2.3 De erfenis van de Verlichting - IV

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

2.3 - De erfenis van de Verlichting - III

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag:
- Herhaling vorige les
- Uitleg: Revolutiejaren 1830 en 1848
- Lezen en maken 2.3
- Afsluitende opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Waarom is het jaar 1830 belangrijk geweest voor Nederland?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

De samenleving was veranderd door de industriële revolutie
In welke mate bepaalden Verlichtingsideeën de politieke cultuur in Europa (1813-1900)? 

Slide 6 - Tekstslide

Vanuit welke politiek-maatschappelijke stroming ontstond het Belgisch verzet
A
Conservatisme
B
Liberalisme
C
Nationalisme
D
Socialisme

Slide 7 - Quizvraag

De Belgen verklaarden zich in 1830 onafhankelijk. In welk jaar werd dit door Willem I geaccepteerd
A
1831
B
1838
C
1839
D
1840

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Voeg het juiste jaartal bij de volgende gebeurtenissen:
Congres van Wenen
Herziening grondwet Nederlanden
Onafhankelijkheid België
Eerste grondwet Koninkrijk der Nederlanden
Eerste golf liberale revoluties
1815
1848
1839
1815
1830

Slide 12 - Sleepvraag

Beantwoord de onderstaande leerdoelen:
1 Je kunt aangeven wat de voornaamste doelen van het Congres van Wenen waren.

2 Je kunt uitleggen dat liberalisme, socialisme, nationalisme en feminisme ontstonden als reactie op de Restauratie, maar ook verband hebben met de industrialisatie en de sociale kwestie.

3 Je kunt de voornaamste uitgangspunten van het liberalisme, socialisme, nationalisme en feminisme benoemen.

4 Je kunt politieke gebeurtenissen als de eenwording van Italië en Duitsland, de afscheiding van België en de herziening van de Nederlandse grondwet koppelen aan politiek-maatschappelijke stromingen.
Beantwoord eerst 5 t/m 8! (als je dit nog niet afhebt)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Leg met de begrippen ‘individuele vrijheid’ en ‘economische vrijheid’ uit welke twee verlichte denkers de meeste invloed hadden op het liberalisme.


A
Locke en Smith
B
Locke en Rousseau
C
Rousseau en Smith
D
Rousseau en Montesquieu

Slide 15 - Quizvraag

Ontstaan van het nationalisme

Slide 16 - Tekstslide

Wat was de grondgedachte van het nationalisme?
A
recht op een soeverein
B
gelijkheid
C
strijden voor je landsheer
D
recht op een eigen staat

Slide 17 - Quizvraag

Redenen voor het ontstaan van het nationalisme, eigen staat voor een culturele eenheid:
- als tegenhanger van het rationalisme ( liberalisme, socialisme) ontstond de Romantiek. Rousseau: 'gevoel boven rede'
- de Franse revolutie & de veroveringen van Napoleon; de Fransen vochten als eenheid en overwonnen gebieden werden zich bewust van hun eigen identiteit


Slide 18 - Tekstslide

Eenwording Duitsland
1815: Oprichting Duitse statenbond
1848: mislukte revolutie van het Frankfurter parlement; Pruisische koning weigerde de kroon uit handen van het parlement
1871: Na Duitse overwinning bij de Frans-Duitse oorlog werd het Duitse keizerrijk in Versailles uitgeroepen

Slide 19 - Tekstslide

Eenwording Italië tussen 1861 en 1870

Slide 20 - Tekstslide

Welke filosoof heeft veel invloed op het nationalisme gehad?
A
Rousseau
B
Locke
C
Montesquieu
D
Kant

Slide 21 - Quizvraag