§4.1 De wereld in Nederland

H4 Nederland in de wereld
Internationale handel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Nederland in de wereld
Internationale handel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik kan uitleggen waarom producten uit het buitenland belangrijk zijn voor Nederland 

- Ik kan groei en krimp in procenten uitrekenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Importeren
Importeren --> het invoeren van producten uit het buitenland
er gaat geld naar het buitenland

Vier redenen om te importeren:
Prijs = goedkoper
Kwaliteit = beter product
 Klimaat = andere weersomstandigheden
Grondstoffen= andere grondstoffen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

wederuitvoer
Nederland voert ook producten in die vervolgens doorverkocht worden aan het buitenland, dit heet doorvoerhandel of wederuitvoer.

Slide 6 - Tekstslide

Wederuitvoer

Slide 7 - Tekstslide

Voordelen internationale handel voor consument
- Meer keuze voor consument
- Meer concurrentie vanuit buitenland, waardoor de prijzen dalen

Voordelen internationale handel voor producent
- Sommige producten zijn niet in NL verkrijgbaar, daardoor groter assortiment om aan te bieden
- Import producten uit buitenland is goedkoper dan in NL (Winkelprijs lager --> betere concurrentiepositie

Slide 8 - Tekstslide

IMPORT- en EXPORTQUOTE

IMPORTQUOTE = de totale invoerwaarde (importwaarde) als percentage van het Nationaal Inkomen/BBP


EXPORTQUOTE = de totale uitvoerwaarde (exportwaarde) als percentage van het Nationaal Inkomen/BBP


Je gebruikt eigenlijk gewoon deel/geheel x 100.                            Importwaarde           x 100 =

deel is dan de import of de exportwaarde.                                        Nationaal inkomen

geheel is dan het nationaal inkomen of het BBP

Die uitkomst x 100

Slide 9 - Tekstslide

Nederland Handelsland 
Nationaal inkomen 2017:
€ 714 miljard
€ 411,4 miljard
€ 468,5 miljard
Nationaal inkomen=
alle inkomens van de inwoners bij elkaar opgeteld
Importquote=
De totale invoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen
Exportquote=
De totale uitvoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen
Importquote=
totale invoerwaarde : nationaal inkomen x 100 (%)
Exportquote=
totale uitvoerwaarde : nationaal inkomen x 100 (%)

Slide 10 - Tekstslide

Groei en krimp in procenten
- Je moet iets uitrekenen in procenten
- Groei en krimp = stijging of daling
- Dus formule (nieuw - oud)/oud x 100 gebruiken

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Huiswerk
 § 4.1 maken 


Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik kan uitleggen waarom producten uit het buitenland belangrijk zijn voor Nederland 
    - Welke begrippen horen hier bij?
    - Kan je een voorbeeld noemen?
    - Kan je redenen bedenken waarom wij producten uit het buitenland halen?
    - Wat zijn de voordelen voor consument en producent?

- Ik kan groei en krimp in procenten uitrekenen
  - Moet ik rekenen met een percentage of is mijn antwoord een percentage?
  - Hmm groei en krimp? Was daar geen formule voor. Welke moet ik gebruiken?

Slide 14 - Tekstslide