In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
.
Tijdens het begin van de les inloggen in LessonUp
Slide 1 - Tekstslide
6.4 Spelontwikkeling
Ontwikkeling van het kind van 6 tot 12 jaar
NU Pedagogisch Werk
Opvoeding en ontwikkeling
Leerboek
Bladzijde 182 t/m 184
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan jullie leren vandaag:
Aan het einde van deze les kunnen jullie :
Reproduceren hoe de spelontwikkeling verloopt van het schoolgaande kind door kenmerken te benoemen
Toelichten welke rol een pedagogisch medewerker heeft bij de spelontwikkeling van het schoolgaande kind door het gewenste gedrag van de pedagogisch medewerker te benoemen
Toelichten welke spelvorm passend is bij welke ontwikkelingsleeftijd door hier de theorie uit het leerboek aan te koppelen
Inschatten welke leerdoelen je behaald hebt door deze te benoemen
Slide 3 - Tekstslide
Waarom gaan jullie dit leren:
Slide 4 - Tekstslide
Hoe gaan jullie dit leren:
5 min Opstarten les
10 min Herhaling vorige les
10 min Interactieve uitleg theorie
10 min Online quiz over de theorie
20 min Uitleg individuele opdracht + aan het werk
10 min Delen van de uitkomsten van de opdracht
05 min Afsluiting les
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeelden van verschillende soorten spel:
Bewegingspel (klimmen, rennen )
Manipulerend spel (klei, water)
Rollenspel (vadertje en moedertje)
Constructiespel (lego, hutten bouwen)
Slide 6 - Tekstslide
Spelen
Kinderen leren veel van spelen en dit is belangrijk voor de ontwikkeling van het kind (Sociaal/Cognitief/Motoriek)
Leren de wereld te ontdekken
Naar oplossingen te zoeken
Samen te werken
Zelfstandig te denken
Slide 7 - Tekstslide
Baby en dreumes 0-2 jaar
Speelt nog niet samen, maar zijn wel geinteresseerd in de omgeving
Gebruikt vooral zijn zintuigen (voelen, horen, ruiken, kijken, proeven)
Slide 8 - Tekstslide
Peuter 2-4 jaar
Fases van de spelontwikkeling bij peuters:
Ongericht spel (rondlopen en kijken)
Toeschouwersgedrag (intensief naar anderen kijken)
Solitair spel (alleen spelen)
Parallel spel (kinderen spelen naast elkaar, doen elkaar na)
Associatief spel (materialen uitwisselen, met elkaar praten)
Slide 9 - Tekstslide
Peuters:
Voorkeur voor bewegingsspel
Rennen over het plein
Dansen en springen
Speeltoestel --> Glijbaan/klimtoestel/ballenbak
En daarbij elkaar nadoen
Buiten spelen is belangrijk!
Slide 10 - Tekstslide
Manipulerend spel
Onderzoeken en ontdekken: klei, zand, water
Met materialen spelen en daarmee rollen, slaan, gooien en stapelen en dit steeds weer herhalen
Torens bouwen, met poppen spelen
Klimmen en stoeien met andere kinderen of ouders
Slide 11 - Tekstslide
kleuter 4-6 jaar
Rollenspel = vader en moedertje, politie en boef, dokter en patient, dit wordt ook wel symbolisch spel genoemd, het doen alsof
Groep 1 +2 = verschillende hoeken ingericht (de poppenhoek, bouw hoek etc.) = mogelijkheden om rollenspellen te spelen
Slide 12 - Tekstslide
Okay....... wat weten we nog?
