mercredi le 11 septembre

vendredi le 6 septembre
- spullen op je tafel leggen
- jassen buiten het lokaal
- telefoon niet zichtbaar
- kauwgom in de prullenbak
Startopdracht:
Schrijf in je schrift op welk weer het nu is (in het Frans)
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

vendredi le 6 septembre
- spullen op je tafel leggen
- jassen buiten het lokaal
- telefoon niet zichtbaar
- kauwgom in de prullenbak
Startopdracht:
Schrijf in je schrift op welk weer het nu is (in het Frans)

Slide 1 - Tekstslide

Les buts d'aujourd'hui

Aan het eind van deze les ...
- kun je iets vertellen over het weer
- snap je de werkwoorden vouloir en pouvoir.

Slide 2 - Tekstslide

Quel temps fait-il?

Slide 3 - Open vraag

In tweetallen
Nakijken opdr 3 tm 7
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

le verbe pouvoir  en vouloir 
Deze werkwoorden leer je alleen in de présent.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Pouvoir - Présent 
Frans
Nederlands
Je peux
Ik kan
Tu peux
Jij kunt
Il / elle / on peut
Hij / zij / men kan
Nous pouvons
Wij kunnen
Vous pouvez
Jullie kunnen / u kunt
Ils / Elles peuvent
Zij kunnen

Slide 11 - Tekstslide

Vouloir - Présent 
Frans
Nederlands
Je veux
Ik wil
Tu veux
Jij wil
Il / elle / on veut
Hij / zij / men wil
Nous voulons
Wij willen
Vous voulez
Jullie willen / u wil
Ils / Elles veulent
Zij willen

Slide 12 - Tekstslide

pouvoir
A
willen
B
nemen
C
kunnen/mogen
D
helpen

Slide 13 - Quizvraag

je .................. (vouloir)
A
veut
B
veux
C
veulent
D
voulez

Slide 14 - Quizvraag

nous ...................... (vouloir)
A
veulent
B
voulons
C
veux
D
veut

Slide 15 - Quizvraag

je (pouvoir)
A
peut
B
peux
C
peuvent
D
pouvez

Slide 16 - Quizvraag

Hij wil (vouloir)
A
il peut
B
il veut
C
elle veut
D
il voulez

Slide 17 - Quizvraag

zij kunnen (pouvoir)
A
elles pouvent
B
elles ont pu
C
elles pouvaient
D
elles peuvent

Slide 18 - Quizvraag

vouloir =
A
willen
B
gaan
C
praten
D
hebben

Slide 19 - Quizvraag

nous ___ (pouvoir)
A
voulons
B
voulez
C
pouvons
D
pouvez

Slide 20 - Quizvraag

Deze vraag heb ik nog over pouvoir en vouloir

Slide 21 - Open vraag

Les devoirs
Faire (maken)
- ex 8a tm 8c van unité 2 op blz 57/58
Apprendre (leren):
- apprendre 6 unité 1
- grammaire 1 van unité 2 (pouvoir en vouloir)
Ammener (meenemen)
- opgeladen chromebook, boek en oortjes!


Slide 22 - Tekstslide

Dit heb ik deze les geleerd...

Slide 23 - Open vraag

Au travail
* maken: 8a tm 8c van Unité 2 blz 57/58
*  révision online
Au travail!
Opruimen en stoelen aanschuiven NA de bel anders...

Slide 24 - Tekstslide

en trois mots... wat vond je van de les?

Slide 25 - Open vraag

Evaluatie

Ik heb ....... gewerkt
A
niet
B
een beetje
C
wel goed
D
goed

Slide 26 - Quizvraag

Tot vrijdag!

Slide 27 - Tekstslide