Regeling en homeostase BS1

Regeling en homeostase
Basisstof 1:

Regeling & homeostase
Thema Regeling
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Regeling en homeostase
Basisstof 1:

Regeling & homeostase
Thema Regeling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Basisstof 1
  1. Je kunt beschrijven hoe regelkringen een rol spelen bij het handhaven van de homeostase bij de mens.


Slide 2 - Tekstslide

Homeostase
In ons lichaam vinden veel processen plaats, die leiden tot de aanmaak of afgifte van stoffen aan het intern milieu (bloed en weefselvloeistof). 
Teveel of te weinig van een bepaalde stof kan leiden tot problemen voor het lichaam. Daarom is het belangrijk dat het lichaam een balans bewaart.
Homeostase
Biojuf - Intern mileu

Slide 3 - Tekstslide

Homeostase
Het behouden van deze balans noemt men homeostase.

Het evenwicht dat onstaat is een dynamisch evenwicht dat schommelt rondom een normwaarde, dankzij een regelkring.
Homeostase

Slide 4 - Tekstslide

Bedenk een aantal processen die worden gereguleerd door middel van homeostase in het menselijk lichaam
Homeostase

Slide 5 - Woordweb

Voorbeelden van processen, gereguleerd door middel van homeostase

  • Lichaamstemperatuur
  • pH balans
  • Water balans
  • Electrolyten balans
  • Bloeddruk
  • Bloedsuikerspiegel
  • CO2 en O2 balans (gaswisseling)

Slide 6 - Tekstslide

Regelkringen
Regelkringen berusten op een feedbackloop.
Deze feedbackloops maken gebruik van positieve- en negatieve terugkoppeling.

Denk maar aan de werking van de thermostaat thuis, in de woonkamer:
  1. Te warm > ketel slaat af
  2. Temperatuur zakt onder normwaarde
  3. Te koud > ketel slaat aan
  4. Temperatuur stijgt boven norwaarde
  5. Terug naar 1.

Slide 7 - Tekstslide

Regelkringen
In het voorbeeld van de thermostaat is de kachel de effector.
De effector is in het menselijk lichaam vaak een hormoonklier. Het hormoon bindt zich aan een speciale receptor op een cel en activeert daarmee een bepaald celproces.

Slide 8 - Tekstslide

Negatieve terugkoppeling
Negatieve terugkoppeling
Hormonen remmen hun eigen aanmaak, waardoor een effect niet steeds sterker wordt en uit de hand loopt.


Oftewel:
Hoe meer van het hormoon aanwezig is, hoe minder er zal worden aangemaakt (+/-). 
Hoe minder van het hormoon aanwezig is, hoe meer er zal worden aangemaakt (-/+).

Deze +/- en -/+ relatie noemt men negatieve terugkoppeling.

Slide 9 - Tekstslide

Je weet nu hoe een negatieve terugkoppeling werkt en omschreven kan worden. Omschrijf kort hoe een positieve terugkoppeling dan zou werken.

Slide 10 - Open vraag

Aan de slag
Lees basisstof 1: Regeling en homeostase nog eens goed door. Zijn alle dikgedrukte begrippen duidelijk?

Maak opdracht 1 van basisstof 1. Ben je klaar?
Meer uitleg over homeostase en regelkringen? Bekijk de video's en links op de volgende slide.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent homeostase?
A
Instandhouden van een dynamisch evenwicht in het inwendig milieu van een organisme
B
Als je iets in balans brengt
C
Als je ervoor zorg dat je weer opwarmt als je het koud hebt.
D
Een regelkring

Slide 14 - Quizvraag

Welke maatregel valt NIET
onder homeostase?
A
Daling van de hartslag
B
Diepere en sneller ademhalen
C
Voldoende rust nemen
D
Stijging van de concentratie glucagon in het bloed

Slide 15 - Quizvraag

Een regelkring is
A
Overleg in een kring waarbij er iets geregeld moet worden
B
Proces in het lichaam waarbij de norm gehandhaafd wordt
C
Iets in mijn lichaam
D
Homeostase

Slide 16 - Quizvraag

Testosteron remt indirect zijn eigen productie. Dit noemen we ...
A
homeostase
B
positieve terugkoppeling
C
negatieve terugkoppeling
D
hormoonremming

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de omschrijving van negatieve terugkoppeling?
A
Reactie/Proces om te streven naar homeostase
B
Reactie/Proces om homeostase te vermijden
C
Reactie/Proces om homeostase te omzeilen
D
Reactie/Proces om homeostase te activeren

Slide 18 - Quizvraag

Bij een regelkring kan positieve terugkoppeling plaatsvinden. Waarom komt deze vorm
bijna niet voor bij homeostase?
A
Door positieve terugkoppeling schommelt de waarde van het interne milieu niet om een bepaalde norm.
B
Door positieve terugkoppeling wordt niet alleen het interne milieu geregeld maar ook het externe milieu.
C
Positieve terugkoppeling werkt niet met hormonen en het zenuwstelsel.
D
Positieve terugkoppeling heeft geen invloed op het interne milieu.

Slide 19 - Quizvraag

Bij moeders die borstvoeding geven komt tijdens de borstvoeding extra prolactine vrij. Hier is in feite sprake van..
A
positieve terugkoppeling
B
negatieve terugkoppeling
C
positieve invloed op homeostase
D
negatieve invloed op homeostase

Slide 20 - Quizvraag

De osmotische waarde van urine kan enorm verschillen van dag tot dag. Je bloed heeft altijd zo'n beetje dezelfde osmotische waarde. Hoe komt dat?
A
Omdat je nieren geen homeostase kennen
B
Omdat er geen factoren zijn die de osmotische waarde van bloed beïnvloeden
C
Omdat de normwaarde van osmotische waarde voor urine varieert
D
Omdat de nieren het bloed rond de normwaarde voor osmotische waarde houden

Slide 21 - Quizvraag

Leerdoel: Beschrijf in het kort hoe regelkringen een rol spelen bij het handhaven van de homeostase bij de mens.

Slide 22 - Open vraag

Ik heb het leerdoel van basisstof 1 onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Zijn er begrippen of processen die nog niet duidelijk zijn?

Slide 24 - Open vraag

Welkom
Bij DE eindejaarsquiz
In de volgende les gaan we kijken naar basisstof 2: hormonale regulatie
Zorg ervoor dat de begrippen en concepten uit basisstof 1 duidelijk zijn en je vragen zijn nagekeken.

Slide 25 - Tekstslide