Herhaling H3 Grieken

De Grieken: Herhaling
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Grieken: Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Programma
4.1 :herhalen en nakijken
Herhalen H3 de Grieken

Slide 2 - Tekstslide

Grieken: van stad naar wereldrijk

Slide 3 - Woordweb

herhalen H3

Slide 4 - Tekstslide

Onafhankelijke staten
  • Griekenland was niet één staat, maar bestond uit verschillende stadstaten, in het Grieks wordt dit een poleis genoemd

  • Veel steden waren rondom een akropolis gebouwd, een vesting op een heuvel of een rots

Slide 5 - Tekstslide

Landbouw en kolnisatie
De Grieken leefden van de landbouw.
Veel goede landbouwgrond was er helaas niet in Griekenland, slechts 20% van het land was geschikt voor landbouw..

Daarom stichten zij kolonies in andere gebieden.
Kaart

Slide 6 - Tekstslide

Nijverheid
Het commerciële hart van de stad was de agora.
Op de agora was de markt met daaromheen tempels en overheidsgebouwen
In de loop der tijd zijn er steeds meer ambachten ontstaan: bakker, metselaar, wever, schilder, scheepsbouwer. 

Al deze ambachten worden samen wel nijverheid genoemd.

Slide 7 - Tekstslide

Internationale handel
Dankzij de Griekse kolonisatie groeide ook de handel rond de Middenlandse zee. 

De Grieken kwamen ook in contact met Aziatische culturen waar ze in specerijen handelden.

Slide 8 - Tekstslide

Ontmoeting van culturen
De Grieken leerden schrijven van de feniciërs en ontwikkelden een eigen schrift.

Via Turkije kwamen de Grieken in contact met geld, en namen dit systeem over, er ontstond een geldeconomie in de Griekse wereld

Slide 9 - Tekstslide


De Atheense 
democratie




  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd gestemd over belangrijke beslissingen.
  • Dat was niet altijd zo geweest...

Slide 10 - Tekstslide


Democratie?!




  • Niet helemaal...
  • ...alleen mannelijke burgers (ongeveer 16% van de bevolking) 
  • Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.

Slide 11 - Tekstslide

Monarchie 


  • \

  • Koning en erfopvolging
  • Alleenheerschappij
Tirannie




  • Alle macht bij een persoon
  • Verkregen door gebruik geweld (staatsgreep)
  • Zowel goede als slechte tirannen

Slide 12 - Tekstslide

Aristocratie
  • Kleine groep machthebbers
  • bevoorrecht door afkomst en aanzien
  • Uit adelijke families

Slide 13 - Tekstslide

Hoe werden de oude Grieken geregeerd?
A
Zij waren één groot rijk
B
Alle stadstaatjes waren een democratie
C
Alle stadstaatjes hadden een koning
D
Er waren verschillende stadstaatjes met een eigen regeervorm

Slide 14 - Quizvraag

Waarom kon in het oude Griekenland geen eenheidsstaat ontstaan?
A
Het berglandschap maakte een centraal bestuur onmogelijk.
B
De Atheners en de Spartanen voerden telkens oorlog met elkaar.
C
Griekenland werd voortdurend aangevallen door de Perzen.
D
Er waren te weinig ambtenaren om heel Griekenland te besturen.

Slide 15 - Quizvraag

Waarom gingen de oude Grieken koloniseren?
A
De oude Grieken vonden het leuk om te reizen
B
De oude Grieken ontdekten per toeval nieuw land
C
De oude Grieken moesten vluchten voor oorlog
D
De oude Grieken gingen op zoek naar vruchtbare grond

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht 4 : (R)(1p) Alexander de Grote veroverde een enorm Rijk. Maar na zijn dood viel dit al snel uiteen. Hoe kwam dat? Kies het juiste antwoord.
A
A. De Perzen sloegen terug. Zodra ze hoorden dat Alexander dood was, veroverden ze hun land weer terug.
B
B. De drie zoons van Alexander maakten ruzie over hoe het Rijk het beste beschermd kon worden. Ze konden het niet eens worden en daardoor viel het Rijk uiteen.
C
C. Alexander werd opgevolgd door zijn vrouw, Roxanne. Maar zij was een prinsesje dat helemaal geen verstand had van vechten. Dus vielen verschillende buurvolken het Rijk binnen en Roxanne had geen idee wat ze daar tegen kon doen.
D
D. Alexanders generaals wilden allemaal een deel van het Rijk hebben, waardoor het Rijk in stukken werd gedeeld.

Slide 17 - Quizvraag

opdracht 10 (I) (2p)
Bekijk de afbeelding, leg uit dat deze afbeelding niet gemaakt kan zijn in de prehistorie.

Slide 18 - Open vraag

Wat er in een Agora te vinden?
Bestuursgebouwen
Arme wijken
Plein
Markt
Woning van ambachtsman

Slide 19 - Sleepvraag

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Oudheid
Kolonie
Slaaf
Stadstaat
Tijd van Grieken en Romeinen

Plaats waar een groep mensen zich vestigt

Iemand in bezit van een ander

Staat die bestaat uit een stad met het gebied eromheen

Slide 20 - Sleepvraag

Zet op de juiste plek in de piramide van Athene
Mannen uit de stadstaat
Vrouwen
Slaven
Mannen van buiten de stadstaat

Slide 21 - Sleepvraag

Bij welk begrip past deze afbeelding het best?
A
Oudheid
B
stadstaat
C
kolonie
D
zelfstandig

Slide 22 - Quizvraag

Welke bestuursvorm had Athene in het oude Griekenland?
A
Aristocratie
B
Democratie
C

Slide 23 - Quizvraag

1. Het Oude Griekenland was een landbouwsamenleving

2. Op deze afbeelding zie je een Polis.

3. Athene was de grootste polis in het Oude Griekenland.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Alleen uitspraak 2 en 3 zijn juist
D
Alleen uitspraak 1 en 3 zijn juist.

Slide 24 - Quizvraag

De oude Grieken leefden in...
A
de Prehistorie
B
de Oudheid
C
de Vroegmoderne tijd
D
de Middeleeuwen

Slide 25 - Quizvraag

In wat voor soort samenleving leefden de oude Grieken?
A
landbouwsamenleving
B
landbouwstedelijke samenleving
C
samenleving van jager-verzamelaars
D
informatiesamenleving

Slide 26 - Quizvraag

Stappenplan tijdens het antwoorden

H: herhaal de vraag.
O: omdat (belangrijk begrip of antwoord op de vraag geven).
U: uitleggen van het antwoord
D: Daarom/dus: laten zien dat je een punt maakt. Eisen van punten. Controle.

Slide 27 - Tekstslide

Waarom gingen de oude Grieken kolonies stichten?

Slide 28 - Open vraag