Uitleg over overstromingsrisico aan de Nederlandse kust
Box maken 4.2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Planning
Experiment van vorige les
Uitleg over overstromingsrisico aan de Nederlandse kust
Box maken 4.2
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen waarom juist een noordwesterstorm tot problemen leidt bij de Nederlandse kust.
Je kunt de functie van de deltawerken in de zuidwestelijke delta uitleggen
Je kunt het verschil tussen verval, verhang en vertragingstijd uitleggen
Je weet dat de grootse overstromingsrisico’s ontstaan bij een combinatie van springtij, noordwesterstorm en piekafvoeren van de rivieren.
Je begrijpt dat klimaatverandering bijdraagt aan een onregelmatiger regiem van de rivieren.
Slide 2 - Tekstslide
Experiment!
Slide 3 - Tekstslide
Wat voor een soort rivier is de Maas?
A
Regenrivier
B
Smeltwaterrivier
C
Gemengde rivier
Slide 4 - Quizvraag
Piekafvoer
Veel neerslag
Smelten van sneeuw en ijs in de bergen
Wanneer is de piekafvoer van een gletsjerrivier?
Slide 5 - Tekstslide
Regiem van Rijn en Maas
Slide 6 - Tekstslide
Regiem van Rijn en Maas
Debiet
Regiem
Slide 7 - Tekstslide
Verval, verhang en vertragingstijd
Slide 8 - Tekstslide
Vertragingstijd: Tijd tussen A en B
Slide 9 - Tekstslide
Verval: Hoogteverschil tussen A en B
Slide 10 - Tekstslide
Verhang: Hoogteverschil per km tussen A en B
Slide 11 - Tekstslide
Overstromingsrisico
Aan de kust
Slide 12 - Tekstslide
Getijdestromingen Noordzee
Slide 13 - Tekstslide
Getijdestromingen Noordzee
Eb
Slide 14 - Tekstslide
Getijdestromingen Noordzee
Vloed
Slide 15 - Tekstslide
Wat zorgt er voor eb en vloed (getijden) op aarde?
A
Hevige wind en regen
B
De mens
C
Stromingen in de zee
D
De stand van de zon en maan
Slide 16 - Quizvraag
Ook hier is er sprake van doodtij.
Ook in dit geval is er sprak van springtij. Net als bij het plaatje hierbij verterken de zon en de maan elkaars trekkracht en stijgt het water.
In dit plaatje is er sprake van doodtij. Door de stand van de zon en de maan is het getijde op zijn laagst. de zon en de maan werken elkaar hier tegen.
Er is hier sprake van springtij. De zon en de maan staan in een lijn en versterken elkaars trekkracht.
Slide 17 - Tekstslide
Welk percentage van Nederland ligt onder de zeespiegel (NAP)?
A
6%
B
19%
C
26%
D
34%
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Waarom zorgt juist een noordwesterwind voor problemen voor Nederland?
windrichting bij een noordwesterstorm
Slide 20 - Open vraag
Springtij heeft dus te maken met de stand van de zon en de maan
Het noordwesten is de enige plek waar Nederland niet beschermd is door grote stukken land.
Slide 21 - Tekstslide
Het Kanaal is maar een hele kleine opening. Door een noordwesterwind wordt het water hoog opgestuwd, omdat het niet allemaal door het Kanaal heen past.
Het noordwesten is ook de enige plek waar Nederland niet wordt beschermd door grote stukken land. Hierdoor kunnen de golven heel hoog worden.
Slide 22 - Tekstslide
Dit is een primaire dam, want deze dam ligt direct aan zee.
Secundaire dammen liggen niet direct aan zee. Ze dienen als de tweede verdedigingslinie tegen het water.
Hier zie je de Oosterscheldekering. Er wordt op dit moment water vanuit zee binnen gelaten.
Slide 23 - Tekstslide
Door deze sluizen kan de natuurlijke situatie in de Oosterschelde behouden blijven, want voor een estuarium is een mix van zoet en zout water erg belangrijk.
Slide 24 - Tekstslide
Stelling: 'Ik denk dat ik nooit een overstroming mee zal maken'