H4.1 Procenten

H4 - Procenten
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4 - Procenten

Slide 1 - Tekstslide

                     Regels 2.1
  • Wees stil tijdens de uitleg en als iemand praat. Niet door de les praten.
  • Zorg dat je je lesmaterialen op orde hebt.
  • Niet pesten, wees lief en heb respect voor elkaar.
  • Je doet goed mee met de les.
  • Telefoon in de telefoontas of in je tas.
  • Haren, make-up, deo, eten en drinken buiten
       het klaslokaal. 
  • Blijf op je plek zitten. Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Pak je spullen.
Het wordt stil.

Slide 2 - Tekstslide

Regels 2.2
Laptops meenemen naar de les (zorg dat je de oplader bij je hebt). 
Boeken en schriften meenemen naar de les (zorg ook dat je een PEN bij je hebt). Ook de rekenmachine (heel belangrijk voor H4).
Bij 3 keer spullen niet op orde (laptop, boek, schrift, pen/potlood, rekenmachine) word er melding gemaakt in Magister.
Elke vrijdag wordt het week-huiswerk gecheckt. Bij 3 keer geen huiswerk gemaakt wordt er melding gemaakt in Magister.





Slide 3 - Tekstslide

In Magister:
Laptops meenemen naar de les (zorg dat je de oplader bij je hebt). 
Boeken en schriften meenemen naar de les (zorg ook dat je een PEN bij je hebt). Ook de rekenmachine (heel belangrijk voor H4).
Bij 3 keer spullen niet op orde (laptop, boek, schrift, pen/potlood, rekenmachine) word er melding gemaakt in Magister.
Elke vrijdag wordt het week-huiswerk gecheckt. Bij 3 keer geen huiswerk gemaakt wordt er melding gemaakt in Magister.





Slide 4 - Tekstslide

Dit doen wij vandaag
1. Toetsen inzien
2. Het nieuwe hoofdstuk (4)
3. Voorkennis
4. Uitleg 4.1
5. Aan de slag met 4.1
6. Afsluiten
Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Slide 5 - Tekstslide

Toetsen H3 inzien
Toetsen uitdelen
Tel je punten op en geef door als iets niet in orde is.
Toetsen inleveren

Slide 6 - Tekstslide

H4 - Procenten - overzicht
4.1 Van aantallen naar procenten
4.2 Procenten vergelijken
4.3 Rekenen met procenten
4.4 Meer dan 100%
4.5 Terug naar 100%

Slide 7 - Tekstslide

Dit doen wij vandaag
1.Het nieuwe hoofdstuk (4)
2. Voorkennis
3. Uitleg 4.1
4. Aan de slag met 4.1
5. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Even...


... enkele oefeningen:




Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel appels zijn er nodig voor
30 cupcakes?

(kijk op je hulpblad)
A
3
B
6
C
30
D
9

Slide 10 - Quizvraag

Handige percentages

1/2 deel =
A
50 %
B
40 %
C
25 %
D
12,5 %

Slide 11 - Quizvraag

Handige percentages.

1/10 deel= ...
A
10%
B
100%
C
1%
D
0,1%

Slide 12 - Quizvraag

Handige percentages:

1/4 deel =
A
40 %
B
50%
C
12,5 %
D
25 %

Slide 13 - Quizvraag

Instructie

1.Het nieuwe hoofdstuk (4)
2. Voorkennis
3. Uitleg 4.1 Van aantallen naar procenten
4. Aan de slag met 4.1
5. afsluiten


Slide 14 - Tekstslide

(maak de berekeningen op 
het hulpblad)
4.1 Van aantallen naar procenten
blz. 128

Slide 15 - Tekstslide

(vergelijk je berekeningen met het antwoord)
4.1 Van aantallen naar procenten
blz. 128

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
%
..

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
%
100
..

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
15
%
100
..

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..
75

Slide 25 - Tekstslide

Even                                     oefenen

Slide 26 - Tekstslide

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost € 16,95. Ze krijgt €10 korting. Hoeveel procent is dat?
Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent

euro
16,95
100
10
1
X
1,7
Bedrag
Procent

Slide 27 - Sleepvraag

Vul de verhoudingstabel in. Sleep het juiste antwoord naar de twee juiste plekken in de tabel
€ 0,20
€ 20
€ 35
€ 1,40
€ 14
€ 4,90

Slide 28 - Sleepvraag

Aan het werk...
1.Het nieuwe hoofdstuk (4)
2. Voorkennis
3. Uitleg 4.1
4. Aan de slag met 4.1
5. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Slide 29 - Tekstslide

Maak de volgende opdrachten
* Wat? Par 4.1 opdracht 1 t/m 10 blz 128-130
* Hoe? 10 minuten in stilte, daarna overleggen op fluistertoon.
* Vragen? Steek je vinger op.
* Klaar? Laat aan mij zien, nakijken en maak de 
   uitdagende opdrachten U1 en U2 blz. 131. 
* Ook dat klaar? Boek lezen / huiswerk ander vak 
                                                                                  (in stilte).
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Tenslotte...
1.Het nieuwe hoofdstuk (4)
2. Voorkennis
3. Uitleg 4.1
4. Aan de slag met 4.1
5. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Slide 31 - Tekstslide

Laatste vraag:
Een sportzaak geeft op een paar schoenen van € 50
 een korting van € 30.

Bereken hoeveel procent korting de sportzaak op de schoenen geeft.

Maak een verhoudingstabel.

Antwoord:     60%

Slide 32 - Tekstslide

Laatste vraag:
Een sportzaak geeft op een paar schoenen van € 50
 een korting van € 30.

Bereken hoeveel procent korting de sportzaak op de schoenen geeft.

Maak een verhoudingstabel.

Antwoord:     60%

Slide 33 - Tekstslide

Een sportzaak geeft op een paar schoenen van € 80
een korting van € 36
.
Bereken hoeveel procent korting de sportzaak op de schoenen geeft.
A
36%
B
45%
C
22%
D
0,45%

Slide 34 - Quizvraag

Doel bereikt?



Kan ik nu van aantallen naar procenten rekenen?

Slide 35 - Tekstslide

En tot de volgende les!

Slide 36 - Tekstslide