Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
YW1 toets voorbereiding
YW1 toets voorbereiding
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
14 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
YW1 toets voorbereiding
Slide 1 - Tekstslide
chartaal geld
,
munten en biljetten
giraal geld,
geld op de bankrekening
Slide 2 - Tekstslide
Nieuw saldo berekenen
oud saldo
+ Ontvangsten
- Uitgaven
-----------------
nieuw saldo
+ Positief saldo = Credit Saldo
- Negatief saldo = Debet Saldo =
rood staan
Slide 3 - Tekstslide
Saldo
Het bedrag dat op je bankrekening staat is je saldo
Via een bank-app kun je je saldo zien.
Slide 4 - Tekstslide
Vergelijkend warenonderzoek
De consumentenbond geeft bijvoorbeeld informatie over producten door vergelijkend warenonderzoeken te houden en dit te publiceren.
Slide 5 - Tekstslide
Soorten uitgaven
Vaste lasten
Huishoudelijke uitgaven (of dagelijkse uitgaven)
Incidentele uitgaven
Slide 6 - Tekstslide
Soorten inkomens
Loon
Winst
Uitkering
Slide 7 - Tekstslide
Begroting
Begroting
= overzicht van uitgaven die je nog moet doen en inkomsten die je nog moet krijgen
Budgetteren
= het maken van een begroting
Slide 8 - Tekstslide
Gemiddelde berekenen
Stel je haalt de volgende cijfers 6, 5 en een 7.
Wat is je gemiddelde?
het totaal : het aantal = gemiddelde
Slide 9 - Tekstslide
Eigen risico
Slide 10 - Tekstslide
Procenten berekenen
Deel : geheel x 100%
Ik zet € 120 op de bank. Ik krijg € 10 rente per jaar.
Hoeveel procent bedraagt de rente?
€10 : 120 x 100 = € 8,33
Stel ik krijg € 25 rente per jaar. Hoeveel euro bedraagt de rente?
€ 25 : 120 x 100 = € 20,83
Slide 11 - Tekstslide
Begroting
Inkomsten
Uitgaven
Loon €500
Boodschappen €450
Winst €300
Netflix €8
Uitkering € 250
Huur €600
Totaal: €1.050
Totaal €1.058
Slide 12 - Tekstslide
Geldfuncties
Hoe jij je geld gebruikt , noemen je de
geldfuncties
.
De drie geldfuncties
:
Geld als ruilmiddel: wanneer je iets koopt
Geld als spaarmiddel: wanneer je geld bewaart voor later
Geld als rekenmiddel: wanneer je de waarde van iets aangeeft in geld
Bijvoorbeeld
Je verzekert je fiets voor €430 euro. Je drukt de waarde van de fiets uit in geld
Slide 13 - Tekstslide
Verzekering afsluiten (1)
Verzekeraar: = verzekeringsmaatschappij
Verzekerde = ben jijzelf
Polis;
Bewijs dat je een verzekering hebt afgesloten.
Premie:
Het bedrag dat je als verzekerde betaalt voor de verzekering.
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Leerjaar 4 Economie hst 2 les 3 nieuw
Oktober 2020
- Les met
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Hoofdstuk 2 Jij en je geld
December 2022
- Les met
31 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Betalen
Januari 2019
- Les met
31 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
leerjaar 3 hst 3 les 1
December 2019
- Les met
12 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
M4 Herhalingsles H2
Oktober 2020
- Les met
31 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Hoofdstuk 2 Jij en je geld
Maart 2023
- Les met
43 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Herhaling H2 Jij en je geld
Juli 2023
- Les met
22 slides
2.1 Waarmee betaal je?
Augustus 2018
- Les met
46 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld