PSY Hoofdstuk 6.4

.


Tijdens het begin van de les inloggen in LessonUp



1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

.


Tijdens het begin van de les inloggen in LessonUp



Slide 1 - Tekstslide

6.4 Spelontwikkeling
Ontwikkeling van het kind van 0 tot 6 jaar
NU Pedagogisch Werk
Opvoeding en ontwikkeling
Leerboek 
Bladzijde 176 t/m 182

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan jullie leren vandaag:
Aan het einde van deze les kunnen jullie :
  • Koppelen van de kennis over de verschillende soorten spel door een voorbeeld van een spelsoort van te noemen
  • Reproduceren hoe de spelontwikkeling verloopt van de baby, peuter en kleuter door kenmerken te benoemen
  • Toelichten welke rol een pedagogisch medewerker heeft bij de spelontwikkeling van jonge kinderen door het gewenste gedrag van de pedagogisch medewerker te benoemen
  • Toelichten welke spelvorm passend is bij welke ontwikkelingsleeftijd door hier de theorie uit het leerboek aan te koppelen
  • Inschatten welke leerdoelen je behaald hebt door deze te benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Waarom gaan jullie dit leren:

Slide 4 - Tekstslide

Hoe gaan jullie dit leren:
  • 05 min     Opstarten les
  • 10 min     Interactieve uitleg theorie
  • 10 min     Online quiz over de theorie
  • 20 min     Uitleg individuele opdracht + aan het werk
  • 10 min     Delen van de uitkomsten van de opdracht
  • 05 min     Afsluiting les

Slide 5 - Tekstslide

Wat heb jij met 'spel' gedaan toen je nog op de stageplek was?
(Foto opzoeken en uploaden)

Slide 6 - Open vraag

En nu begint de les pas echt

Slide 7 - Tekstslide

Spelen
  • Kinderen leren veel van spelen en dit is belangrijk voor de ontwikkeling van het kind (Sociaal/Cognitief/Motoriek) 
  • Leren de wereld te ontdekken
  • Naar oplossingen te zoeken
  • Samen te werken 
  • Zelfstandig te denken

Slide 8 - Tekstslide

Spelontwikkeling
=
De stappen die kinderen maken in het spelen

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden van verschillende soorten spel:


  1. Bewegingspel (klimmen, rennen )
  2. Manipulerend spel (klei, water)
  3. Rollenspel (vadertje en moedertje)
  4. Constructiespel (lego, hutten bouwen)

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende soorten spel:

  1. Bewegingspel 
  2. Manipulerend spel (onderzoeken)
  3. Rollenspel 
  4. Constructiespel 

Wie kan een voorbeeld geven van een soort spel in de KOV?

Slide 11 - Tekstslide

Baby en dreumes 0-2 jaar 
  • Speelt nog niet samen, maar zijn wel geinteresseerd in de omgeving
  • Gebruikt vooral zijn zintuigen (voelen, horen, ruiken, kijken, proeven)
  • Als pedagogisch medewerker aansluiten bij de mogelijkheden van een baby/dreumes
  • Een baby raakt gemakkelijk overprikkeld

Slide 12 - Tekstslide

Kijkersvraag bij de volgende video

Welke zintuigen worden gestimuleerd bij het spel van baby Saar?

Slide 13 - Tekstslide

1

Slide 14 - Video

00:26
Welke zintuigen worden gestimuleerd bij het spel van baby Saar?

Slide 15 - Open vraag

Peuter 2-4 jaar
Fases van de spelontwikkeling bij peuters:
  1. Ongericht spel (rondlopen en kijken)
  2. Toeschouwersgedrag (intensief naar anderen kijken)
  3. Solitair spel (alleen spelen)
  4. Parallel spel (kinderen spelen naast elkaar, doen elkaar na)
  5. Associatief spel (materialen uitwisselen, met elkaar praten)

Slide 16 - Tekstslide

Peuters:
Voorkeur voor bewegingsspel 

  • Rennen over het plein 
  • Dansen en springen
  • Speeltoestel --> Glijbaan/klimtoestel/ballenbak
  • En daarbij elkaar nadoen

  • Buiten spelen is belangrijk! 

Slide 17 - Tekstslide

Manipulerend spel
  • Onderzoeken en ontdekken: klei, zand, water
  • Met materialen spelen en daarmee rollen, slaan, gooien en stapelen en dit steeds weer herhalen
  • Torens bouwen, met poppen spelen
  • Klimmen en stoeien met andere kinderen of ouders

Slide 18 - Tekstslide

Rol van de pedagogische medewerker
  • Mogelijkheden bieden tot keuze van spelmateriaal voor ieder kind
  • Veel aandacht voor bewegingsspel 
  • Bewegingsspel binnen maar vooral ook buiten
  • Manipulerend spel ombuigen naar acceptabele vorm

Slide 19 - Tekstslide

kleuter 4-6 jaar 
  • Rollenspel = vader en moedertje, politie en boef, dokter en patient, dit wordt ook wel symbolisch spel genoemd, het doen alsof

  • Groep 1 +2 = verschillende hoeken ingericht (de poppenhoek, bouw hoek etc.) = mogelijkheden om rollenspellen te spelen

Slide 20 - Tekstslide

Hoeken

Kinderen ontdekken al spelend de systematiek, en leren dit via herhaald oefenen te beheersen. Bij ontwikkelingsmateriaal staat het doel meer centraal dan bij speelgoed, maar het materiaal draagt vooral bij tot de brede ontwikkeling.

Voorwaarden werken met ontwikkelingsmateriaal (Poel & Blokhuis, 2009): visueel aantrekkelijk, compleet zijn en heel (niet kapot),  duidelijke regels én structuur en minimale inmenging van buitenaf

Ontwikkelingsmaterialen kunnen één of meerdere ontwikkelingsdoelen dienen:
Concentratie. grove/fijne motoriek, ruimtelijk inzicht, oog-hand coördinatie, zelfstandigheid, waarneming, ordenen, sorteren, associëren en groeperen, probleemoplossend denken, korte termijngeheugen, tellen, lezen, luisteren en schrijven/tekenen, oriëntatie van ruimte, tijd en wereldverkenning

Slide 21 - Tekstslide

Rol van de pedagogische medewerker
  • Mag meespelen, maar het niet overnemen
  • Vragen stellen: ‘wat doen we nu?’ 
  • Kind fantasie laten gebruiken
  • Afwisselen in materialen, speelhoeken veranderen
  • Aan de regels herinneren (samen spelen, eerlijk verdelen)
  • Duidelijke afspraken maken
  • Kinderen mee laten beslissen over de activiteiten

Slide 22 - Tekstslide

Okay....... wat weten we nog?

Slide 23 - Tekstslide

Baby's spelen en leren
vanuit hun zintuigen
Welk zintuig wordt gestimuleerd
door dit voorbeeld -->
A
ruiken
B
voelen

Slide 24 - Quizvraag

De ontwikkelingsstappen
die kinderen maken in het
spelen noemen we:
A
Motorische ontwikkeling
B
Spelontwikkeling

Slide 25 - Quizvraag

Peuters hebben een voorkeur voor bewegingsspel
Voorbeeld van bewegingsspel is:
A
rennen, klimmen, springen, fietsen
B
Knikkerbaan, stromend water, bal gooien

Slide 26 - Quizvraag

Wie hebben een voorkeur
voor rollenspel/symbolisch spel:
A
Kleuters
B
Peuters

Slide 27 - Quizvraag

Peuters hebben voorkeur om te onderzoeken en te ontdekken tijdens het spelen. Dit noemen we:



A
Bewegingsspel
B
Manipulerend spel

Slide 28 - Quizvraag

Bewegings
spel
Rollen
spel
Constructie
Spel

Spelen door dingen te maken en te bouwen

Kinderen kruipen in de huid van een ander
Kinderen ontwikkelen hun motoriek en kracht

Slide 29 - Sleepvraag

Opdracht Collage

Maak individueel een collage over 

spelvormen op een uitwerkblad


Eisen staan op de volgende dia


Per groep is er op teams een chat 

waar je met elkaar kunt overleggen/ tips kunt geven

voorbeelden kunt uitwisselen


Slide 30 - Tekstslide

Eisen collage 
  • Spelvormen kunnen uitgevoerd worden op de KOV
  • 2 afbeeldingen van spelvormen zoeken die geschikt zijn voor je doelgroep
  • Bij elke spelvorm toelichten waarom het passend is bij je doelgroep door hier de theorie uit het leerboek aan te koppelen
  • Bij elke spelvorm toelichten met welk gedrag de  pedagogisch medewerker de spelontwikkeling je doelgroep kan stimuleren

Bij vragen: 
Eerst in de eigen chat, daarna in de videochat
Ben je klaar? Melden in de chat, je krijgt een nieuwe opdracht
timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide

Collage's Baby

Slide 32 - Open vraag

Collage's Peuter

Slide 33 - Open vraag

Collage's kleuter

Slide 34 - Open vraag

Wat heb jij vandaag geleerd wat je nog niet wist?:

1 Een voorbeeld kunnen benoemen van verschillende soorten spel

2 Kenmerken kunnen benoemen van het verloop van de spelontwikkeling van de baby, peuter en kleuter

3 Gedrag benoemen van de pedagogisch medewerker wat de spelontwikkeling van kinderen stimuleert

4 • Toelichten welke spelvorm passend is bij welke ontwikkelingsleeftijd door hier de theorie uit het leerboek aan te koppelen

Slide 35 - Woordweb



Tweede helft paragraaf 6.4

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Voor volgende week
Nu niet behandelen

Slide 39 - Tekstslide

Jonge schoolkind 6-9 jaar 
  • Spel wordt gespeeld zoals het in het echt gaat, volgens de regels
  • Constructiespel = bouwen van hutten, lego,  jenga
  • Willen realistische materialen
  • Kunnen rollen langer volhouden

Slide 40 - Tekstslide

Rol van de pedagogische medewerker
  • Constructiespel op thema aanbieden
  • Aanbieden van realistische materialen
  • Voorbeeld: van keukentje naar echte koekjes bakken
  • Kinderen zelf laten ontdekken, experimenteren en samenwerken
  • Bijsturen als het nodig is door bijvoorbeeld haalbare regels aan te bieden

Slide 41 - Tekstslide

Ouder schoolkind 9-12 jaar
  • Spelen is kinderachtig
  • Maken van clubjes, sport of toneel
  • Vormen groepjes op dezelfde interesse  
  • Gezelschapsspel = een spel dat wordt gespeeld voor de gezelligheid, zoals schaken of monopoly
  • Maar ook spel op de computer, telefoon of tablet (gamen) 

Slide 42 - Tekstslide

Rol van de pedagogische medewerker
  • Minder begeleiding nodig
  • Wel weten waar kinderen mee bezig zijn door interesse te tonen
  • Bijsturen als het nodig is

Slide 43 - Tekstslide