Ma 6 febr. 't kofschip en spelling bijv. naamwoord

't ex-Kofschip
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

't ex-Kofschip

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

't kofschip

Slide 3 - Tekstslide

t ex kofschip

Slide 4 - Tekstslide

't kofschip

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Vrijdag hebben we gebasketbal.

't -x kofschip
A
t
B
d

Slide 7 - Quizvraag

't kofschip-x
Zij heeft om geld gevraag.
A
t
B
d

Slide 8 - Quizvraag

Bij het voltooid deelwoord gebruik je...
A
stam +t
B
t ex - kofschip

Slide 9 - Quizvraag

't -x kofschip

Zij is naar Amsterdam gefiets.
A
d
B
t

Slide 10 - Quizvraag

Welke letter doet NIET mee aan 't kofschip?
A
t
B
f
C
i
D
d

Slide 11 - Quizvraag

Sleep de uitspraak naar 'waar' of 'niet waar'. 
WAAR
NIET WAAR
1. 'T KoFSCHiP X is een ezelsbruggetje om de verleden tijd van zwakke werkwoorden goed te spellen.
Eindigt de stam van een werkwoord op een letter uit 'T KoFSCHiP X, dan eindigt het voltooid deelwoord op -t.
Een zwak werkwoord verandert in de verleden tijd van klank.

Slide 12 - Sleepvraag

Zet de stappen van 't kofschip in de goede volgorde 
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Controleer of de laatste letter (medeklinker) in 't kofschip zit of niet
Kijk naar de laatste letter van de stam
Neem de stam van het werkwoord
Medeklinker wel in 't kofschip? >schrijf +te(n)
Medeklinker niet in 't kofschip? >schrijf +de(n)

Slide 13 - Sleepvraag

Wat hoort bij elkaar?
Stamregel
'T KOFSCHIP
Zo simpel mogelijk
Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord
persoonsvorm
voltooide tijd

Slide 14 - Sleepvraag

WAAR
NIET WAAR
Je kunt in de pv verleden tijd een dt achter elkaar krijgen
't kofschip of sexy fokschaap kun je alleen gebruiken voor de pv verleden tijd en het voltooid deelwoord
ww-spelling kun je altijd op gevoel doen
Het is belangrijk dat je eerst bepaalt wat de pv(s) in een zin zijn
Vaak kun je de spelling van een werkwoord horen, maar niet altijd
Een van de verleden tijd-regels is ik-vorm +dde

Slide 15 - Sleepvraag

De laatste letter van de stam zit wel in 't kofschip-x, dus +te(n)
De laatste letter van de stam zit niet in 't kofschip-x, dus +de(n)
werken 
vergissen
verbazen 
knippen
branden 
beloven

Slide 16 - Sleepvraag

De dokter heeft de wond op mijn been gehech.
't x- kofschip
A
t
B
d

Slide 17 - Quizvraag

Twijfel je? Zit de letter in 't ex-kofschip?
Nee is een ....
A
D
B
T

Slide 18 - Quizvraag

't kofschip-x
Hij heeft in de bergen gewandel.
A
t
B
d

Slide 19 - Quizvraag

't kofschip-x
Hij heeft de tv daar neergeze.
A
t
B
d

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer gebruik je 't Kofschip-x?
Wanneer gebruik je 't Kofschip-x?
A
Bij de tegenwoordige tijd
B
Bij alle persoonsvormen.
C
Bij de verleden tijd
D
Bij elk werkwoord

Slide 21 - Quizvraag

Je gebruikt 't kofschip bij:
A
Sterke werkwoorden
B
Zwakke werkwoorden

Slide 22 - Quizvraag

Alleen bij de persoonsvorm in de v.t. gebruik je 't ex kofschip
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag


´t kofschip (2)
Hij heeft in zijn leven veel ...


A
gereist
B
gereisd
C
gerijst
D
gerijsd

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk voor di 7 febr
Spelling blok 4
Maken 16 t/m 18

Leren 't Kofschip blz. 176

Slide 25 - Tekstslide