groter dan 2)

  8 = 8       (8 is gelijk aan 8)
<
is kleiner dan
is groter dan
>
=
is gelijk aan

Slide 27 - Tekstslide

Uitleg negatieve getallen optellen en aftellen
Samenvatting

+ -  wordt -       b.v. 3 + -2 = 3 - 2 = 1          of -10 + -6 = -10 - 6 = -16
- -  wordt +       b.v. 8 - -4 = 8 + 4 = 12       of -12 - -20 = -12 + 20 = 8

Slide 28 - Tekstslide