pgf 4.1: duurzaam ontwikkelen

4.1 Wereld: Duurzaam ontwikkelen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.1 Wereld: Duurzaam ontwikkelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
1: Je begrijpt dat planten, dieren en mensen een natuurlijke kringloop vormen. 
2: Je kunt uitleggen hoe de mens deze kringloop kan belasten. 
3: Je weet wat draagkracht is en begrijpt waardoor de draagkracht van de aarde in gevaar komt.
4: Je weet wat de ecologische voetafdruk is.
5: Je weet waarom een duurzame ontwikkeling nodig is.
6: Je weet wat jouw eigen ecologische voetafdruk is.
7: Je kunt de ecologische voetafdruk van verschillende landen van een kaart aflezen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Welke boodschap heeft dit filmpje?
Kringloop
Planten, dieren, mensen, lucht en water vormen een kringloop.

Hoe? 

Voorbeeld
1: door CO2 in de lucht kan gras groeien.
2: de koeien eten het gras op
3: de koeien geven mensen melk en vlees
4: mensen drinken melk en eten vlees en bij de verbranding komt er weer CO2 in de lucht



1

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Kringloop wordt belast
Door ingrijpen van de mens kan onze leefomgeving, het milieu, in de war raken.

Hoe?

De mens produceert afval en laat dat rondslingeren in de natuur. De mens werkt met giftige stoffen en vervuilt daarmee de leefomgeving en de lucht. 
2

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het brengen van schadelijke of andere ongewenste stoffen in onze leefomgeving
A
Vervuiling
B
Afwenteling
C
Ontbossing
D
Uitputting

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een leefomgeving is verstoord als er dieren of planten uitsterven
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Draagkracht
Maar wat gebeurt er wanneer de mens teveel ingrijpt in het milieu?

Hierdoor komt de draagkracht van de aarde in gevaar. Dit is het vermogen van de aarde om alle mensen te kunnen laten leven, zonder schade aan te richten aan onze leefomgeving.

Twee redenen waardoor we de draagkracht in gevaar brengen zijn...

3

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draagkracht in gevaar
1: Bevolkingsgroei
We moeten in de toekomst evenveel grond en bronnen delen met meer mensen.

2: Toenemende rijkdom
Er zijn steeds meer mensen die rijker worden en meer producten kopen die veel energie kosten.
3

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is draagkracht?
A
Hoeveelheid kilo's dat een iemand kan dragen zonder moe te worden.
B
Kracht die je nodig hebt om iets de dragen zonder moe te worden.
C
Het vermogen van de aarde om alle mensen te laten leven
D
Hoeveel mensen kan aarde dragen zonder dat de bodem onder onze voeten instort.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De draagkracht...
A
is overal op aarde gelijk
B
verschilt van gebied tot gebied op aarde

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Er wordt verwacht dat we in 2100 met 11 miljard mensen op aarde zijn', dit is een...
A
ecologische voetafdruk
B
duurzame ontwikkeling
C
bevolkingsprognose
D
natuurlijke hulpbron

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Jouw eten reist
De Nutella op je brood bestaat ingrediënten vanuit de hele wereld: 

-Hazelnoten uit Turkije
-Palmolie uit Maleisië
-Cacao uit Nigeria
-Suiker uit Brazilië
-Vanille uit China

Vraag: Waarom importeren we deze ingrediënten uit het buitenland?
4

Slide 15 - Tekstslide

Antwoord: deze producten groeien alleen in bepaalde klimaten buiten Nederland. Ook is de productie van deze producten daar goedkoper.
Waarom importeren we deze ingrediënten uit het buitenland?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De reis kost wat...
Het verbouwen van deze ingrediënten kost ruimte en het transport ervan kost energie. Op deze manier kun je alles wat je koopt, eet en gebruikt uitrekenen naar de hoeveelheid ruimte die daar voor nodig is. 

Deze berekening heet de ecologische voetafdruk. 


