Woordsoorten
lopen, werken, lezen, huilen, lachen,
schrijven, gamen, springen, willen
de, het (bepaalde lidwoorden
een (onbepaald lidwoord)
mens, dier, plant, ding of gevoel
de man, de zon, de liefde, een muis, een ster
De verbrande cake. De verspilde energie.
een plaats (kooi), een tijd (feest), een reden of een oorzaak (drukte)
in de kooi, op de kooi, boven water, achter de kast