• vertellen welke teksten passen bij de leesdoelen iets maken of doen en iets kopen
• uitleggen hoe je snel ziet of een tekst past bij je leesdoel
• besluiten of je de hele tekst gaat lezen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Waarom lees ik de tekst?
Je kunt straks:
• vertellen welke teksten passen bij de leesdoelen iets maken of doen en iets kopen
• uitleggen hoe je snel ziet of een tekst past bij je leesdoel
• besluiten of je de hele tekst gaat lezen
Slide 1 - Tekstslide
Bekijk tekst 1. Wat is dit voor een tekst?
A
advertentie
B
regels
C
folder
D
tips
Slide 2 - Quizvraag
Welk leesdoel past het best bij deze tekst?
A
Ik wil iets kopen.
B
Ik wil iets maken of doen.
Slide 3 - Quizvraag
Bekijk tekst 2. Wat is dit voor een tekst?
A
Het is een advertentie.
B
Het is een handleiding.
Slide 4 - Quizvraag
Waar kun je deze tekst vinden?
A
in een kookboek met recepten
B
in een leesboek voor kinderen
C
in de bieb bij de s van spreekbeurt
D
op een website over de maan
Slide 5 - Quizvraag
Bekijk tekst 3. Wat is dit voor een tekst?
A
Het is een recept.
B
Het is een uitleg hoe je iets moet doen.
Slide 6 - Quizvraag
Voor wie is dit een goede tekst?
A
Eris: ‘Ik wil weten hoe je een raket bouwt van een fles.’
B
Lara: ‘Ik wil weten wat er wel en niet mag in een raket.
Slide 7 - Quizvraag
Welke tekstsoorten zijn het?
Instructieve tekst
Reclametekst
Tekst 1
Tekst 2
Tekst 3
Slide 8 - Sleepvraag
Kijk nog eens tekst 1. Mart wil weten wanneer er water is gevonden op de maan. Haalt hij zijn leesdoel?
A
Ja, dat staat in regel ... (welke regel mag je zo zeggen)
B
Nee, dat staat niet in de tekst
Slide 9 - Quizvraag
Mart wil ook weten waarom water nodig is om op de maan te leven.
In welke drie zinnen haalt hij zijn leesdoel?
Markeer ze in de tekst.
Slide 10 - Tekstslide
Kijk nog eens naar tekst 2.
Jol wil weten hoe de maantour werkt.
In welke zin haalt zij haar leesdoel?
Markeer de zin in de tekst.
Slide 11 - Tekstslide
Jol wil ook weten hoe duur de tour is en waar ze hem kan vinden. Moet zij de tekst helemaal lezen?
A
Ja, ze moet de hele tekst lezen.
B
Nee, ze hoeft alleen te kijken naar de ... woorden
(kleur mag je zo zeggen)
Slide 12 - Quizvraag
Kijk nog eens naar tekst 3. Faruk wil weten of hij alle spullen heeft om zijn raket te kunnen bouwen. Welke regels moet hij lezen? Vul in: regel ... t/m ...
Slide 13 - Open vraag
Wat als jij op de maan mocht leven?
Noem drie voordelen van leven op de maan.
Noem ook drie nadelen van leven op de maan.
Slide 14 - Tekstslide
Filmpje
Moeilijke woorden
de brandstof = iets waar je energie uit kunt halen, zoals benzine of gas
de maanstof = fijne grijze stof waarmee de hele maan is bedekt
de krater = een groot gat
het ventiel = een dun staafje waar je lucht in kan pompen
Slide 15 - Tekstslide
Bekijk de teksten op bladzijde 2. Stel, je wilt leven op de maan. Je wilt weten waar je dan op moet letten. Welke tekst kun je het best lezen?
A
Tekst 1
B
Tekst 2
C
Tekst 3
Slide 16 - Quizvraag
Waar zie je aan dat je die tekst het best kunt lezen?