Cacaoplantage, Nigeria
Palmolie veld, Maleisië
4

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzame ontwikkeling
Als iedereen op de wereld zoals een Nederlander zou leven, dan zouden we 3,5 aardes nodig hebben! Toch moeten we het doen met één aarde...

Daarom moeten we meer investeren in duurzame ontwikkeling: blijven consumeren en produceren zonder dat grondstoffen opraken en zodat de aarde leefbaar blijft. 


5

Slide 18 - Tekstslide

Vraag: Op welke manier kun jij duurzaam omgaan met je spullen?

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van duurzame ontwikkeling?
A
het aanleggen van nieuwe snelwegen
B
het beschermen van natuurgebieden
C
het bouwen van een kerncentrale
D
het hergebruiken van plastic

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip past er bij deze omschrijving:
"De ruimte die we per persoon innemen op aarde, weergegeven in hectare. Het is een maat voor de duurzaamheid van een land en zijn inwoners."
A
duurzaam produceren
B
duurzaam consumeren
C
recyclen
D
ecologische voetafdruk

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande voorbeelden is een voorbeeld van duurzame ontwikkeling?
A
het aanleggen van nieuwe snelwegen
B
het beschermen van natuurgebieden
C
het bouwen van een kerncentrale
D
het hergebruiken van plastic

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De natuur gebruiken zonder onherstelbare schade aan te richten voor toekomstige gebruikers
A
Duurzame ontwikkeling
B
Fossiele energiebron
C
Duurzame energie
D
Broeikaseffect

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort bij de zin: Ik heb uitgerekend hoeveel ruimte ik inneem als ik kijk naar wat ik eet en koop.
A
Milieu
B
Duurzame ontwikkeling
C
Draagkracht
D
Ecologische voetafdruk

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort bij de zin: Steeds meer mensen nemen zonnepanelen op hun huis.
A
Duurzame ontwikkeling
B
milieu
C
watervoetafdruk
D
kringloop

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk bron 7 op blz. 75
Vraag 1: Wat is de titel van deze bron?

Vraag 2: Een hectare is ongeveer zo groot als een voetbalveld.
Hoeveel hectare grond heeft een Australiër gemiddeld nodig?

Vraag 3: Hoeveel hectare grond heeft een Marokkaan uit Marokko gemiddeld nodig?

Vraag 4: Welke relatie is er tussen rijkdom en ecologische voetafdruk?

6

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra opdracht
(4 min)
1: Maak in je schrift drie rijtjes met
 de kopjes 'water', 'lucht' en 'bodem'. Deze belangrijke 
elementen vormen ons milieu.

Zet onder ieder kopje zoveel mogelijk redenen
waarom we water, lucht en bodem nodig hebben om te kunnen leven.

2: Zet nu onder ieder kopje op welke manier de mens water, lucht en bodem vervuilt en in gevaar brengt.

3: Na 5 minuten bespreek je je antwoorden met je buurman/buurvrouw.
timer
3:00

Slide 27 - Tekstslide

Optioneel
Bij de productie van één kilo rundvlees verbruik je 20.000 liter water en bij de productie van één kilo sla verbruik je 236 liter.

Waarom verbruik je meer water bij de productie van vlees?

Slide 28 - Open vraag

Het water wordt gebruikt om eerst gras en hooi te laten groeien die vervolgens door koeien gegeten worden om te kunnen groeien. Koeien zijn grote eters, dus is er veel gras nodig. Bij het slachten en schoonmaken heb je ook veel water nodig om er vervolgens vlees van te maken.
Een krop sla of een ander stuk groente eten wij direct. 
Stelling: Stoppen met het eten van vlees maakt mijn leven duurzamer.

Bedenk een voor- en tegenargument voor deze stelling.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom vormen landen zoals India en
China een grote bedreiging voor de draagkracht?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

- Maken paragraaf 4.1: vraag 1, 2 + 4, 5
- Klaar? Maken samenvatting paragraaf 4.1.







Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Schrijf in Word zoveel mogelijk dingen op die je tijdens deze les hebt geleerd.

Hier krijg je twee minuten voor.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies