3.6 spreken, kijken en luisteren

3.6 spreken, kijken en luisteren
leerdoelen:
  • Je kunt de sprekersbedoeling vaststellen

Maar eerst: woordjes overhoren!!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.6 spreken, kijken en luisteren
leerdoelen:
  • Je kunt de sprekersbedoeling vaststellen

Maar eerst: woordjes overhoren!!

Slide 1 - Tekstslide

Jij zegt: 'De toets gaat over hoofdstuk 2. 'en je vriendin zegt: 'Nee, hij gaat over hoofdstuk 3.' Waarom zegt je vriendin dit? Wat is haar doel?

Slide 2 - Open vraag

Stel, je geeft een compliment. Wat kan je doel zijn?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een sprekersbedoeling?

Slide 5 - Woordweb

Welk woord geeft de sprekersbedoeling aan in: De bus rijdt vandaag niet, dus ik ga met de fiets
A
niet
B
dus
C
ga
D
fiets

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de sprekersbedoeling:
De bus rijdt vandaag niet, dus ik ga met de fiets
A
aanvulling geven
B
mening geven
C
conclusie trekken
D
samenvatting geven

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord geeft de sprekersbedoeling aan in: Verder eet hij graag vis
A
verder
B
hij
C
graag
D
eet

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord geeft de sprekersbedoeling aan in:
Hij heeft vermoedelijk weinig gefietst
A
hij
B
weinig
C
vermoedelijk
D
heeft

Slide 9 - Quizvraag

Bedoel je nou dat het feest morgen niet doorgaat?
A
correctie
B
vermoeden
C
samenvatting
D
verduidelijking

Slide 10 - Quizvraag

Dus jij komt niet naar school?
A
aanvulling
B
conclusie
C
mening
D
vermoeden

Slide 11 - Quizvraag

Ik vind dat een erg goed boek
A
mening
B
samenvatting
C
correctie
D
vermoeden

Slide 12 - Quizvraag

Ik verwacht dat er veel mensen komen.
A
mening
B
samenvatting
C
correctie
D
vermoeden

Slide 13 - Quizvraag

meerdere bedoelingen met één zin
  1. Dus je houdt niet van sla (beslist gezegd) ; conclusie trekken 
  2. Dus je houdt niet van sla? (vragend); verduidelijking vragen
  3. Dus daarom houd jij niet van sla! (met een lach): kan een grapje zijn 

Slide 14 - Tekstslide

Bedenk een zin die je op verschillende manieren kunt zeggen.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Huiswerk 3.6 spreken, kijken en luisteren
Maak de volgende opdrachten:
5 a,b,c en D

Kijk- en luistertaak
opdracht 8 tot en met 12

Slide 17 - Tekstslide