Slide 13 - Tekstslide
Baby's spelen en leren vanuit hun zintuigen Welk zintuig wordt gestimuleerd door dit voorbeeld -->
A
ruiken
B
voelen
Slide 14 - Quizvraag
De ontwikkelingsstappen die kinderen maken in het spelen noemen we:
A
Motorische ontwikkeling
B
Spelontwikkeling
Slide 15 - Quizvraag
Peuters hebben een voorkeur voor bewegingsspel Voorbeeld van bewegingsspel is:
A
rennen, klimmen, springen, fietsen
B
Knikkerbaan, stromend water, bal gooien
Slide 16 - Quizvraag
Wie hebben een voorkeur voor rollenspel/symbolisch spel:
A
Kleuters
B
Peuters
Slide 17 - Quizvraag
Peuters hebben voorkeur om te onderzoeken en te ontdekken tijdens het spelen. Dit noemen we:
A
Bewegingsspel
B
Manipulerend spel
Slide 18 - Quizvraag
Een dreumes ontwikkelt zijn spel door het stimuleren van zijn
A
zintuigen
B
motoriek
Slide 19 - Quizvraag
Schoolgaande kind
6 tot en met 9 jaar
Slide 20 - Tekstslide
Van symbolisch spel naar spelen volgens regels
Geen magisch denken meer
Werkelijke situaties naspelen
Slide 21 - Tekstslide
Constructiespel
Hutten bouwen
legopakketten
Knex
Slide 22 - Tekstslide
Realistisch materiaal
Gereedschap
Kookspullen
Slide 23 - Tekstslide
Maar ook
Speurtochten
Competitie
Zoek de verschillen
waarbij ze zelf ontdekken, experimenteren en samenwerken
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Schoolgaande kind
9-12 jaar
Slide 26 - Tekstslide
Spelen is kinderachtig
Chillen
balletje trappen
Kletsen
Eindmusical
Slide 27 - Tekstslide
Kun je je eigen musical nog herinneren? Welke rol had je?
Slide 28 - Woordweb
Groepen op basis van interesse
Voetballers
Paardenmeisjes
Hockeyers
Slide 29 - Tekstslide
Onder welke groep viel jij? Antwoord met een foto...
Slide 30 - Open vraag
Spellen
BSO:
Spelletjes kast
Gamehoek
Regels maken
Slide 31 - Tekstslide
Welke rol heb jij als pedagogisch medewerker op de BSO bij de spelbegeleiding
Slide 32 - Open vraag
Opdracht 7 blz 109 werkboek
Slide 33 - Tekstslide
In welke leeftijdsfase zit Aron waarschijnlijk? Omdat:
Slide 34 - Open vraag
In welke leeftijdsfase zitten Nadia en Dewi waarschijnlijk? Omdat:
Slide 35 - Open vraag
In welke leeftijdsfase zit Jens waarschijnlijk? Omdat:
Slide 36 - Open vraag
Volgende week
Emotionele ontwikkeling
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Voor volgende week
Nu niet behandelen
Slide 41 - Tekstslide
Jonge schoolkind 6-9 jaar
Spel wordt gespeeld zoals het in het echt gaat, volgens de regels
Constructiespel = bouwen van hutten, lego, jenga
Willen realistische materialen
Kunnen rollen langer volhouden
Slide 42 - Tekstslide
Rol van de pedagogische medewerker
Constructiespel op thema aanbieden
Aanbieden van realistische materialen
Voorbeeld: van keukentje naar echte koekjes bakken
Kinderen zelf laten ontdekken, experimenteren en samenwerken
Bijsturen als het nodig is door bijvoorbeeld haalbare regels aan te bieden
Slide 43 - Tekstslide
Ouder schoolkind 9-12 jaar
Spelen is kinderachtig
Maken van clubjes, sport of toneel
Vormen groepjes op dezelfde interesse
Gezelschapsspel = een spel dat wordt gespeeld voor de gezelligheid, zoals schaken of monopoly
Maar ook spel op de computer, telefoon of tablet (gamen)
Slide 44 - Tekstslide
Rol van de pedagogische medewerker
Minder begeleiding nodig
Wel weten waar kinderen mee bezig zijn door interesse te tonen