12.1 Wat heb je van je familie?

12.1 Wat heb je van je familie?

12.2 overerven van eigenschappen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

12.1 Wat heb je van je familie?

12.2 overerven van eigenschappen

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen:
  • uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn.
  • uitleggen dat je DNA en je omgeving invloed hebben op hoe je eruitziet en hoe je je gedraagt.
  • uitleggen hoe een organisme eigenschappen van zijn ouders erft.
  • uitleggen dat je door DNA-onderzoek meer over jezelf en je afkomst te weten kunt komen.
planning:
  1. aantekeningen bs 1
  2. learnbeat 9.1C
  3. lezen bs2
  4. filmpje
  5. aantekeningen bs 2
  6. learnbeat 9.2C +D/E/F
Boeken (2B) open op blz. 172.
Inloggen in LessonUp en Learnbeat.
12.1 overerven van eigenschappen
1a

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen:
  • uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn.
  • uitleggen dat je DNA en je omgeving invloed hebben op hoe je eruitziet en hoe je je gedraagt.
  • uitleggen hoe een organisme eigenschappen van zijn ouders erft.
  • uitleggen dat je door DNA-onderzoek meer over jezelf en je afkomst te weten kunt komen.
planning:
  1. aantekeningen bs 1
  2. samen lezen bs2
  3. filmpje
  4. aantekeningen bs 2
  5. learnbeat 9.2C +D/E/F
Boeken (2B) open op blz. 172.
pen, kleurtje, schrift
12.1 overerven van eigenschappen
1b

Slide 3 - Tekstslide

aantekeningen maken
schrift                                        of: google docs, typen.
pen
kleurtje


Schrijf mee....

Slide 4 - Tekstslide

planning:
  1. aantekeningen bs 1
  2. learnbeat 9.1C
  3. lezen bs2
  4. filmpje
  5. aantekeningen bs 2
  6. learnbeat 9.2C +D/E/F

Learnbeat 9.2 C + D/E/F
verwerken bs2
timer
25:00

Slide 5 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen
Eigenschappen van organismen zitten in DNA en worden van ouders op nakomelingen doorgegeven.

 DNA zit in chromosomen.

Slide 6 - Tekstslide

chromosomen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Chromosoom, gen en allel
Gen: een deel van een DNA-molecuul dat de informatie bevat voor één erfelijke eigenschap
Allel: een van de verschillende varianten van een bepaald gen
Genoom: alle genen van een individu samen


Let op: Chromosomen komen in paren voor.        Genen en Allelen dus ook!

Slide 9 - Tekstslide

Homozygoot: Twee gelijke allelen voor een bepaalde eigenschap.
Heterozygoot: Twee verschillende allelen voor een bepaalde eigenschap.

Slide 10 - Tekstslide

Dominant en Recessief
  • Dominant allel: Dit allel is de baas
    Komt altijd tot uiting in het uiterlijk,

  • Recessief allel: Dit allel is ondergeschikt
Komt alleen tot uiting in het uiterlijk als er geen dominant allel aanwezig is

Slide 11 - Tekstslide

Allelen worden opgeschreven met letters
Dominant = hoofdletter, bv. A of B of G of R
Recessief = kleine letter, bv. a of b of g of r

Slide 12 - Tekstslide

lesdoelen:
  • uitleggen dat de helft van je DNA van je biologische vader afkomstig is en de andere helft van je biologische moeder.
  • uitleggen dat het aantal chromosomen in geslachtscellen de helft is van het aantal chromosomen in de lichaamscellen van een organisme.
  • uitleggen wat een gen is.
  • uitleggen hoe geslachtschromosomen je sekse bepalen.
  • benoemen dat bij geslachtelijke voortplanting elke keer andere combinaties van erfelijke eigenschappen ontstaan.
planning:
  1. terugblik
  2. theorie
  3. verwerken
  4. afsluiting 
Boeken (2B) open op blz. 172.
Inloggen in LessonUp en Learnbeat.
12.2 overerven van eigenschappen

Slide 13 - Tekstslide

aantekeningen maken
schrift                                        of: google docs, typen.
pen
kleurtje


Schrijf mee....

Slide 14 - Tekstslide

Genotype en Fenotype
  • Genotype: info voor erfelijke eigenschappen
    Vastgelegd in de chromosomen
  • Fenotype: 'uiterlijke'(waarneembare) eigenschappen
    Bepaald door genotype (genoom) + milieufactoren
  • Genotype kan je niet zelf veranderen! Fenotype wel!


Slide 15 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen

  • Chromosomen komen in paren voor in lichaamscellen
  • Chromosomen komen enkelvoudig voor in geslachtscellen
  • Door samensmelting 2 geslachtcellen krijg je weer normale hoeveelheid chromosomen
  • Mensen hebben 23 chromosoomparen (2 x 23 = 46)

Slide 16 - Tekstslide

Ontstaan genotype
23
23
46

Slide 17 - Tekstslide

Het uiterlijk van een organisme noemen we
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 18 - Quizvraag

Ontstaat het Fenotype door het Genotype?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Mathilde verft haar haar bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
genotype wel fenotype niet
B
genotype niet fenotype wel
C
genotype niet fenotype niet
D
genotype wel fenotype wel

Slide 20 - Quizvraag