Rekenen: Procenten deel 1

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk checken
2.Wat zit er in D,E en (F)
3. Voorkennis
4. Uitleg 
5. Aan de slag met D,E,(F).
6. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik met procenten rekenen.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk checken
2.Wat zit er in D,E en (F)
3. Voorkennis
4. Uitleg 
5. Aan de slag met D,E,(F).
6. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik met procenten rekenen.

Slide 1 - Tekstslide

H4 Procenten

Slide 2 - Tekstslide

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk checken
2. Onderdeel D, E, (F)
3. Voorkennis
4. Uitleg procenten
5. Aan de slag met D, E en (F)
6. Afsluiten
Doel: Na deze les kan ik met procenten rekenen.

Slide 3 - Tekstslide

H
u
i
s
w
e
r
k
H
u
i
s
w
e
r
k

Slide 4 - Tekstslide

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk checken
2.Wat zit er in D,E en (F)
3. Voorkennis
4. Uitleg 
5. Aan de slag met D, E, (F)
6. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik met procenten rekenen.

Slide 5 - Tekstslide

D,E  Procenten
van procenten naar aantallen 
van aantallen naar procenten
* deel van een geheel
* een verschil in procenten (F)

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel appels zijn er nodig voor
30 cupcakes?
A
3
B
6
C
30
D
9

Slide 7 - Quizvraag

Handige percentages

1/2 deel =
A
50 %
B
40 %
C
25 %
D
12,5 %

Slide 8 - Quizvraag

3.
Handige percentages.
1/10 deel= ...
A
10%
B
100%
C
1%
D
0,1%

Slide 9 - Quizvraag

Handige percentages:

1/4 deel =
A
40 %
B
50%
C
12,5 %
D
25 %

Slide 10 - Quizvraag

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk checken
2.Wat zit er in D,E en F
3. Voorkennis
4. Uitleg  (snap je alles, dan ga je D,E,(F) maken)
5. Aan de slag met D, E, (F)
6. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik met procenten rekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
%
..

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
%
100
..

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
15
%
100
..

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
15
%
100
..

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld
 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?
Aantal
20
1
15
%
100
..
75

Slide 21 - Tekstslide

Even                                     oefenen

Slide 22 - Tekstslide

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost € 16,95. Ze krijgt €10 korting. Hoeveel procent is dat?
Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent

euro
16,95
100
10
1
X
1,7
Bedrag
Procent

Slide 23 - Sleepvraag

Vul de verhoudingstabel in. Sleep het juiste antwoord naar de twee juiste plekken in de tabel
€ 0,20
€ 20
€ 35
€ 1,40
€ 14
€ 4,90

Slide 24 - Sleepvraag

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk checken
2.Wat zit er in D,E en (F)
3. Voorkennis
4. Uitleg  (snap je alles, dan ga je D,E,(F) maken)
5. Aan de slag met D, E, (F)
6. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik met procenten rekenen.

Slide 25 - Tekstslide

Maak de volgende opdrachten
Wat? Onderdelen D, E en F. (blz 9 t/m 15)
Hoe? Je mag overleggen op fluistertoon
Vragen? wacht tot ik langsloop. Kijk eerst naar de voorbeelden en de uitleg in het boekje.
Klaar? laat zien en maak dan onderdeel F, G en H
Ook dat klaar? boek lezen/ huiswerk ander vak of
                              bij mij puzzel halen. 
timer
20:00

Slide 26 - Tekstslide

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk checken
2.Wat zit er in D,E en (F)
3. Voorkennis
4. Uitleg  (snap je alles, dan ga je D,E,(F) maken)
5. Aan de slag met D, E, (F)
6. afsluiten
Doel: Na deze les kan ik met procenten rekenen.

Slide 27 - Tekstslide

Een sportzaak geeft op een paar schoenen van € 80
een korting van € 36
.
Bereken hoeveel procent korting de sportzaak op de schoenen geeft.
A
36%
B
45%
C
22%
D
0,45%

Slide 28 - Quizvraag

En tot de volgende les!

Slide 29 - Tekstslide