8.2 radioactief verval

8.2 radioactief verval
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.2 radioactief verval

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het atoomnummer is het zelfde als...
A
Aantal elektronen
B
Aantal neutronen
C
Aantal protonen
D
Aantal neutronen + protronen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Massagetal =
A
aantal protonen
B
aantal neutronen
C
aantal protonen - aantal elektronen
D
aantal protonen + aantal neutronen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Isotopen zijn
A
Dezelfde protonen maar verschillende elektronen
B
gelijk aantal protonen maar verschillend neutronen
C
Teveel protonen dan neutroen
D
Gelijk aantal protonen maar verschillend schillen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een isotoop?
A
zelfde atoomnummer, ander massagetal
B
ander atoomnummer, zelfde massagetal
C
zelfde atoom, ander atoomnummer
D
ander atoom, zelfde massagetal

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Radioactiviteit

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

8.2 Leerdoelen
  1. Je kunt toelichten wat er met de atoomkern gebeurt als een atoom radioactief vervalt.
  2. Je kunt het verschil uitleggen tussen ioniserende straling en straling die niet ioniserend is.
  3. Je kunt beschrijven hoe je de activiteit van een radioactieve bron kunt meten.
  4. Je kunt het verschil beschrijven tussen stabiele en instabiele kernen.
  5. Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de halfwaardetijd van een radioactieve isotoop.
  6. Je kunt berekenen hoe de activiteit van radioactief materiaal in de loop van de tijd afneemt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instabiele kernen

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt in je Binas zien in tabel 32 of een kern stabiel is of niet. Dit zie je aan de kolom halfwaardetijd.
Activiteit bij radioactief verval
Het aantal (atoom)kernen dat in één seconde vervalt noemt men Activiteit.

100 becquerel (Bq) betekent dat er per seconde 100 kernen vervalen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

radioactief verval

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binas gebruiken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Halveringstijd

ook wel halfwaardetijd

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halveringstijd
  • De activiteit van een hoeveelheid radioactief materiaal wordt steeds kleiner. Dat komt doordat er steeds minder instabiele kernen overblijven.
  • De tijd T is de halveringstijd     of  halfwaardetijd. Na die halveringstijd:
  • is de helft van de oorspronkelijke, instabiele atoomkernen verdwenen, en
  • hoeveelheid straling, helft verminderd.
  • Elke radioactieve isotoop heeft een eigen, kenmerkende halveringstijd.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halveringstijd
________________
______
________

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies