Voorbeeldopdracht 1
I‐131 is een radioactieve isotoop van jood. Artsen gebruiken I‐131 om afwijkingen aan de schildklier mee te behandelen (figuur 4). De halveringstijd is 8 dagen.
Een ziekenhuis ontvangt op een bepaald moment een hoeveelheid ‐ met een activiteit van 64 MBq. Dat betekent dat er elke seconde 64 miljoen ‐ atoomkernen vervallen.
Bereken hoe groot de activiteit van het ‐ na 40 dagen is.
Na 8 dagen is de activiteit: 32 MBq
Na 16 dagen is de activiteit: 16 MBq
Na 24 dagen is de activiteit: 8 MBq
Na 32 dagen is de activiteit: 4 MBq
Na 40 dagen is de activiteit: 2 MBq