Monniken en ridders > les 1 > instructie groep 5

Dit ga je leren vandaag
  • Je leert wat de middeleeuwen zijn.
  • Je leert dat er in de middeleeuwen drie groepen mensen waren. 
  • Je leert wat een landheer is. 
  • Je leert hoe kastelen zijn ontstaan. 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Dit ga je leren vandaag
  • Je leert wat de middeleeuwen zijn.
  • Je leert dat er in de middeleeuwen drie groepen mensen waren. 
  • Je leert wat een landheer is. 
  • Je leert hoe kastelen zijn ontstaan. 

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Tijdbalk
De tijd van de jagers & boeren

Slide 3 - Tekstslide

Tijdbalk
De tijd van de Grieken & Romeinen

Slide 4 - Tekstslide

Tijdbalk
De tijd van de monniken & ridders

Slide 5 - Tekstslide

De middeleeuwen
De Romeinen zijn heel lang de baas geweest in Nederland en ook in Europa.
Na lange tijd verjagen andere volken de Romeinen. 
Deze volken willen allemaal een stukje van het Romeinse Rijk.
Deze volken roven ook in ons land alles wat ze kunnen gebruiken.

Slide 6 - Tekstslide

De middeleeuwen
Daarom is het in ons land niet meer veilig. 
Dat is het begin van de middeleeuwen.
De middeleeuwen beginnen in het jaar 500 en duren tot het jaar 1500. Dat is ongeveer 1500 jaar geleden. 

Slide 7 - Tekstslide

Drie standen
Er leven in ons land in de middeleeuwen drie groep mensen.
Die groepen noem je standen
De drie standen zijn: 
1. de adel
2. de kerk
3. de boeren

Slide 8 - Tekstslide

De adel
De rijke boeren worden de adel genoemd. 
Zij vechten tegen rovers en bouwen stevige huizen.
Zij willen ook wel voor andere mensen vechten, maar daar willen ze wel wat voor terug.
De mensen moeten daarom bijvoorbeeld hun land aan hen geven of zij moeten helpen op de akkers. 

Slide 9 - Tekstslide

De kerk
In de middeleeuwen is het leven zwaar en de mensen leven maar kort.
De kerk belooft de mensen na de dood een goed leven.
Maar dan moeten ze wel doen wat de kerk zegt.
Daardoor krijgt de kerk veel rijkdom en macht

Slide 10 - Tekstslide

De boeren en burgers
In de middeleeuwen zijn de arme boeren niet veilig voor de rovers.
Ze raken vaak een stuk land kwijt.
Daarom vragen ze de de kerk of de rijke boeren om hulp.
Ze moeten in ruil daarvoor hard werken. 
En hebben vaak maar net genoeg te eten. 

Slide 11 - Tekstslide

Welke stand doet wat?

bidden
A
de adel
B
de kerk
C
de boeren

Slide 12 - Quizvraag

Welke stand doet wat?

werken
A
de adel
B
de kerk
C
de boeren

Slide 13 - Quizvraag

Welke stand doet wat?

vechten
A
de adel
B
de kerk
C
de boeren

Slide 14 - Quizvraag

Van boer naar landheer
Een rijke boer krijgt in de middeleeuwen steeds meer land.
Er werken ook meer mensen voor hem.
Daardoor wordt hij van een rijke boer een landheer.
Hij wordt de baas van een groot gebied.
De landheer hoort bij de groep van de adel

Slide 15 - Tekstslide

Kasteel
Een huis van de landheer is eerst gemaakt van hout.
Het ligt op een veilige plek, bijvoorbeeld op een heuvel. 
Om het huis ligt een houten hek of gracht
Zo kunnen de rovers niet binnenkomen. 


Slide 16 - Tekstslide

Kasteel
Later bouwen de landheren meer huizen bij het huis.
Zo ontstaan de eerste (houten) kastelen. 

Slide 17 - Tekstslide

Kasteel
Nog later kwamen er kastelen van steen
Die konden niet makkelijk in brand vliegen en ze waren sterker dan hout.

Slide 18 - Tekstslide

Kasteel
Ze hadden dikke muren, kleine, smalle ramen, een slotgracht en een ophaalbrug
Die kon omhoog gehaald worden wanneer er gevaar dreigde. 
Dan kon niemand meer het kasteel binnen. 

Slide 19 - Tekstslide

Kasteel
De arme boeren mochten schuilen bij de landheer in het kasteel als er gevaar dreigde. 

Slide 20 - Tekstslide

Dit is een maliënkolder! 

Slide 21 - Tekstslide

Filmpje
Het ontstaan van kastelen. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Filmpje
Het kasteel.
Overal op voorbereid. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video


Wat is de goede volgorde van het ontstaan van een kasteel?
1
2
3
A
1, 2, 3
B
2, 3, 1
C
2, 1, 3
D
3, 1, 2

Slide 26 - Quizvraag