BK les 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom

Pak je laptop en open LessonUp!

Planning

Terugblikken op de lessen

Start nieuwe hoofdstuk

Aan het werk

Kahoot!

Hoe voel je je normaal gesproken tijdens mijn lessen?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je leuk aan de wiskundelessen?

Wat vond je niet zo leuk aan de wiskundelessen?

Ik vind dat u als docent duidelijke regels hebt tijdens de lessen.

1. Altijd
2. Bijna altijd
3. Soms wel soms niet
4. Nooit

Ik voel me veilig bij u in de les.

1. Altijd
2. Bijna altijd
3. Soms wel soms niet
4. Nooit

Vond je de toets makkelijk of moeilijk?

😒🙁😐🙂😃

Welke stelling is voor jou van toepassing?

1. Ik vind de opdrachten te moeilijk
2. Ik vind de opdrachten uitdagend genoeg
3. Ik vind de opdrachten te makkelijk

Ik vind dat u goed kan uitleggen.

1. Altijd
2. Bijna altijd
3. Soms wel soms niet
4. Nooit

Heb je tips voor mij als docent?

Sleep de windrichtingen naar de juiste plek rondom het kompas!

NOORD

OOST

ZUID

WEST

Start nieuwe hoofdstuk

Aan het einde van deze les kun je de windrichtingen benoemen

Windrichtingen

Hoofdrichting zijn:

Noord, Oost, Zuid, West

Daartussen ligt 

NO dus Noordoost

ZO dus Zuidoost

ZW dus Zuidwest

NW dus Noordwest

Windrichtingen

Bij een Oostenwind komt de wind 

UIT het Oosten en waait 

NAAR het Westen

Waar waait een Noordoostenwind naartoe?

1. Naar het Noordoosten
2. Naar het Zuiden
3. Naar het Noorden
4. Naar het Zuidwesten

Waar waait een Westenwind naartoe?

1. Naar het Noorden
2. Naar het Westen
3. Naar het Oosten
4. Naar het Zuiden

Flip fietst van knooppunt 97 naar knooppunt 96. In welke richting fietst hij?

1. Noord
2. Noordoost
3. Oost
4. Oostzuid

Flip fietst van knooppunt 96 naar knooppunt 95. In welke richting fietst hij?

1. Oost
2. Zuid
3. Zuidoost
4. West

Tijdens het fietsen waait een Noorderwind. Waar waait de wind naartoe?

1. Naar het Noorden
2. Naar het Oosten
3. Naar het Zuiden
4. Naar het Westen

Aan het werk! 

Maak opdracht 2 t/m 6 op blz. 122

Opdracht 5 (blz. 123) 

a. Een veerboot vaart van Etz naar Gir. In welke richting vaart de veerboot?

b. Een veerboot vaart van Gir naar Des. In welke richting vaart de veerboot?

c. Vanaf Beg vaart een veerboot richting het oosten. Naar welk eiland vaart de veerboot?

d. Vanuit Aft vaart een veerboot richting het zuidoosten. Naar welke eiland vaart de veerboot?

Opdracht 6 (blz. 123) 

a. Pieter loopt van het wrak naar de grot. In welke richting loopt hij?

b. Pieter loopt van de grot naar het noordoosten. Waar loopt hij naartoe?

c. Er waait een koude oostenwind. Waar waait de wind naartoe?

Ik kan de windrichtingen benoemen